“Lokale expertise kan ik nog steeds aanwenden”: tien jaar geleden nam Eddy Brouckaert (73) afscheid als directeur van deze krant

Eddy Brouckaert is nog altijd een trouwe lezer van KW. (foto SB)
Wouter Vander Stricht

Tien jaar geleden verliet Eddy Brouckaert (straks 73) na 40 jaar dienstverband Roularta. 32 jaar lang was hij ook directeur van De Krant van West-Vlaanderen. “Het lokale netwerk dat ik daar opgebouwd heb, komt mij nu nog altijd van pas in alles wat ik doe qua sociale engagementen.”

Eddy Brouckaert woont nog altijd met zijn echtgenote Martine Degryse in de Weidestraat. De drie kinderen zorgden elk op hun beurt voor drie kleinkinderen, negen in totaal dus. Tien jaar na zijn vertrek wilden we met de gewezen krantendirecteur nog eens terugblikken op de jaren waarin hij dit medium mee op de kaart hielp zetten in onze provincie. “Het was altijd teamwerk, maar ik ben blij dat ik er heb kunnen aan meewerken. We hebben ook veel jonge mensen een kans kunnen geven in de journalistiek en het doet ook deugd om te zien dat heel wat mensen er hun weg in vonden.”

Aankoopdienst Roularta opgericht

Eddy groeide op in een warm Roeselaars arbeidersgezin, zijn eerste contact met De Weekbode was toen hij als student handelsingenieur sportverslagen ging maken. “Ik had altijd bij SK Roeselare gevoetbald, maar als student ging ik bij KSV De Ruiter shotten. In die tijd verscheen er in de krant niets van onze ploeg, dus stapte ik op sportredacteur Roger Depestel af. Ik mocht zelf de verslagen schrijven en zo kwam ik al in contact met Roularta en De Weekbode-redactie.”

In september 1975 kwam hij quasi rechtstreeks van de schoolbanken bij Roularta terecht. “Een aankoopdienst was er niet in die tijd, ik mocht die zelf oprichten. Boeiende tijd en omdat ik met alle afdelingen in contact kwam, leerde ik binnen het bedrijf enorm veel mensen kennen. Dat zou later handig blijken. Toen ik na acht jaar gevraagd werd om directeur van De Weekbode, we hadden toen een vijftal edities, te worden, hapte ik toe. Het is het moederblad van Roularta. De eerste De Weekbode verscheen in mei 1947, Roularta is in 1954 ontstaan.”

Ook concurrentie uit eigen huis

Ondertussen had Roularta zich op de magazinemarkt gestort. “De focus van Rik De Nolf lag toen voor een groot stuk op wat in Brussel gebeurde, met onder meer Knack, zelf mocht ik me op de lokale bladen storten. De Streekkrant bestond al, maar was nog niet wat die later zou worden. Het was de droom van Rik De Nolf om ooit een West-Vlaams dagblad op te starten, dat is er niet van gekomen. Maar na diverse overnames, van het Kortrijks tot het Brugs Handelsblad, konden we in 2000 het Wekelijks Nieuws annexeren, waardoor we op die manier met 11 edities de hele provincie konden coveren. Die overnames en fusies waren niet altijd makkelijk, soms moest je mensen laten gaan. Het waren telkens serieuze uitdagingen. En je leerde ook dat een Bruggeling niet hetzelfde is als iemand van Poperinge.”

Dankzij Roularta zat Eddy Brouckaert ook samen met KW altijd op de eerste rij als het op innovatie aan kwam. “Van de nieuwste rotatiepersen tot congressen over lay-out, Roularta bood ons die kans. Maar het was ook zo dat we binnen het eigen huis vaak concurrentie hadden, zo begon de Streekkrant lokale redactie te brengen en later kwamen er Focus en WTV. Het was vaak op het scherpst van de snee om voor je eigen plaats te vechten.”

Online content kost ook geld

En plots kwam dan nog het online verhaal er bij kijken. “Terwijl iedereen er geen moeite mee had dat print betalend was, was er in die eerste jaren het gevoel dat je voor online content geen geld mocht vragen. Maar wereldwijd kwam ook het besef dat dat niet blijft lukken. Want ook het maken van die content kost geld natuurlijk en dat moet betaald worden.”

Ondertussen zijn we tien jaar na het afscheid van Eddy Brouckaert – met EBRO als initialen – en is de mediawereld nog in sneltempo veranderd. “Ik volg het uiteraard nog. Zelf lees ik bepaalde artikels, bijvoorbeeld een paginagroot interview, nog het liefst op papier. Maar ik zie ook aan de generaties na ons dat zij er anders naar toe kijken.”

Dankbaar voor mooi afscheid

Na 40 jaar voor dezelfde werkgever kreeg hij in december 2015 een mooi afscheid. “Ik ben daar dankbaar voor. Dank ook aan mijn echtgenote, die ervoor gezorgd heeft door zelf halftijds te gaan werken dat ik me helemaal kon smijten op mijn job. Aan mijn jaren bij Roularta heb ik nog altijd een enorm netwerk over gehouden. En nu ik er een decennium weg ben, voel ik dat velen me nog altijd zien als de man van de gazette.”

Naast de tijd die hij nu kan spenderen met gezin en familie zijn er nog heel wat extra engagementen. “Ik doe daar eigenlijk nog hetzelfde als wat ik vroeger deed: mensen samen brengen, hen motiveren om het beste van zichzelf te geven, soms met vallen en opstaan, maar altijd met het doel om er het beste van te maken.”

“Grote voldoening haalden wij de voorbije jaren uit onze gezinsdeelname aan de 100 km Kom op tegen Kanker”

Het lijstje van verenigingen waarvoor Eddy actief is, blijkt indrukwekkend.  “Ik ben voorzitter van de Koninklijke Gilde der Erepoorters, voorzitter van de schoolraad van het Klein Seminarie, lid van Koperen Passer en Probus Rodenbach waar ik twee jaar als voorzitter rondmaakte, ook lid van de Universiteit Derde Leeftijd en ik ben ook altijd volleybalsupporter gebleven. Ook bij Knack Volley Roeselare spring ik nog bij als ze me nodig hebben. We penden een boek over 60 jaar Knack Volley en met de Erepoorters hebben we ook drie boeken met elke keer 100 Roeselaarse figuren geschreven, telkens voelde je ook dat het netwerk dat ik aan mijn 40 jaar bij Roularta had overhouden, toch wel een stevige houvast was. De lokale expertise die ik had kan ik ook aanwenden om mensen te betrekken bij de verenigingen waarin ik actief ben.”

Genieten van verre reizen en familieweekendjes

Samen met zijn echtgenote reist Eddy Brouckaert ook graag. “Van Mexico tot Zuid-Afrika, we hebben heel wat mooie landen mogen ontdekken. Maar we hebben ook al bijna 40 jaar ons huisje in Westende waar we ook graag eens tot rust komen. En al onze reizen bundelen we in fotoboeken, dat is een opdracht voor in de winter. Daar kan ik mijn passie voor fotografie en lay-out in kwijt. We genieten ook van familieweekendjes en we trachten er waar nodig te zijn voor de kleinkinderen, die zijn nu tussen de 6 en 17 jaar.”

“Grote voldoening haalden wij de voorbije jaren uit onze gezinsdeelname aan de 100 km Kom op tegen Kanker waar teams van vier lopers samen 100 km lopen ten voordele van kankeronderzoek. Toen we als familie ook met kanker werden geconfronteerd kwam het idee van onze kinderen om aan die 100 km loop deel te nemen. Inmiddels hebben we met ons team ‘Ist nog verre’ zes keer met succes de eindmeet gehaald. Als ouders hebben we het initiatief van onze kinderen telkens mee georganiseerd en ondersteund. Het lopen was natuurlijk voor de jeugd. Op die manier brachten we 15.250 euro samen voor Kom op tegen kanker. Kleinzoon Sebbe( 17) maakt inmiddels deel uit van het loopteam.”

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise