Luchtvaarticoon Gerrit Titeca uit Oudenburg deelt avonturen in clubmagazine Noordzee Vliegclub: “Vliegen is altijd een uitdaging”

Drie jaar geleden ging voor Gerrit Titeca, op de foto met echtgenote Monique De Bou, een lang gekoesterde droom in vervulling. “Ik had mijn brevet dan al ingeleverd, maar kon als copiloot meevliegen met een Mustand P51, een oorlogsvliegtuig. © Laurette Ingelbrecht Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Gerrit Titeca (81) heeft 56 jaar vliegervaring op zijn teller. Hij is een echte luchtvaarticoon, ook zot van oldtimers. In het magazine Approach van de Noordzee Vliegclub heeft hij nu zijn eigen rubriek, De avonturen van Gerrit, waarin hij terugblikt op zijn vliegervaring.

Gerrit Titeca is een rasechte Oudenburgenaar, opgegroeid in de Stationsstraat aan steenbakkerij Verhelst. Hij was dan ook bevriend met de kinderen van de familie Verhelst. Daar ontdekte hij het metalen meccanospeelgoed. “Als al eens iets kapot ging, nam ik het mee naar huis om het te herstellen. Daaraan sleutelen werd de basis voor mijn gevoel voor techniek”, steekt Gerrit van wal.

Na de lagere school volgde Gerrit de technische afdeling in het VTI van Oostende waar hij al vliegtuigjes maakte met een verbrandingsmotor. “Dat vliegtuigje kon via een kabeltje enkele meters vliegen. Ik deed er demonstraties mee op de markt van Oudenburg en dat lokte natuurlijk veel volk”, lacht Gerrit.

Eerste tweedekker

Na zijn technische opleiding – Gerrit was toen 18 jaar – werd hij leerling-piloot aan de vliegschool van de Belgische luchtmacht in Goetsenhoven. Hij kreeg er de smaak van het vliegen pas echt te pakken tijdens de vele opleidingsvluchten met de SV-4B, een tweedekker. Dit vliegtuig bepaalde zijn opleiding en zijn verdere leven. “Later kreeg ik nog een opleiding in Belgisch Congo. De onafhankelijkheidsoorlog in 1960 bracht me terug naar België. Ik kon dan mijn pilotenopleiding afwerken.”

In 1969 moest Gerrit als reserveonderofficier zijn kamp doen op het vliegveld van Wevelgem. Daar stond een oude SV-4B tweedekker te koop. Die kon hij via een familielid aankopen en met dit toestel behaalde hij binnen het jaar ook zijn burgerlijk vliegbrevet. “In 1971 kon ik bij een uitverkoop van enkele SV-4B-toestellen op de luchtmachtbasis van Koksijde een vliegtuig aankopen. Het toestel had geen motor meer en er ontbraken diverse onderdelen. Ik vond niemand om het vliegtuig te restaureren, dus besloot ik om het zelf te doen in mijn hangaar in Moorsele. Om me de vliegtuigbouw eigen te maken, volgde ik tijdens mijn vakantiedagen een professionele cursus in Engeland”, vertelt Gerrit die er zijn vergunning van vliegtuigbouwer behaalde. Hij herstelde zijn eerste SV-E en kreeg ook een vergunning om er mee te vliegen.

“Met mijn Cessna 120 vloog ik naar Cyprus”

“In 1973 heb ik dit toestel verkocht en me een Cessna 120, een kleine hoogdekker van Amerikaanse makelij, aangeschaft. Daar heb ik zo’n acht jaar mee gevlogen, zelfs eens naar Cyprus, een tocht van 4.000 km die ik in twaalf etappen deed.” Later leerde Gerrit de knepen van de luchtacrobatie en nam deel aan vele vliegmeetings in heel Europa, dit zonder één ongeval.

In 1979 maakte Gerrit op vraag van een vriend, die jammer genoeg plots overleed, een Focke-Wulf Fw 190. In de loods van zijn woning in de Vissersstraat groeide de constructie en na twee jaar hard werken was het vliegtuig klaar, zelfs met een elektrisch inklapbaar landingsgestel en reservebrandstoftank. “Ik maakte er in 1984 mijn eerste proefvluchten mee. Vooraleer voor de Fw 190 een luchtvaardigheidsattest wordt afgeleverd, moest ik 50 vluchturen binnen een straal van 20 km afleggen, of zo’n 10.000 km. Heel wat, maar het lukte”, vertelt Gerrit. Met deze Fw 190 maakte Gerrit veel vlieguren in binnen- en buitenland. Overal waar hij kwam, kreeg hij veel belangstelling van andere piloten. “Iemand zei me ooit: ‘Dit beest is even nijdig als de echte’”, lacht Gerrit die jaren later zijn toestel verkocht. Nadat het enkele keren werd doorverkocht, staat het nu in een hangar in Nederland.

Nog andere hobby

Gerrit Titeca weet als geen ander dat vliegen niet zonder gevaar is: “Het is altijd weer een uitdaging. Je weet dat je na een bepaalde tijd weer naar beneden moet en je altijd je metertjes in het oog moet houden, zeker die van de brandstof.” Maar vliegen is niet de enige hobby van Gerrit geweest. In 2011 kocht hij een oude BMW-motor R100RS, luchtgekoeld, waarmee hij ook als avonturier met een groep motorvrienden naar Kaap de Goede Hoorn heeft gereden. “Dan kwam de interesse voor de kleine oude Franse 2 PK en Citroën Dyane. Ook deze auto’s heb ik verbouwd. Ik heb nog altijd mijn Citroën ACA Dyane C camionette waarmee ik drie keer door Afrika heb gereden, telkens vertrekkend vanuit Oudenburg.”

Alle vliegtuigen en hangars zijn al enkele jaren verkocht. Gerrit mag niet meer vliegen. Door allerlei kleine lichaamskwaaltjes is de jaarlijkse vliegcontrole niet meer in zijn voordeel. Maar hij kan het vliegen niet laten en doet dit nog regelmatig op een vliegsimulator bij een vriend.

Met zijn Focke-Wulf Fw190 vloog Gerrit Titeca geregeld boven Oudenburg.
Met zijn Focke-Wulf Fw190 vloog Gerrit Titeca geregeld boven Oudenburg. © Laurette Ingelbrecht

Zijn vele verhalen en vliegervaringen kan je vanaf nu lezen in het magazine Approach van de Noordzee Vliegclub waarin hij zijn eigen rubriek ‘De avonturen van Gerrit’ krijgt. Het blad verschijnt drie keer per jaar. Gerrit was destijds een van de trekkers bij de opstart van de Noordzee Vliegclub. Vanaf het ontstaan van de club heeft Gerrit notities bijgehouden met de bedoeling dit ooit eens te publiceren.

Wie de avonturen van Gerrit wenst te volgen, kan zich gratis abonneren op de Approach, door in te schrijven via https://www.nzvc.be/approach. Bij het verschijnen van een nieuwe editie, krijg je dan een mail.

Lees meer over: