Lauwenaar Patrick Depoortere (69) neemt na 50 jaar afscheid van de brandweer: “Eén grote familie met ongelooflijke kameraadschap”

In 1973 ging Patrick als 18-jarige jongeman bij de brandweer. © CB

Eind mei neemt brandweerman ‘Patje’ Depoortere (69) uit Lauwe met pijn in het hart afscheid van zijn collega’s. Liefst 50 jaar lang stond hij vrijwillig klaar om uit te rukken en voor anderen door het vuur te gaan. “Ik zal het missen, maar het is tijd om aan mijn gezondheid denken”, blikt Patje terug op een mooie carrière.

Patrick Depoortere woont in de Waterstraat op nauwelijks een paar honderd meter van de kazerne in de Rekkemstraat. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij bij een oproep altijd als een van de eersten in de kazerne aankwam. “Meteen alles laten vallen, op mijn fiets de berg omhoog sprinten naar de kazerne om dan uit te rijden met de eerste pompauto. Brandweerman, dat doe je met hart en ziel”, zegt hij.

In 1973 ging Patrick als 18-jarige jongeman bij de brandweer. Het was geen klassiek vader-op-zoonverhaal, want hij was de allereerste brandweerman in de familie. “De dag dat ik voor het eerst mijn kostuum aantrok, kon mijn vader zijn tranen niet bedwingen. Mijn outfit bestond uit een zwarte kurken brandweerhelm – later werd dat een witte – , een lederen vest, een toile broek en laarzen. In het arsenaal in de Schoolstraat lag toen nog een aarden vloer. Blusoefeningen hielden we bij brouwerij Demets. We marcheerden naar daar en blusten er brandende stapels met houten bierbakken.”

“Brandweerman zijn, dat doe je met hart en ziel” – Patje’ Depoortere

In 1993 verhuisde de Lauwse brandweerpost naar de kazerne in de Rekkemstraat. Eind vorige maand nam het korps samen met de brandweer van Marke zijn intrek in een gloednieuwe kazerne op Bramier. “Het deed pijn toen na 30 jaar de poorten in de Rekkemstraat definitief dichtgingen. Maar ik moet zeggen dat de verhuis naar Bramier een goeie beslissing was”, heeft Patrick alleen maar lovende woorden over de ruime en moderne nieuwe uitvalsbasis.

Kettingbotsing

“Ik ben als enige van mijn lichting overgebleven. Fysiek kan ik nog alles aan, ik doe nog alle proeven mee, ook de ‘kelder’. Maar ik moet aan mijn gezondheid denken en dus moet ik het wat rustiger aan doen. Maar ik weet nu al dat ik de brandweer zal missen. Ik heb er een prachtige tijd beleefd.”

“Toen ik door privéproblemen alles kwijt was, hebben de brandweer van Lauwe en de hulpverleningszone Fluvia me op alle vlakken enorm gesteund, ook financieel. Ik neem mijn hoed af voor voor wat ze toen voor mij gedaan hebben. Het is op zo’n momenten, wanneer je in de miserie zit, dat je beseft wat de brandweer betekent. We zijn één grote familie en er heerst een ongelooflijke kameraadschap. Ik kan jongeren alleen maar aanraden om brandweerman te worden.”

“Fysiek kan ik nog alles aan, ik doe nog alle proeven mee, ook de ‘kelder’”

“Ik heb van alles meegemaakt. Heel wat ongelukken, daar moet je wel mee kunnen omgaan. Vroeger waren er heel vaak branden in vlasbedrijven. Ik herinner me een grote brand in de spinnerij Geeraert. Een gebeurtenis die me sterk bijgebleven is, is de kettingbotsing van 2013 op de A19 in Beselare. We keerden net terug van een interventie voor een uitgebrande elektriciteitskast, toen een oproep binnenkwam om onmiddellijk naar de A19 te gaan. Toen we de plaats van het ongeval naderden, dook plots die verraderlijke muur van mist op.”

Uiterst rechts: Patrick Depoortere tijdens een oefening in 1976. Als grootste van het korps moest hij de houten ladders van het dak van de Desoto pompauto halen.
Uiterst rechts: Patrick Depoortere tijdens een oefening in 1976. Als grootste van het korps moest hij de houten ladders van het dak van de Desoto pompauto halen. © CB

“Als we uitrukten, was ik meestal chauffeur-pompist. Ik heb destijds nog met een Desoto pompauto gereden. De brandweerpomp stond vooraan, de bediening van die pomp was toen nog echt fysieke arbeid. Als grootste van het korps moest ik met mijn 1m96 ook de houten ladders en de brandslangen van het dak van de pompauto halen. Het verschil met nu is erg groot. Zeker sinds we deel uitmaken van Fluvia beschikken we over mooi en modern materiaal.”

Fotoarchief

“Ik was een beetje de loopjongen voor alles en nog wat, en reed rond met post voor de commandant. Ik vulde de kantine aan, zodat niemand iets tekort kwam. Ook zette ik alles klaar voor de maandelijkse kaarting van de erebrandweer (oud-brandweermannen, red.) en zorgde voor de koffie. Ik zal dat trouwens blijven doen in de Bramierkazerne. Ik heb ook een 8-tal jaar rondgereden met Flex: ik leverde materiaal zoals persluchtslangen en onderdelen aan diverse kazernes. Overal kenden ze mij en ik heb me daarmee echt geamuseerd.”

Nu hij eind deze maand met brandbluspensioen gaat, kan Patje gelukkig nog altijd grasduinen in zijn omvangrijk fotoarchief. “Tien dikke ordermappen met foto’s van de brandweer Lauwe heb ik liggen. Ooit stelde ik voor om ter gelegenheid van een opendeurdag een fototentoonstelling te organiseren. Dat betekende het begin van mijn collectie. Ik ging op pad om foto’s te verzamelen en maakte zelfs een fotoboek ‘125 jaar Brandweer Lauwe 1885-2010’.”

Tot zijn grote tevredenheid heeft één van Patricks twee zonen de brandweermicrobe geërfd. “Frederique is korporaal in Hooglede. Net zoals ik is hij niet te houden als zijn alarm afloopt. Ook mijn twee kleinkinderen zijn zot van de brandweer”, besluit hij.