Katrien Vermeire tussen angst en ambitie: “Ik kan er niets aan doen, ik leef te graag”

“Ik ga geen rust hebben tot er continuïteit in mijn werk zit, vrees ik.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik ga geen rust hebben tot er continuïteit in mijn werk zit, vrees ik.” (foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Haar man moest vechten voor zijn leven na corona. Katrien Vermeire vocht mee. Voor hun bedrijf John & Jane uit Ruiselede, maar ook voor de eventsector die ook rake klappen kreeg. Dat deed ze samen met anderen onder de naam #SoundofSilence. Een verhaal van ongezien verdriet en vechtlust. “Ze noemen mij wel eens de Jeanne d’Arc van de eventsector. Ik hoop alleen dat ik niet op de brandstapel beland.”

“Eerlijk? Ik had voor corona nooit durven denken dat ik een interview zou geven voor de krant. Dat was het verste van mijn gedachten zelfs.” Ze zwijgt even. “En nu zitten we hier. Heel vreemd. Ja, echt wel”, glimlacht Katrien. Voor corona ging alle aandacht namelijk naar hun bloeiend audiovisueel productiebedrijf, haar gezond gezin en de toekomstplannen die ze uittekende. Het was evenmin het verste van haar gedachten dat vorig jaar alles op een maand tijd op losse schroeven zou komen te staan. Haar werk en haar leven. En al zeker niet dat ze woordvoerder zou worden voor de noodlijdende eventsector waarin ze is tewerkgesteld met John & Jane, dat audiovisuele producties voorziet voor evenementen.

Er schuilt een trauma in Katrien. Eentje waar ze openlijk over spreekt, maar dat nog altijd verdriet met zich meebrengt. Over haar echtgenoot, die zo geveld was door corona dat er op een gegeven moment een telefoon kwam vanuit het ziekenhuis dat ze zich op het ergste moest voorbereiden. Voor haar bedrijf, dat in maart 2020 opeens een vol magazijn en een schrikwekkend lege agenda had. Voor haar sector, die klappen kreeg vanuit elke hoek. Stevige klappen.

Soms een rake rechtse, dan weer een laffe stoot in de onderbuik, gevolgd door een uppercut. Haar strijd, en die van veel collega’s, kreeg de naam #SoundofSilence. De stilte na elke slag was ook oorverdovend, zeker vanuit politieke hoek. Maar Katrien wist: er komt nog een ronde, en daarna nog één. No way dat ze knock-out het speelveld zou verlaten. Sinds kort staat er een nieuwe datum op de volgende ronde, waarbij de kansen lijken te keren. Een ronde die evenzeer bloed, zweet en tranen zal kosten. Om recht te staan, om te zien hoe gehavend ze hier uitkomt. Maar dat ze wil winnen, daar twijfelt niemand meer aan. Katrien al evenmin. Al ga je haar niet betrappen op grootspraak als het over perspectief gaat. “Want ik ben er niet gerust in, nee.”

Waarom precies?

“Als er iets misloopt, vallen wij weer uit de boot. Na 14 maanden vechten, ben ik op mijn hoede. Zeker als je ziet hoe de politiek alles met één vingerknip weer kan veranderen. Er is nu een communicatie gebeurd naar de heropening toe van zowat elke sector, maar niemand weet waar we écht aan toe zijn. Als je kijkt naar bepaalde zaken… (zucht) Soms kan je het niet verzinnen. Een cateraar voor een tuinfeestje, aan het raam zitten op de trein naar de kust… Dat je zoiets niet alleen uitspreekt, maar ook verdedigt, kan ik moeilijk begrijpen. Alsof politici wereldvreemd zijn. Maar pas op, ik ken ook veel mensen in de politiek die keihard werken en goeie zaken realiseren. Ik heb vanuit politieke hoek, over alle partijen heen, verschillende steunberichten gekregen de afgelopen maanden. Dat deed deugd.”

Het was een vreemde gewaarwording: na een wekenlange avondklok kondigt Chokri Mahassine plots aan dat er straks een ‘normale’ Pukkelpop kan plaatsvinden.

“Ik wens het Chokri toe, maar ik hoop dat het niet ten koste is van de rest van de sector. Dat wij straks niet de prijs gaan betalen dit najaar. Festivals zijn maar een heel klein percentage van de eventsector. Ze vallen op tijdens zo’n overlegcomité, maar daarnaast zijn er nog duizenden bedrijven die ook keihard afzien. Maar hoop doet leven.”

De zomer ziet er evenwel goed uit, maar hoe zie je het najaar?

“Er is veel goesting, echt héél veel goesting om te beginnen. Ik denk dat we meer events kunnen verwachten. Waar bedrijven vroeger één event deden in pakweg Barcelona voor klanten uit België of Frankrijk, zullen ze er nu eentje tegelijk in Brussel, Parijs en Barcelona organiseren. Iets kleinschaliger misschien, maar er wordt ook keihard ingezet op beleving. Uit een studie van Harvard blijkt dat 78 procent van de millennials iets koopt op het moment dat ze iets beleefd hebben. Mensen willen die Coca Cola-truck niet meer op hun tv zien, ze willen die in hun dorp of stad zien passeren. Ik geloof dat we zeker in 2022 een uitzonderlijk jaar tegemoet gaan.”

Geen schrik dat bedrijven op de rem gaan staan?

“Er zijn ook veel bedrijven die het goed hebben gedaan. En veel bedrijven willen hun teams en mensen opnieuw samenbrengen. En dat kan met beleving. Iedereen heeft het toch gehad met online? Ik wil mensen zien. Een pint drinken. Het leven vieren. Uiteraard zal er een hele disruptie zijn en zullen veel bedrijven naar grotere consolidaties of fusies gaan. Er zijn ook veel private investeerders die geld willen uitgeven. Als het boomt, willen ze mee zijn. Ik geloof er echt in, ja.”

Katrien Vermeire: “Ik doe mijn werk als een goeie huismoeder. Ik verwacht van politici hetzelfde.” (foto Christophe De Muynck)
Katrien Vermeire: “Ik doe mijn werk als een goeie huismoeder. Ik verwacht van politici hetzelfde.” (foto Christophe De Muynck)

Is dat geloof er altijd geweest?

“Nee. In augustus zat ik nog vol vuur en dacht ik: we gaan ervoor. Maar toen kwam het najaar. Ik heb echt het onderste uit de kan proberen te halen. Nu begin ik door te hebben dat het ook emotioneel een heel zwaar jaar was. Maar op een gegeven moment ga je in een survivalmodus.”

Ben je al uit die modus?

“Nee. Zolang ik geen continuïteit heb in mijn werk, zal dat ook niet zo zijn. Vorige september dachten we ook dat we vertrokken waren, maar toen viel alles weer stil. Dan krijg je te horen dat de banken niet meer in je geloven. En zie je rond je hoe collega’s het hard hebben. (denkt na) Dit beroep is passie. Pure passie. En dat wordt met één vingerknip stopgezet. Nu doen wij kleinere events, maar vanaf september zijn we echt vertrokken. Dat betekent evenwel dat ik niet voor eind september een factuur kan sturen en dat die in het beste geval eind oktober betaald wordt. Maar tot dan blijven onze kosten doorlopen. Bovendien moeten wij nu nog extra investeren in mensen door die aan te nemen en op te leiden. (op dreef) Ik heb hier elke dag gezeten, elke dag gewerkt. Voor ons bedrijf en voor de sector, om het verschil te kunnen maken. Ook toen mijn man in het ziekenhuis lag, soms tegen beter weten in. Dit is geen verloren jaar. Nooit. En al wat we verloren hebben, dat gaan we ophalen. Ik ga er dag en nacht voor werken. Want wat is het alternatief? Nee, ik ben nog niet moegestreden. Integendeel.”

Geen schrik om een mentale klop te krijgen?

“Ik heb een klop gekregen toen een mooi project in Antwerpen, vorig jaar in juli, werd afgezegd door de slechte cijfers. We namen een time-out en toen ik ergens in een zwembad lag, kwam dat idee voor #SoundofSilence bovendrijven. Nu ga ik mijn rug rechten, zei ik tegen mezelf. Ik ga roepen, tieren en werken. Daar ben ik nog niet mee gestopt. En het is geen taboe om te zeggen dat ik me psychologisch laat begeleiden. Het kan de oorzaak niet wegnemen, maar het reikt wel handvaten aan. Want het moeilijkste moet nog komen. Het geld is op, de banken geloven er niet meer in en straks vallen de steunmaatregelen weer weg. En als de burgemeesters straks opnieuw elk apart mogen beslissen wat wel of niet kan in hun gemeente, zijn we even ver van huis als vorig jaar. Dan blijven we bezig.”

Dan waren de beelden bij je nonkel (burgemeester Bart Tommelein, red.) vorige zomer een slag in het gezicht, kan ik mij inbeelden.

“Hallucinant was dat. Onlangs merkte iemand op dat veel mensen het niet voelen. Ik heb het wél gevoeld, privé en professioneel. We zijn ook niet hét grote bedrijf. Nee. Het begon met een droom van een kleine jongen (haar man Nico Lameire, red.) die gefascineerd was door licht en geluid en er zijn beroep van wilde maken. Dat ventje dat zot werd verklaard door zijn mama en papa, en zijn oma die dacht dat hij in de fanfare ging. Die droom werd een bedrijf. Dat bedrijf werd een onderneming. Dat is een lévenswerk. Ik kan er echt kwaad van worden hoe makkelijk dat wordt weggewuifd. Mijn broer baat in Nieuwpoort de brasserie Seastar uit, waar hij net voor de tweede lockdown een overkapping van 50.000 euro had gezet. Doe het maar, hé. Ik ken zoveel mensen uit de reissector. Die verhalen zijn schrijnend. Net daarom kan ik soms kwaad worden op politici. Ik doe mijn werk als een goeie huismoeder, maar ik verwacht van hen ook hetzelfde. Wij hebben geen boodschap aan politici die willen scoren. Kijk maar naar die testevents. Wat wordt er getest? Wat gaan we daaruit leren? Waar zit het wetenschappelijk kader? Waarom hebben we dan geen testterrassen georganiseerd, of waren er geen testwinkels? Absurd, toch? Soms mis ik hier dat typisch Frans staatsmanschap, duidelijk afgelijnd en eerlijk.”

“Ik heb het geluk dat ik fantastisch wordt omringd.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik heb het geluk dat ik fantastisch wordt omringd.” (foto Christophe De Muynck)

Zijn er ook positieve zaken die je uit het afgelopen jaar haalt?

“Ja. Ik heb immens veel nieuwe mensen leren kennen, veel once in a lifetime opportunities meegemaakt. En ik heb de kracht van het gezin teruggevonden. Teruggaan naar de basis en zien wat je gelukkig maakt in het leven. Dat zijn niet meer die bomvolle weekends. Nee, dat is aan tafel zitten en filosoferen. Genieten van een glas rode wijn, zien hoe je kind verwonderd kijkt naar het leven.”

Zat er eigenlijk altijd al een ondernemer in jou?

“Ik heb sociaal werk gestudeerd, maar in het werkveld was dat mijn ding niet. Vijf jaar lang heb ik les gegeven in het VTI van Oostende en dat was de mooiste job van mijn leven. Maar het beperkte mij in mijn ambitie. Het plan was om in de zaak van mijn ouders te stappen, en ik schoolde mij op fiscaal vlak bij. Toen leerde ik Nico kennen. Dat waakvlammetje in mij werd een brandend vuur. De eventsector is een fantastische sector, als een familie.”

“Dat gevoel als ze bellen dat je man het waarschijnlijk niet haalt, dat kan je niet uitleggen”

Katrien heeft al een paar keer haar tranen weggeslikt, maar voelt ze opnieuw opwellen wanneer haar man ter sprake komt. Zijn leven hing aan een zijden draadje door corona. “Ik kon hem zien vanop de parking van het ziekenhuis. Als ik belde, hielpen ze hem recht en kon hij even zwaaien. Dat was mijn gelukske van de dag. Maar op het moment dat de dokter belde om te zeggen dat de kans heel groot was dat hij niet meer zou terugkomen…”

Dan stort je wereld in, denk ik.

“Dat is heel raar. Je kan dat moeilijk uitleggen. Hij haalt het waarschijnlijk niet. Maar jij bent sterk. En je moet je sterk houden , klonk het aan de telefoon. Ik heb mijn zoontje in de buggy gestopt en ben gaan wandelen. Gewoon wandelen. Zonder nadenken. Je mocht geen essentiële verplaatsingen doen, dus kon ik niet naar mijn familie in Oostende. Toen ik thuiskwam, had ik 21 kilometer gewandeld. In maart, toen het een jaar geleden was, heb ik keihard gebleit . Toen kwam het pas echt binnen. Tot dan wilde ik het niet zien. Je ontvlucht het. Je gaat een spandoek hangen, je laat een groot licht schijnen vanop het bedrijf elke avond als een soort baken van hoop… Alsof er brokstukken in het rond vliegen en je maar één ding kan doen, en dat is ze ontwijken. Ik denk dat het pas later zal doordringen, als ik er niet meer zo dicht op zit.” (denkt na)

Op een gegeven moment moesten ze Nico reanimeren, omdat zijn saturatie helemaal was gezakt. Dat is verschrikkelijk. Casper was nog geen drie jaar en besefte het heel goed. Doorgaans is hij een goeie slaper, maar elke nacht stond hij om twee uur aan mijn bed. Waar is mijn papa nu? Dan besef je: twee weekends daarvoor waren we nog in Londen, een maand eerder hadden we zo’n bloeiend bedrijf… (vecht tegen de tranen) Ik heb al een paar open brieven geschreven, maar dát wil ik eens aan bepaalde ministers uitleggen. Dat gevoel. Je kan dat niet uitleggen hoe het voelt als dat gebeurt, hoe je hoopt dat je man het nog redt, dat er nog geld genoeg over is om zijn zaak, zijn levensdroom te redden. Om dan een berichtje te krijgen van een kabinet dat weal genoeg steun gekregen hebben .”

Hoe is het met hem vandaag?

“Sinds april is hij volledig genezen verklaard. Tot december moest hij nog twee keer per week revalideren. Dat thuiskomen was misschien nog het heftigste. Ik had geen idee wat ik moest doen. Mijn respect voor de mensen uit de zorg is eindeloos. Mijn zus heeft een diploma als verpleegster, maar werkt voor een bedrijf dat de software voor ziekenhuizen verzorgt. Zij is op een covid-afdeling gaan werken in het UZ in Antwerpen, naast haar fulltime job. Dat typeert weer dat engagement en die gedrevenheid binnen onze familie. Ik zou heel graag hebben dat er naast het applaus voor de zorg, ook nog een applaus komt voor de mensen die veel moesten opgeven. En dat zijn heel wat mensen.”

Heb je niet gedacht op een gegeven moment: ik geef het bedrijf op?

“Nee. Ik kon het niet maken tegenover mijn man. We hebben gekozen voor elkaar. En toen ik koos voor hem, koos ik ook voor dit bedrijf. Ik heb altijd beloofd dat als er iets met hem zou gebeuren, dat ik zijn levenswerk zou verder zetten. Nooit gedacht dat die belofte opeens realiteit dreigde te worden. Soms voelde ik me zo’n circusartiest die verschillende bordjes in de lucht moet houden. Zo voel ik me nog altijd eigenlijk.”

En toch slaag je er wonderwel in.

“Omdat ik het geluk heb dat ik fantastisch omringd word. Door geweldige mensen in het bedrijf, die ook een familie vormen, naast mijn eigen familie die mij enorm ondersteunde. Of mensen die zeggen: we zijn preus op je. (slikt) Dat helpt. Ze noemen mij wel eens de Jeanne d’Arc van de eventsector. Ik hoop alleen dat ik niet op de brandstapel beland.” (lacht)

Zijn er nu zaken die je anders gaat aanpakken na deze crisis?

“Ik denk dat ik nu veel mooie woorden zou kunnen gebruiken, maar de realiteit is dat we hier volgend jaar opnieuw zullen zitten en dat ik zal moeten toegeven dat ik weer in alle valkuilen ben getrapt. Dat mijn weekends weer stampvol zitten. Maar ik leef te graag. Ik kan daar niets aan doen. We genieten graag, we zijn ambitieus. Weet je, op mijn achttiende zat ik een jaar in Costa Rica en dacht ik ook alles anders te doen eenmaal ik terugkeerde. Maar na drie maanden was dat gevoel weg. Je bent wie je bent. De scherpe kantjes kan je er wat van afvijlen, maar in essentie blijf je dezelfde. Ik heb zoveel goesting. In alles. En soms moet je daarvoor op tafel kloppen, ja. Maar wat je vooral moet doen is leven.”


(Katrien zwijgt even, en glimlacht)

“Leef. Ja. Lééf. Er is echt niks mooiers dan dat.”