Mathieu Dehaene was 20 in 2000: “De reeks Solid Sounds is nu vervolledigd”

© Joke Couvreur
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

‘Ik word 20 in 2000’. Zo heette de rubriek waarin meer dan 500

jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven.

Twintig jaar later confronteren we hen met hun uitspraken van toen.

“Ik studeer Germaanse en nogal wat mensen gaan ervan uit dat ik straks in het onderwijs stap”

“Zie me hier nu zitten, in het bureau van de schooldirecteur van het Sint-Aloysiuscollege in Menen. Goed gegokt, dus. (lacht) In vier jaar tijd fietste ik door de Germaanse, zonder herexamens. Daarna heb ik er nog een jaar media en communicatie bijgedaan. Toen kreeg ik telefoon van het college van Ieper met de melding dat er een plek als leerkracht Engels-Duits vrijkwam. Ik keerde terug naar de stal, om er les in het middelbaar te geven. Een job die ik later combineerde als docent bij Vives. Maar het begon steeds meer te kriebelen om een directeursfunctie op te nemen. Ik miste iets… In Menen kwam er een vacature vrij en als bij wonder kreeg ik als 32-jarige de job. En nu zijn we acht jaar verder.”

“Ik hou mezelf dikwijls voor dat ik me minder moet opwinden in de dingen”

“Vandaag, 20 jaar later, probeer ik meer te relativeren. Het kan ook niet anders. Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor alles wat er binnen het uur in je klas gebeurt, als directeur voor alles op elk moment in elke klas. Je probeert zo veel mogelijk controle te hebben, maar dat lukt niet. Ik kan niet overal zijn. In onze school zijn er 820 leerlingen en 100 personeelsleden: dat is geen KMO meer, hé. Mijn deur staat altijd open, voor leerkrachten, leerlingen en ouders. En elk probleem is altijd héél erg. Dan moet je relativeren, anders word je zot. (stilte) Vorig schooljaar verloor een leerling van ons het leven bij een verkeersongeval. Als je zoiets meemaakt, is een leerling die te laat komt voor zijn examen maar bijzaak.”

“Ik heb een tof lief en een paar héél goede vrienden”

“In de liefde heb ik de voorbije jaren toch wel een woelig parcours afgelegd. Met het lief van toen liep het fout net na mijn studies. Daarna was ik samen met iemand, met wie ik trouwde en kindjes kreeg, maar intussen ben ik gescheiden en heb ik een nieuwe vriendin. (stilte) Het is veiliger om het over de vrienden te hebben. (lachje) Ik heb verschillende vriendengroepen, met wie we om de zoveel maanden afspreken: gasten van het college van Ieper, mensen met wie ik studeerde in Gent, goeie maten uit mijn lerarentijd in Ieper en kerels van de scouts. Het is fenomenaal welke vriendschapsbanden je in die jeugdbeweging opbouwt. Van je 6de tot je 26ste ben je elk weekend samen, je bent op kamp geweest… Je kan dat met niets anders vergelijken.”

“Sport? Ik beoefen zelf geen discipline, maar sport in het algemeen boeit me erg”

“Ik sport gemiddeld zo’n vijf à zes keer per week. Lopen, fietsen en zwemmen. Nee, geen triatlon, maar de drie afzonderlijk. Sport heb ik nodig. Om te denken, of om dat net niet te doen. Als ik ga fietsen, kom ik twee, drie uur later terug thuis met een hoofd vol ideeën. Bij het zwemmen kan ik aan niets anders denken dan aan het aantal lengtes dat ik aan het afleggen ben en stroomt mijn hoofd helemaal leeg. Je zal het zien op de foto: in mijn studentenperiode was ik 15 kg zwaarder. Eigenlijk had ik toen meer dan tijd genoeg, maar sport was in die tijd geen prioriteit.”

“Mensen denken veel te snel ‘Het is gemakkelijk voor hem met zo’n pa’, terwijl je de dingen op eigen kracht presteert”

“Het is niet slecht dat ik in Menen directeur kon worden. Mocht dat in Ieper gebeurd zijn, zou er al sneller gezegd worden dat ik dat te denken heb aan mijn vader, die burgemeester van Ieper was. Het katholiek onderwijs, CD&V… ‘t is niet moeilijk. Voor de mensen is dat één pot nat, terwijl de selectieprocedures net heel objectief zijn. Hier kon ik van nul beginnen, had ik nog nooit een voet binnen gezet. Dat niemand me kende, was een voordeel. Tijdens mijn eerste speech zei ik dat ook: Jullie weten niet meer dan dat ik superjong ben, de zoon van de Ieperse burgemeester en dat ik de school niet ken. Ik hoop toch dat je me een eerlijke kans geeft. En dat hebben ze ook allemaal gedaan. Ik woon wel nog altijd in Ieper. Daar krijgen ze me niet weg.”

“Ik ben tevreden dat ik mag gaan stemmen”

“Ik heb nooit de ambitie gehad om zelf in de politiek te stappen, allicht omdat ik bij mijn vader en broer gezien heb wat er allemaal bij komt kijken. Wanneer mijn broer en ik uit gingen, moest hij eerst met het hele café handjes schudden. Het duurde vaak een uur vooraleer hij aan onze tafel zat. Politiek heeft me nooit aangetrokken. Ook omdat ik graag in het onderwijs zit. In een school kan je dingen realiseren, in de politiek bots je op actiegroepen en dergelijke…”

“Van de reeks ‘Solid Sounds’ moet ik er nog een achttal aanschaffen”

(lacht) “Die reeks is vervolledigd, ja. Dat was mijn Johnny-periode. Maar mijn muziekkeuze was toen al heel breed. Nog elk jaar ga ik naar Pukkelpop. Dat is voor mij het ideale festival, want je hebt er zes, zeven podia en je kan er naar rock, punk, dance, rap en hiphop luisteren. Door ouder te worden veranderde die muzieksmaak niet. Mijn maten zijn bezig met jazz, Leonard Cohen… Neen, bij mij moet het vooruitgaan. Zo voel ik me nog geen 40.” (lacht)

Mathieu Dehaene (29 september 1980, Ieper) is de zoon van Luc Dehaene (gewezen burgemeester van Ieper) en Josiane Bouchart. Hij heeft drie kinderen: Jule (10), Cisse (7) en Lot (5), en twee broers: Alexander en Dominique. Die laatste is bekend als woordvoerder van luchtverkeersleiding Skeyes.

Hij studeerde Germaanse talen en later communicatie & media aan de Universiteit Gent. Hij begon als leerkracht in zijn Sint-Vincentiuscollege in Ieper, wat hij na verloop van tijd combineerde met een docentfunctie aan de Katho. Hij is sinds 2012 directeur van het Sint-Aloysiuscollege in Menen.

Lees verder onder de foto

Mathieu Dehaene was 20 in 2000:

De tekst die verscheen op 16 april 1999 in Krant van West-Vlaanderen

Het heden recht in de ogen kijken en de toekomst, dat is voor later. Zo staat de 19-jarige Mathieu Dehaene in de wereld. De studies eerste kandidatuur Germaanse (Gent), de scouts, zijn lief, de vrienden, uitgaan in Ieper en Gent en een ruime interesse in de actualiteit, kleuren zijn dagen en nachten. Dit is voorlopig stukken belangrijker dan te filosoferen over de dag van morgen. Ook van de status ‘zoon van de burgemeester’ ligt hij niet echter wakker. Het zij zo, vader Luc (48) is burgervader van de Kattenstad, moeder Josiane Bouchart (48) is onderwijzeres en broer Dominique studeert postgraduaat journalistiek. Een 20 in 2000 die tintelt van levenskunst.

We sturen je met 20.000 frank een weekje op kot…

Mathieu: “Dan ga ik meteen een paar vrienden uitnodigen om iets te gaan eten, een pizza of zo. Nadien trekken we voor een bioscoopje naar de Decascoop en even later maken we ongetwijfeld de Overpoort onveilig. Met de restjes gaat het de volgende dagen richting de Veldstraat om wat kleren te kopen en de cd-winkel vergeten we natuurlijk ook niet. Gezien mijn brede smaak, van techno tot gewone rockmuziek, zal het me weinig moeite kosten om iets te vinden. Van de reeks Solid Sounds moet ik er me nog een achttal aanschaffen. Je ziet, ik ben wat achterop geraakt.”

Een goede vriend of een tof lief?

Mathieu: “Oei. Ik heb een tof lief en een paar heel goede vrienden. Mag ik ze beiden kiezen? Bovendien is dat tof lief ook nog eens een hele goede vriendin. Het is leuk als je aan elkaar alles kwijt kunt, dat je elkaar goed begrijpt en ook het meeste van elkaar weet. Sommige vrienden weten ook enorm veel hoor, maar een aantal dingen kun je enkel aan haar vertellen. Het is gemakkelijk als dat kan en ik zit absoluut in deze positie.”

Verplicht op strandvakantie met een vipgezelschap. Wie gaat mee?

Mathieu: “In ieder geval Bart Peeters. Hij mag mee omdat hij zo spontaan is. Er kan heel wat afgelachen worden met hem. Ook Marc Uytterhoeven mag mee. Eveneens voor de ambiance, maar ook om een boompje op te zetten over zijn favoriete sport, het wielrennen. DJ Dave Clarke zal zijn valies pakken om de hele week plaatjes aan het strand te draaien. Ann Ceurvels is mijn favoriete actrice en ‘t is geen lelijke (lacht), zij mag dus ook mee. En tenslotte Jean-Luc Dehaene, hij is een ex-scout, dat kan dus niet tegenvallen. In een andere omgeving moet hij wat losser uit de hoek komen.”

Luik-Bastenaken-Luik of The Champions League?

Mathieu: “Ook hier kan ik moeilijk kiezen. Ik beoefen zelf geen discipline, maar sport in het algemeen boeit me erg. Ik kan haast over alle takken meepraten. Het wielrennen? Niet fraai natuurlijk wat er rond die dopingtoestanden is gebeurd. Hoewel het in andere sporten ook gebeurt, ligt de fiets onder vuur. Niet dat ik doping goedkeur, hoor. Het moet worden uitgeroeid, iedereen moet met gelijke kansen aan de start verschijnen.

Jeugdbewegingen: een verloren zaak?

Mathieu:beslist. “Zeker niet. Bij de scouts beleven we momenteel zelfs ‘een boom’. Het blijft maar groeien, het ledenaantal gaat continu de lucht in. Begin de jaren ’90 was er wat stagnatie, maar we zien dat de gasten andere vriendjes meeslepen. Er zijn zelfs groepen van 60-70 leden. Het is wel zo dat als de leiding enthousiasme uitstraalt, dit zijn effect heeft op de groep, die op zijn beurt de geestdrift aan nieuwe kandidaatjes doorgeeft.

Stemmen voor de eerste keer: een verplicht nummer?

Mathieu: “Er wordt dikwijls gezegd dat de jeugd niet meer geïnteresseerd is in politiek, maar dat is lang niet altijd zo. Ikzelf ben tevreden dat ik mag stemmen. Het schijnt dat studenten met examens een volmacht mogen geven, maar ik ga daar liever geen gebruik van maken. Eén: ik vind het een belangrijke zaak. Twee: ik vind het een te persoonlijke materie om dat aan iemand anders mee te geven.”

Schandalig! Of waarover wind je je op?

Mathieu: “Persoonlijk, ik ben heel ongedurig, kan nooit wachten. Ik ben dan ook altijd stipt op de afspraak en… meestal nog wat vroeger. Ik moet toegeven dat ik ook wat jaloers ben, maar ik laat dit meestal niet echt blijken. Ik hou mijzelf heel dikwijls voor dat ik me minder moet opwinden in de dingen. In het algemeen: ik hou niet van roddelen en ‘achterklap’.”

‘De zoon van…’: weegt het op u?

Mathieu: “Je wordt er evident vaak mee geconfronteerd. Zoals met deze vraag bijvoorbeeld (lacht). Je wordt doorgaans wat geplaagd, maar echt pesten gebeurt zelden. Trouwens, ik lach ook heel graag met anderen en wie steken onder water geeft, moet ze ook durven ontvangen. Maar uiteindelijk is het zo dat mensen veel te snel denken ‘het is gemakkelijk voor hem met zo’n pa’, terwijl je de dingen op eigen kracht presteert. Ik heb me voorgenomen om zo weinig mogelijk van zijn positie te profiteren.”

20 in 2000: wat toont de glazen bol?

Mathieu: “Waarschijnlijk ben ik in de eerste helft van het nieuwe decennium nog aan het studeren en hoop die studies zo snel mogelijk af te maken. Ik studeer Germaanse en nogal wat mensen gaan ervan uit dat ik straks in het onderwijs stap. Misschien wel, misschien niet. Ik sluit het niet uit. Ach, het ligt nog allemaal zo ver. Ik leef weliswaar niet van dag tot dag, maar toch hou ik me redelijk vast aan zekerheden. Ik studeer nu en later zien we wel, ik kijk niet zo ver vooruit. En met 31 december gaat er volgens mij toch niet zoveel veranderen. 31 december of 1 januari, de dagen gaan niet zoveel van elkaar verschillen. Op hoofdpijn na misschien (lacht).

(FV)