Koekelaarse 80-jarigen hebben sterk sociaal netwerk
Niettegenstaande de coronacrisis de laatste twee jaar bij iedereen sporen heeft nagelaten, zijn de Koekelaarse 80-jarigen nog steeds kwiek, zelfstandig en bij de pinken. Dat blijkt uit de kwetsbaarheidsmeting die door vele vrijwilligers in opdracht van het Sociaal Huis in de periode 2020-2021 bij hen werd uitgevoerd.
Koekelare telt zo’n 110 nog kwieke 80-jarigen en daar gingen vrijwilligers – uitgezonderd in de coronaperiode waarin alles werd opgeschort – met hun verjaardag op bezoek. Helaas konden ze niet iedereen bezoeken en kwamen slechts 57 kwetsbaarheidsmetingen terug. Vandaar dat men binnen het Sociaal Huis dan ook heel voorzichtig met de cijfers omspringt.
Dicht bij centrum
Uit dat onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de 80-jarigen hulp krijgt aan huis, toch voldoende sociaal contact heeft en kwiek en zelfstandig is. “Hulpbehoevende 80-jarigen geven aan over een stevig (zorg en sociaal) netwerk te beschikken en zelden eenzaam is”, opent voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst Stijn Ramboer (Vooruit).
“Opvallend is dat heel wat ondervraagde senioren dicht bij het centrum van de gemeente woont (87%) en slechts 5% in De Mokker en 2% in Bovekerke. Het lijkt er dus sterk op dat senioren op 80-jarige leeftijd de beweging naar de voordelen van het centrum maken. Een cijfer dat ook met 16% gestegen is t.o.v. de resultaten van 2019.”
Meer vrouwen
De grootste groep zijn vrouwen met 53%. De mannen moeten ten opzichte van 2019 (toen 50%) inboeten en komen uit op 47%.
Wat de gezinssamenstelling betreft leren we uit de bevraging dat 30% alleenstaande is en 70% samenwonend is met partner of kinderen en kleinkinderen, wat gelijklopend is ten opzichte van 2020.
Mantelzorg
Slechts 9% geniet van een bepaalde vorm van mantelzorg: een daling van 11% in vergelijking met 2019. Hierbij moeten we vermelden dat een derde van de 80-jarigen alleen in eigen woning woont. Twee derde woont niet alleen en is vermoedelijk vrij goed omkaderd door een partner of diverse professionele diensten en/of familiale hulp.
Als er al een mantelzorger is, blijkt het in 25% van de gevallen om de partner te gaan en in 50% om de zoon of de dochter. Voor de overige 25% betreft het een buur. (EV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier