Martine Tanghe en Bart Moeyaert: “Eigenlijk zijn wij twee mensen die het liefst zouden zwijgen”

Martine tanghe en Bart Moeyaert slaan de handen in elkaar voor ‘Morris’: “Fantastisch dat we dit mogen doen.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Ze mogen zonder meer iconen worden genoemd als het over taal gaat. Schrijver Bart Moeyaert en voormalig nieuwsanker Martine Tanghe slaan de handen in elkaar voor de muzikale theatervoorstelling ‘Morris’. In één beweging willen ze ook een ode brengen aan de kunst van het voorlezen. “Met de verwondering van een kind naar de wereld kijken, dat is fantastisch.”

“Wacht tot je de muziek hoort”, zegt ze met glinsterende ogen tegen Bart. Haar handen zweven heel even door de lucht, alsof ze met een kinderlijk enthousiasme een onzichtbaar orkest leidt. Martine Tanghe, nog steeds even eloquent, spreekt begeesterd over de muzikale theatervoorstelling Morris. Niet alleen over de muziek – prachtig en heel toegankelijk, zegt ze zelf. Maar ook over het boek dat Bart schreef, over een jongen die op een besneeuwde berg zijn verdwaald hondje terug thuis wil krijgen.

We zitten op de bovenste verdieping van een aftands gebouw van het Brusselse conservatorium, waar de laatste repetities plaatsvinden, enkele dagen voor de première. Alles komt nu samen, net zoals het lappendeken dat in het nieuwe kinderboek eventjes aan bod komt. Net als dat deken moet de voorstelling warmte en troost bieden. Dezelfde vreugde die je voelt als kind als je pannenkoeken, poffertjes of een plakje perencake voorgeschoteld krijgt.

Net zoals elk boeiend verhaal begint ook dit met een droom.

Martine: “Meer bepaald die van Koenraad Hofman, de artistiek coördinator van het kamermuziekensemble Oxalys. Kort na mijn pensioen – ik moet nog altijd wennen aan dat woord – kreeg ik een mailtje van hem. Via Zoom vertelde hij over een voorstelling met een nieuw verhaal en speciaal daarvoor gecomponeerde muziek. Hij vroeg of ik dat zag zitten en het deed me wel iets, ja. Hij vroeg of ik een idee had wie dat verhaal kon schrijven. Ik keek in mijn boekenkast en die van mijn kinderen. Er was eigenlijk één auteur die er voor mij uitsprong. Ik dacht: goh, als dié het nu eens zou willen doen. Dus stelde ik Bart Moeyaert voor.”

Bart: “Ik vind dat we het interview hier perfect kunnen afsluiten. (grijnst) Mooier wordt het niet.”

Wat vond je van die vraag?

Bart: “Ik zat en zit in een periode die ik niet de gemakkelijkste in mijn leven vind, waarin er veel gebeurd is. Wat nu voorrang krijgt, is mijn eigen werk. Alle plannen moeten wachten. Maar ik luister naar elke vraag die ik krijg. Letterlijk ook: hoe de stem klinkt, hoe de vraag wordt gesteld en hoe ik er zelf op reageer. Dat ik voor één keer niet zelf op het podium zou staan, klonk aanlokkelijk. En dat de vraag kwam van Martine… Ik heb ongelooflijk veel bewondering voor haar en heb haar zoals veel mensen in mijn hart gesloten. Onder andere omdat ze altijd zei: Blij dat u bij ons was. Dan kon ik alleen maar denken: Ik was ook blij dat ik bij u was. Dat er werd samengewerkt met Oxalys, een fantastisch ensemble, én dat er nieuwe muziek zou gecomponeerd worden… (blaast) Mijn buikgevoel zei ja, mijn agenda echter nee. Maar ik wilde wel alles opschuiven en rond de tafel gaan zitten. Al wilde ik daar aan tafel het liefst gewoon zwijgen en luisteren. Ik babbel nu wel, maar liever nog zwijg en luister ik.”

Martine: “We hebben dat gemeen. Eigenlijk zijn wij twee mensen die het liefst zouden zwijgen. Wat zitten wij hier eigenlijk te doen, Bart?” (lacht)

Martine Tanghe: “Het Achterhuis van Anne Frank heeft een diepe indruk op mij nagelaten.”
Martine Tanghe: “Het Achterhuis van Anne Frank heeft een diepe indruk op mij nagelaten.” © Christophe De Muynck

En dat voor mensen die zo graag bezig zijn met taal. Martine, waarom sprong Bart er eigenlijk bovenuit?

Martine: “Omdat ik vind dat hij ontzettend mooie boeken geschreven heeft en nog steeds schrijft. Mijn kinderen hebben er ook veel van gelezen, maar het heeft ook een meerwaarde voor volwassenen. Spreek me gerust tegen, Bart, maar er zit een soort laagje in dat kinderen niet meteen door hebben, maar volwassenen wel. Het zijn niet zomaar kinderboeken. De taal waarin ze geschreven zijn, is ook bijzonder mooi. Ik kan geweldig genieten van een mooi verhaal. Maar ik kan evenzeer genieten van mooie zinnen. Van de manier waarop dingen gezegd worden, geformuleerd worden, van de woordkeuze, dat er geen woord te veel in staat. Dat heeft Bart allemaal. Daarom sprong hij er voor mij uit.”

Heeft u veel voorgelezen?

Martine: “Heel veel. Jarenlang, tot mijn kinderen zelf konden lezen en dan nog steeds. Vandaag is dat vooral voor mijn kleinkinderen. De oudste gaat naar het eerste leerjaar nu en zal leren lezen. Dat vind ik gewéldig. (glundert) Er zal een hele wereld voor hem opengaan.”

Werd er bij u thuis voorgelezen?

Martine: “Ik ben opgegroeid in een huis zonder boeken. Maar ik heb altijd boeken gelezen. Ik was een fervente bezoeker van de bibliotheek en je krijgt ook veel mee van goeie scholen en leerkrachten.”

Is er een boek dat u heeft gevormd?

Martine: “Gevormd, niet zozeer. Er is wel één boek dat op een bepaald moment in mijn leven een enorme en verpletterende indruk op mij heeft gemaakt. Dat is Het Achterhuis van Anne Frank. Ik was een jaar of dertien en zat op internaat. Dat meisje was even oud als ik toen ik het boek las. Ik was daar onwaarschijnlijk van onder de indruk. Ik probeerde mij dat tevergeefs voor te stellen, wat dat voor haar moet betekend hebben, zo opgesloten zitten. In een verborgen ruimte, achter een boekenkast nota bene. Ik herinner mij zeer goed dat ze op een bepaald moment schreef dat ze schrijver of journalist wilde worden. Ik denk dat dáár het zaadje geplant is. Ik dacht: dat wil ik ook. Om schrijver te worden, had ik te weinig fantasie, maar ik wilde laten zien wat er gebeurt in de wereld. Ik denk dat het daar allemaal begonnen is.”

Bart: “Als kind zijn er veel boeken die mij zijn bijgebleven. Maar als ik één boek moet noemen – ik las het rond mijn veertigste voor alle duidelijkheid – is het Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Johan Harstad. Een fantastisch boek. Als het over de maanlanding gaat, heeft iedereen het over Neil Armstrong, terwijl Buzz Aldrin ook op de Maan is geweest. Het boek gaat niet over de maanlanding, maar wel over een jongeman op de Faeröereilanden die inzichten krijgt over hoe belangrijk het is om tweede te zijn. Als je dat leest op het juiste moment in je leven, dan hakt dat erin. Dan zit zo’n boek vol lessen die je boven je bed wil hangen. Het is een boek dat ik al honderd keer heb aangeraden. Als de schrijver in het land is, dan ga ik naar zijn lezing. Maar het is iemand die me ook totaal verlegen maakt, bij wie ik net niet op de eerste rij ga zitten, maar op de tweede.”

Toepasselijk.

Bart: (lacht) “En wat ik nog zo fantastisch vind, is dat die man schijnbaar geen zin heeft in de vragen die hij voorgeschoteld krijgt. Laat mij toch schrijven, zie je hem denken. En ondertussen antwoordt hij op de meest briljante manier. Waar ik tijdens een interview ga glimlachen, doet hij dat niet. Waarom leer ik dat niet, vraag ik mij dan af.”

Terug naar ‘Morris’. Hoe is dat verhaal ontstaan?

Bart: “Euh… (denkt na) Ik moet het toch persoonlijk maken, het is niet anders. De afgelopen acht jaar waren geweldig. Het is begonnen met het intendantschap van de Frankfurter Buchmesse (de grootste boekenbeurs ter wereld, red.). De inzichten die ik er opdeed, waren heel verrijkend. Op het einde daarvan begint mijn vader te dementeren. Mijn moeder volgt. Ik verlies langzaam mijn ouders en zeg tegen andere mensen: ik kan er goed mee om. Ik bezoek ze zo vaak als ik kan, ik wil me later niet schuldig voelen. Ik kom in een vechtscheiding terecht. Ik twijfel over wat ik aan het doen ben. Een nieuwe relatie. Verhuizen. (denkt na) Dat klinkt niet zo bijzonder, omdat we allemaal wel ergens in zo’n situatie terechtkomen. Maar ik besef nu dat er in het verhaal van Morris veel van mezelf zit. Hoe komt het in godsnaam dat ik een jongetje van negen voor me zie dat plotseling van het ene moment op het andere enkeldiep in de sneeuw staat? En hij heeft een hond vast en wil koste wat het kost voor het dier zorgen. Maar het dier wil niet dat er voor haar gezorgd wordt. Laat me los, laat me vrij. Dan staat de jongen daar boven op de berg en moet hij zien thuis te geraken. Om een lang verhaal kort te maken: ik kan dit nu vertellen omdat iemand mij onlangs vroeg waar het idee voor Morris vandaan kwam en ik mezelf dit antwoord hoorde geven. Ik dacht: verdomme. Het is niet de eerste keer dat dit mij overkomt. Ik ben gegrond in wat ik zelf vind, denk en doe. Daar komen mijn verhalen vandaan. Vroeger vond ik een open einde heel belangrijk. Geen enkel verhaal is ooit klaar. Alles gaat altijd door. Nu heb ik voor het eerst heel bewust gekozen: ik ga troost bieden en warmte geven. Zorgen dat we de zaal uitstappen met de warmte van Martine en dat we kunnen zeggen: het komt allemaal wel goed.”

Martine: “Het komt allemaal wel weer goed.” (knipoogt naar Bart)

Die zin bij uw afscheid zorgde voor een collectieve krop in de keel bij kijkend Vlaanderen. Gelooft u nog steeds in die quote?

Martine: “Ik heb nooit gezegd dat álles goed zou komen. Maar ik wil het wel blijven geloven, anders is het lastig leven. (richt zich tot Bart) Ik vind het wondermooi dat er dingen niet uitgesproken worden in het boek. Er zijn verdrietige dingen gebeurd in Morris zijn leven. En je zegt niet welke. Ik vind dat dat heel veel zegt. Ik weet zeker dat kinderen zich daar iets kunnen bij voorstellen en het zelf invullen, grote of kleine zaken die gebeurd zijn op school of thuis. Maar dat is zo’n mooi zinnetje: Er zijn verdrietige dingen gebeurd. En dan die lieve oma die zegt: Kom, even bij mij. Het is maar tijdelijk.” (stil)

Tegenslagen en het nieuws van nabij volgen… is het dan in jullie vak niet moeilijk om die kinderlijke onschuld te bewaren?

Bart: “Ik denk niet dat ik met onschuld bezig ben, maar eerder met verwondering.”

Martine: “Met de verwondering van een kind naar de wereld kijken, is fantastisch. De helaas gestorven Caroline Pauwels zei het tot aan haar laatste dag. Zoals een kind naar de wereld kijkt, dát moeten we blijven doen.”

Jullie hebben allebei al een hele carrière achter de rug. Daarbij…

Bart: “Maar ik ben nog maar net begonnen!” (lacht)

Martine: “Ik vind van mezelf dat ik geen carrière heb gehad. Ik ben niet opgeklommen in een hiërarchie. Ik heb eigenlijk 42 jaar hetzelfde gedaan. Ik ben daar buiten gegaan op dezelfde stoel als ik ben binnengekomen. Maar ik heb het altijd graag gedaan.”

Wat ik wilde zeggen, is dat jullie allebei bekroond zijn. Wat doet dat met een mens?

Bart: “Dat is nooit een doel op zich geweest. Maar het is fijn als het niet zomaar een prijs en een bos bloemen is, maar dat er ook uitleg bij komt, waarom je de prijs hebt gekregen. Dat zorgt misschien weer voor inzichten.”

Bart Moeyaert: “Ik ben gegrond in wat ik zelf vind, denk en doe. Daar komen mijn verhalen vandaan.”
Bart Moeyaert: “Ik ben gegrond in wat ik zelf vind, denk en doe. Daar komen mijn verhalen vandaan.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Martine: “De mooiste prijs die ik kreeg, was na mijn pensioen. Mensen konden toen een reactie geven via de website van de VRT. Een paar weken later kreeg ik van de communicatiedienst een scheurkalender voor 2021 waar al die reacties in waren verwerkt. Allemaal van kijkers, mensen die ik vanzelfsprekend niet ken, maar die me zeiden waarom ik belangrijk was voor hen. Dat ze vonden dat ik een mooie en warme stem had. Dat deed ontzettend veel plezier om te lezen. Het heeft me heel erg ontroerd en aangegrepen. Soms kijk ik er nog eens naar en denk ik: ik heb toch iéts betekend voor veel mensen. Dat is een fijn gevoel.”

Jullie hebben immers allebei al zo lang een groot publiek dat jullie niet altijd zien.

Bart: “Ik ben blij dat Martine dit opmerkt. Bij mij komt dat ook binnen. Als mensen mij bedanken voor een boek van twintig jaar geleden of zeggen dat ze door mij zijn beginnen lezen. Ons vader zou trots zijn op zijn zoon.”

Martine: “Weet je, mijn vader had Alzheimer op het einde van zijn leven. Toen hij stierf, kreeg ik van een vriendin het boek Helium.”

Bart: “Ach.” (glimlacht)

Martine: “Die dichtbundel die je schreef. Die koester ik écht.”

Wat jullie nog gemeen hebben, zijn jullie West-Vlaamse roots.

Martine: (lacht) “Dat is een hardnekkig misverstand. Ik ben geboren in Aalter en woon al het grootste stuk van mijn leven in Vlaams-Brabant. Maar ik heb er wel gewoond. Is dat voldoende om West-Vlaams te zijn? (lacht) We zijn naar daar verhuisd toen ik in de kleuterklas zat en ik ben er weggetrokken toen ik naar de universiteit ging. Maar ik zat er op een fantastische school, het Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen in Kortrijk. Dat waren zulke goede leerkrachten dat ik beslist heb om er zelf een te worden en ik Germaanse filologie ging studeren. Ik stond uiteindelijk niet voor de klas, omdat dat zaadje van Anne Frank weer opspeelde en ik interesse kreeg in de politiek en wat er in de wereld gebeurde.”

Hopen jullie dat er met deze voorstelling ook een zaadje wordt geplant om meer te lezen?

Bart: “Ik hoop dat als mensen zien hoe Martine voorleest, dat ze het ook zelf gaan proberen voor hun kinderen, kleinkinderen, neefjes of nichtjes. Als het een pleidooi kan zijn om meer te lezen, zou ik het fantastisch vinden. Maar dat voorlezen staat voor mij op dit moment nog een trapje hoger.”

Martine: “Wat ik als voorzitter van de categorie kinder- en jeugdliteratuur (bij de Vlaamse literatuurprijs De Boon, red.) zo fantastisch vond vorig jaar, is dat die prijs evenwaardig is met de prijs voor fictie en non-fictie. Ik hoop dat mensen misschien door Morris naar de boekhandel stappen en ze daar nog meer geïnspireerd raken. Vorig jaar werd een leesoffensief gelanceerd door de Vlaamse regering, dat dit najaar nog verder uitgebouwd wordt. (Dat initiatief kwam er na tegenvallende resultaten in een onderzoek naar leesvaardigheid en leesmotivatie, red.) Het is niet zomaar een week waarin voorlezen centraal staat. Dat project loopt nog tot 2030. Want het is iets voor op lange termijn. Je kan er ook niet vroeg genoeg mee beginnen. In de crèche of bij oma en opa zelfs.”

‘Morris’ (7+) speelt dit najaar op verschillende plaatsen in Vlaanderen. Tickets en info: www.oxalys.be en www.bartmoeyaert.com. ‘Morris’, uitgegeven bij Querido, ligt nu in de boekhandel.