“José is ook een punker, alleen weet hij het niet”: rond de kerstboom met Marino Punk en schoonvader José De Cauwer
Kerst! Warme familiedagen! Ook bij wielercommentator José De Cauwer (74) die zijn drie dochters en hun man en kinderen, allemaal uit West-Vlaanderen, in Sint-Niklaas ontvangt rond de feestdis. De bende van de De Cauwers, ook al leven zijn oudste dochter Debbie (50) en haar man Marino (57) – in West-Vlaanderen wereldberoemd als Marino Punk – in een wereld die niet meer kan verschillen dan de zijne. Het heeft even geduurd voor De Cauwer zich kon neerleggen bij het accordeonkoppel Punk… “Ik wíst dat pa in alle staten zou zijn.” Maar zie hoe ze elkaar al lang hebben omarmd.
Debbie zei eerder al dat José evengoed een anarchist is als zij, “alleen weet hij het niet.” En Geert Vandenbon, met De Cauwer op tour met een voorstelling rond het boek De Tien Geboden van José De Cauwer, waarschuwde me: “Vergis je niet, José is evengoed een punk. Gisteravond weer de laatste weg uit de cafetaria.”
José: (gespeeld verontwaardigd) “Debbie is minstens even erg! En om te blijven hangen, moet je toch geen punker zijn?”
Marino: “Hij is in elk geval bijna een even grote vrijheidsstrijder als ik. Volgt nog bijna minder de wetjes dan ik.”
José: “Ho maar, gij volgt gewoon úw wetjes! De wetten van de punkers!”
Marino: “Niet helemaal waar, onder punks zijn er geen wetten. Iedereen is vrij te doen en te laten wat hij wil. Ik doe gewoon míjn ding.”
Debbie: “Dat typeert toch een anarchist? Iemand die geen wetten nodig heeft, die zelf wel weet wat goed is en wat niet. Zoals mijn pa ook laatst.” (knipoogt)
Marino: “Voor mij is het simpel: ik wil de mensen blij en gelukkig maken. Dát is mijn grote passie.”
José: “Ons hele verhaal is te herleiden tot passie. Zijn passie voor accordeon en punk, ik voor koers. Al de rest maakt ons eigenlijk niet veel uit. Allez, ik leef wel meer in de wereld, ben met meer dingen bezig dan jij.”
Debbie: “Marino is ongelooflijk bezig met zijn accordeon. En werkt hard, eind oktober zaten we alweer aan 164 optredens… Ik regel de boekingen, alle afspraken, mail, telefoneer… ”
Marino: “De meeste optredens zijn in Vlaanderen, in rustoorden, op markten, braderijen, buurtfeesten, recepties. Ik speel voor alle leeftijden en voor alle lagen van de bevolking, soms twee of drie optredens per dag.”
José: (lachend) “Hij mag ook altijd teruggaan naar die rustoorden. Wegens Nieuwe Bewoners! Nieuwe Meisjes!” (schatert)
Marino: “En als ik niet moet optreden oefen ik, een uur of zes per dag. Soms speel ik nog even als ik thuiskom na twee of drie optredens. En als we op reis gaan met de tent gaat de accordeon ook mee, ik moét elke dag oefenen. Al moet het soms heel stillekes. Ik hoop dat ik net zoals José nu als wielercommentator op mijn 74ste ook nog even fanatiek kan zijn.”
José: “Mijn contract bij Sporza loopt tot eind 2024, dan zien we wel. Voor mij moét het dan niet meer, heb ik tijd voor andere dingen. Voor kinderen en kleinkinderen, misschien dat ook. (nadenkend) Maar kan dat nog? Ook als vader was ik al-tijd weg. Ik ben bijvoorbeeld blij dat hun oudste zoon Mirko een camionet in elkaar aan het steken is om de wereld mee in te trekken. Die zin voor avontuur zit er toch in. Hij doet ook gewoon zíjn ding. Ik heb een hekel aan mensen die er de kantjes aflopen.”
Marino:“Ik heb vroeger nog ‘normaal’ gewerkt: in de fabriek, dan boorputten steken en dan in jeugdcentrum Ten Goudberge in Wevelgem als onderhoudsarbeider… Maar nu kunnen we leven van de muziek. Ook omdat we maar heel weinig nodig hebben: geen dure gsm, kleren, restaurants… Maar een punker met een accordeon, het is niet courant, neen. Al ben ik geboren met een accordeon, mijn vader zat naast mijn wieg te spelen. Mijn nonkels, nicht en neef speelden ook accordeon, familiefeestjes waren altijd heel gezellig. Én ik heb altijd tussen de punks gezeten, vooral in Kortrijk en Antwerpen… Al waren we op school in de RITO in Menen maar met een paar punkers, daar zaten vooral hardrockers, waar ik goed mee overeenkwam. Maar ik ben nogal eigenzinnig, koppig en hard voor mezelf. Als ik zeg: en nu drink ik geen koffie meer, drink ik geen druppel koffie meer! Ik ben dus altijd een punker gebleven. Met misschien het grootste verschil tussen José en ik: hij zit meer overal tussen, in de sportwereld, tussen de politiekers… Die zie ik soms ook wel op mijn optredens maar ik blijf niet plakken gelijk José, hé. (lacht) Liever snel terug naar Menen!”
José: “Ik las deze week nog in de krant twee dingen over Menen: je woont er het goedkoopst en Menenaars zijn de meest tevreden inwoners van het land.”
Marino (juichend): “We zijn misschien bekend als de meest marginale stad van het land, maar wij wonen er heel graag. Wij wonen midden tussen de Vlamingen, Walen, Fransen, Marokkanen, Afrikanen, Tsjetsjenen, Russen… maar we hadden nog met niemand problemen. Au contraire. Ook in de fitness zitten alle nationaliteiten door elkaar, maar iedereen is supervriendelijk.”
José: “Ik kom eigenlijk maar zelden in Menen. Maar ik kom ook weinig in Knokke, in heel West-Vlaanderen. Al wonen mijn twee andere dochters daar ook met hun gezin (Giana (34), schoonheidssalon Face Fitness in Westkapelle en Nanouk (38), social media manager bij Social Push in Brugge Dudzele, red.)”
Debbie: “Opa heeft het druk …! (grinnikt) Opa is geen standaard-opa, hé.”
José: (lachend) “Jullie verhaal was toch een voortzetting van het mijne? Ik dacht dat Debbie op kot zat in Gent maar ze woonde intussen bij Marino in Menen. Ik dacht nochtans dat ze in het oog werd gehouden door een overbuur, Julien De Vriese, een mecanicien van mijn wielerploeg! Een beetje dom, Julien zat evenveel in het buitenland als ik. ”
Debbie: “En hij kon niets zien, ik hield altijd mijn gordijnen dicht! (lacht) Ik studeerde er in Sint-Lucas maar ik nam het er nogal van… Thuis was ik altijd heel streng opgevoed, papa belde zelfs uit het buitenland om te controleren of ik om middernacht thuis was. En op een avondje met mijn kotvriendin in Wevelgem in 1992, leerde ik op een New Wave-fuif op Halloween Marino kennen. En een paar maanden later ben ik bij hem ingetrokken in Menen. Maar dat durfde ik dus lang thuis niet zeggen. Niet zozeer omdat ik gestopt was op school, maar omdat ik samen was met een punker.”
“Ik durfde lang niet vertellen dat ik samen was met Marino. Bang voor papa’s reactie” – Debbie De Cauwer
Marino: “Als ik bij haar op kot was en José was op komst, klonk het, wenend van schrik OOH NEE…! Mijn vader is daar…!”
José: “We spreken dus wel van 31 jaar terug, hé. Voor mij hing aan het hele punkgebeuren vooral agressie. De perceptie hé: motorbendes en zo.”
Marino: “Terwijl de meeste motards én punks heel zachtaardig zijn.’
José: “Nu weet ik welk een zachte mens Marino is. En zou ik zonder een seconde te twijfelen met hem in de VIP-tent van de Ronde van Vlaanderen gaan zitten. Ik had er meer problemen mee gehad indien hij in de bak zou hebben gezeten voor drugs of zo.”
Debbie: “Ik wíst dat het zou goedkomen, eenmaal ze elkaar zouden ontmoeten. Tot ik besefte dat ik het toch een keer moést zeggen. En ik met de trein en een fotootje van Marino naar Sint-Niklaas trok. Ik had een fotootje gekozen met zijn accordeon op het podium, dat zou misschien toch wat respect opleveren. Maar ik had ook in mijn bottines mijn Go Pass van de trein verstopt, om eventueel te kunnen ontsnappen naar het station als pa mij niet meer zou laten terugkeren. Hij wás ook wel in alle staten, maar ik hield vol: we zien elkaar graag, wat heb jij daarover te beslissen?”
Marino: “José was helemaal tegengesteld aan mijn vader. Een militair nochtans. Alleen in het begin, de jaren tachtig, hé, heeft hij het wat moeilijk gehad met mijn uiterlijk. Omdat de buren mij scheef zouden bekijken. Maar hij zag ook dat er geen kwaad inzat en liet mij doen. Mijn moeder vond het tof als mijn vrienden afkwamen, ze kleurde zelfs mijn haar.”
José: “Terwijl men hier dacht: wat een miserie voor José!” (schatert)
Debbie: “Het heeft toch een tijdje geduurd voor het bij ons goedkwam. Ik kwam nog wel eens thuis, ik miste mijn zusjes. Maar kwam wel meer bij mijn grootouders, die er totaal geen problemen van maakten. Maar het is allemaal goed gekomen. Op het communiefeest van mijn jongste zus Giana, toen Marino zijn accordeon bovenhaalde en met zijn muziek iedereen blij maakte en aan het dansen kreeg. Toen stelde pa vast: eigenlijk is dat allemaal toch niet zó erg.”
Marino: “Hij besefte dat andere mensen mij wél konden aanvaarden…”
José: “Ons Paula, mijn zus, zei: allez, Marino, speel ne keer! En mijn moeder begon te wenen: ooh zo schoon! En mijn andere zus ging rond met een pet, Marino ging nog naar huis met een hele zak geld ook! (schatert) Maar het keerpunt was er toch veel eerder al? Bij een zoveelste discussie, toen Debbie zei: Gij hebt ook al heel uw leven uw goesting gedaan!”
Debbie: “Ook altijd rebels geweest!”
José: “Waar ik dus niets kon tegenin brengen. En er mij bij neerlegde. Al bleef nog even de ontgoocheling: Debbie zal niet bereiken in het leven waar ik had op gehoopt. Al had dat misschien ook te maken dat we vroeg haar moeder hebben verloren (De Cauwers eerste vrouw stierf al op haar 31ste aan lymfeklierkanker, oudste dochter Debbie was toen nog maar 10 jaar, red.). Ik ben altijd een streber geweest: eerst als profrenner, maar toen bleek dat ik daarin geen top zou halen, werd ik liever een topknecht, voor Hennie Kuiper. En daarna haalde ik de top als ploegleider (zijn hoogtepunt was de winst in de Tour van 1989 met ADR en kopman LeMond, red.). Alleen waren mijn passie voor de koers en voor winnen zo groot dat het mij financieel genekt heeft (ADR bleek een luchtkasteel en in zijn ambities bleef De Cauwer maar zelf alle facturen betalen, dat kostte hem uiteindelijk zo’n 400.000 euro, red.). Maar ik heb nooit geklaagd en er mij uit gewerkt.”
Debbie: “Papa had wel altijd moeite om zijn emoties te tonen. Toen ik in 2016 borstkanker kreeg, heb ik het hem juist daarom laten weten met een sms’je. Al bleitend, dat wel. Omdat ik wíst dat hij niet zou weten hoe hij daarop moet reageren.”
José: “Ik ben daarin nauwelijks veranderd. Maar het heeft een reden: ik vind dat men nu veel te weinig overweg kan met problemen. Dan klinkt: waarom ik? Tja… Het. Is. Er, hé! Ik heb het dan niet over kanker maar over zelfs maar een banaal auto-ongelukje. Komaan hé, zet je toch even in? Maar dat mag je ook niet meer zeggen, zeker? En toch kan ik heel emotioneel zijn. Ik kan met tranen zitten kijken naar de koers, wetende wat de ouders van de coureur die wint er allemaal voor hebben gedaan. Ik kreeg drie dochters en geen van mijn kleinzoons (bij Debbie en Marino Mirko (24),Igor (23) en Otto (19), naast kleindochter Romy (21), red.) heeft belangstelling voor koers.”
Debbie: “Al zetten we al eens de televisie op: “Hoor… opa!”
Marino: “En dan luisteren ze even, niet zeer geïnteresseerd in wat hun bekende opa vertelt. Ze zijn niet zeer prestigieus aangelegd. Mij zegt wielrennen ook niets. Voetbal ook niet trouwens.”
“Nu zou ik zonder een seconde te twijfelen met Marino in de VIP-tent van de Ronde van Vlaanderen gaan zitten” – José De Cauwer
Debbie: “Ik ben de soccer mama thuis, voetbal is toch een passie voor Otto. Ze zijn best trots op hun opa, de wielercommentator, maar nog iets meer op hun papa. Het zijn nochtans geen punks, al zijn ze zeer open minded, ze hebben er nooit iets van gemaakt hoe hun vader en moeder er bij liepen. Alleen Romy is een béétje de alternatieve kant op gegaan.”
Marino:“Ze hebben ons nooit anders gekend, ik stond al van de eerste schooldag zo aan de schoolpoort. Dat hebben ze van mij: wat de mensen denken, laat hen koud. Toen ik in de fabriek werkte, zei de baas dat ik mijn haar normaal moest doen, mijn oorringen moest uitdoen en mijn tatoeages wegstoppen. In mijn volgende jobs mocht ik mezelf blijven en werkte ik met veel meer plezier.”
José: “Otto voetbalt aardig, geloof ik. Maar hij heeft toch niet de ambitie om profvoetballer te worden, denk ik. Ik ben zelfs blij dat de kleinkinderen geen topcoureur willen worden. Ik was zo’n jaar of 25 geleden op een jongerenkoers waar Axel Merckx knap vierde werd, iedereen content. Tot de vader van de winnaar naar Eddy schreeuwde Hie sie, dik op uw kl*** hé… Ik kookte: gij pipo, wat gij durft zeggen tegen Eddy Merckx! Dan sta je niet te springen dat één van je kleinkinderen coureur zou worden. En bovendien leg je misschien als ouder of grootouder ook snel de lat te hoog. Neen, dan beter zo… Of ik uitkijk naar het kerstfeest, met alle kinderen samen? Vollen bak, ja! Kerstavond is het alleen wij en de kinderen en kleinkinderen, op nieuwjaardag komen daar ook nog eens de hele aanhang van mijn overleden zussen bij… En Marino en Debbie in hun beste punkkostuum, met een rode en groene kam? Wat kan het mij schelen welke kleur hun haar heeft?”
Theatertour ‘De Tien Geboden van José De Cauwer’ hervat in 2024 op donderdag 11 januari in Zonnebeke en later in West-Vlaanderen nog in Middelkerke, Wevelgem, Menen en Lichtervelde.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier