De ‘Blankenbergse kerstman’ Michel Vanparys en zijn vrouw Rita Braem verwachten ook dit jaar weer heel wat kaartjes, brieven en tekeningen van brave kindjes. Hun kersthuisje in de Nieuwpoortstraat, met versierde gevel en mooi wintertafereel in het raam, is al van ver te herkennen.
“Na Frans de trompetter, John de kaasboer en Freddy de vogelpikker, heeft dit jaar onze overbuur Julien zijn plekje in het wintertafereel verdiend”, knipoogt Michel. “Omdat we op Julien altijd kunnen rekenen: hij is een van de vaste elfjes op onze kerstdrink.” Wie goed kijkt, ziet ook een figuurtje dat een knieval doet. “Da’s onze schoonzoon die de dochter ten huwelijk vraagt.” Tot slot prijken er ook vier windmolens in zijn wintertafereel. “Een link naar de Blankenbergse actualiteit”, klinkt het.
Santa’s post office
De buren kijken er altijd weer naar uit: wie zou dit jaar centraal staan? “Ik heb Julien afgebeeld bij zijn caravannetje in de Ardennen, waar hij zo graag vertoeft”, glimlacht Michel. Terwijl hij de pakjesfabriek in goede banen leidt, staat Rita opnieuw in voor ‘Santa’s post office’. Vorig jaar had ze zich daar een beetje aan mispakt. “Ik heb toen vrijaf moeten nemen om al die tientallen brieven, tekeningen en kaartjes persoonlijk te kunnen beantwoorden. Want die kwamen niet alleen uit Blankenberge maar ook uit De Haan, Bredene en Zeebrugge”, klinkt het.
En wat met die peperdure energiefactuur? Da’s voor de kerstman tenslotte geen uitzondering. “Ik heb de timer aangepast: de verlichting springt nu ’s morgens en ’s avonds pas een uurtje later aan. Maar ik investeerde ook in nieuwe ledlampjes. Die zijn een stuk zuiniger”, zegt Michel. “Nu, elke hobby kost geld natuurlijk, en in die donkere weken voor kerst is wat extra gezelligheid in het straatbeeld welkom. Ik doe dan zelf ook eens de toer met de fiets.”
Fonkelende oogjes
De baard van de kerstman groeit al sinds Uitkerke Kermis. “Eerlijk? Ik heb mij al afgevraagd of ik hier ooit nog onderuit kom”, grijnst Michel. Want de kindjes rekenen op de kerstman. “Maar als ik ’s avonds in mijn zetel zit en buiten de kindjes hoor joelen, maakt dat me blij. Die fonkelende oogjes, daar doe ik het voor.” (WK)