Johan Platteeuw uit Roeselare droomt van optreden met een ukelele in de metro

© STEFAAN BEEL
Peter Soete

Middenstander in hart en nieren en derde generatie schoenverkoper. Maar Johan Platteeuw is evengoed begeesterd door kunst en heeft zelf al enkele keren voor volle zalen gezongen. Op muzikaal vlak heeft hij nog twee dromen: optreden in Carré Amsterdam en in de metro als straatmuzikant met een ukelele.

Johan Platteeuw wilde graag afspreken in het vernieuwde ARhus-café voor dit interview. “Ik ben al te veel gefotografeerd tussen de schoenen. Ook voor het boek Honderd Herkenbare Roeselarenaars heb ik tegen de fotograaf gezegd dat ik niet in de schoenwinkel wilde gefotografeerd worden. De setting werd uiteindelijk het podium van De Spil. Dat was beter, net als hier in ARhus.”

Johan heeft een ‘hongertje’ en bestelt voor zichzelf een javanais-taartje en een koffie en trakteert ons op een huisgemaakte koude thee en een stukje broodpudding. “Toch lekker? En opnieuw een ongelooflijke plek in het hart van de stad. Hier in het vernieuwde ARhuscafé is een wisselwerking tussen jongeren en senioren die je op niet veel plaatsen ziet. En cultuur is het bindmiddel.”

Zegt de man die tijdens het weekend van Gent naar Brussel rijdt om zelf te zingen of om een optreden of theaterstuk bij te wonen of te plannen.

Johan Platteeuw: “Oh, maar in Roeselare is er zeker een even mooi cultureel aanbod. En ik ben al van jongs af geïnteresseerd in cultuur. Als kind wilde ik niets liever doen dan zingen.”

Toch kwam je al op jonge leeftijd in de schoenbranche?

“Ik was geen echte student en in die tijd was het snel beslist wat je moest doen als school niet echt je ding was. Dus kwam ik op vijftienjarige leeftijd al in de familiezaak en leerde ik de stiel aan mijn vader Etienne.”

Die toch wel de knepen van het vak kende?

“Maar ja natuurlijk. Zijn vader verkocht trouwens ook al schoenen. Zij hadden een schoenwinkel-café in de Zuidstraat. In feite had mijn grootvader de allereerste belevingswinkel van de stad! (lacht)”

“Mijn vader was ook de man van de spreuken in de winkel: ‘Schoenen Etienne, alles voor de werkman’ of ‘Alles in caoutchouc’. Die laatste spreuk was wel niet zo fijn wanneer je toen een paar dure schoenen van 2.000 frank (50 euro, red.) verkocht en de mensen dan altijd een beetje ongerust vroegen of die die schoenen ook in caoutchouc waren.”

Na verloop van tijd nam je de zaak over?

“En bij de overname heb ik heel veel schoenen weggedaan. Mijn pa had de gewoonte om heel veel in te kopen en hij stockeerde dit dan op twee verdiepingen. Ik heb onmiddellijk twee verdiepingen schoenen naar Afrika gestuurd. Er kwam later zelfs een Afrikaanse bisschop over de vloer om me te bedanken voor mijn generositeit.”

“Ik heb eigenlijk altijd geprobeerd de mensen tevreden te stellen”

En je hebt altijd graag commerce gedaan?

“Het voelde nooit aan als werken. Ik heb het altijd een ‘wreed’ schoon beroep gevonden en ik heb eigenlijk hetzelfde gevoel bij een dag in de winkel als bij een optreden voor een publiek. Het komt er op aan om iedereen met een goed gevoel naar buiten te laten gaan.”

“Weet je dat veel klanten verwonderd zijn over de vriendelijkheid in de winkel? Als iemand zegt dat hij of zij tere hielen heeft dan neem ik de nieuwe schoenen even mee naar achter en klop ik ze heel zachtjes een beetje soepel op de leest. Dat is kleine moeite voor ons maar onze klanten waarderen dat enorm.”

Persoonlijke service scoort altijd?

“Zeker! En weet je wat me eigenlijk echt stoort? Firma’s als Zalando die vier miljoen euro verliezen in het eerste kwartaal maar gewoon verder doen: business as usual. Dan hoop ik maar dat jonge mensen die een zaak beginnen ook de tijd krijgen om te overleven, de tijd krijgen om een goede service op te bouwen en voor sfeer te zorgen in hun commerce.”

Johan Platteeuw uit Roeselare droomt van optreden met een ukelele in de metro
© STEFAAN BEEL

Jij hebt alles zien veranderen sinds je vijftiende?

“Pfff, ik besef opeens dat ik bijna 50 jaar schoenen verkoop. Een halve eeuw! Mensen toch. Ik stop toch zeker binnen twee jaar. Meer dan een halve eeuw schoenen verkopen kan niet gezond zijn (lacht hartelijk).”

Maar toch heb ik de idee dat je rust gevonden hebt?

“Misschien wel. Waar ik ben, ben ik ook volledig en focus ik me. Hiermee wil ik zeggen dat ik me concentreer op datgene waarmee ik bezig ben. Als ik in de winkel sta en klanten help, dan hebben die mijn onverdeelde aandacht. Als ik nu hier met jou zit te praten, denk ik niet aan de winkel of aan optredens.”

Terwijl optreden en zingen toch wel echt je ding zijn?

“Absoluut. Het zit er al van kleins af in maar toen ik kind was bestonden er nog geen popscholen. Er waren enkel klassieke muzikale opleidingen. Het heeft tot mijn 40ste geduurd vooraleer ik mijn eerste concert heb gegeven. Een zalig ogenblik. Maar nog beter was het allereerste optreden drie jaar geleden met mijn twee zonen. Frin, de jongste die in Brussel woont en communicatieverantwoordelijke is van het RITCS, speelt gitaar en drum en Gorik die fiscalist is, speelt piano en drum en schrijft ook zelf muziek. En mijn kleindochter van elf heeft ook al met ons op scène gestaan: zij bracht een rapnummer.”

Nooit gedacht om er je job van te maken?

“Eigenlijk niet want ik ben ook enorm graag commerçant. En zingen is een fantastische hobby en uitlaatklep. De combinatie van de twee werkt wonderwel voor mij.”

“Het allermooiste compliment heb ik gekregen van Cor Bakker, de vaste pianist en orkestmeester van Paul de Leeuw, die mij eens op piano begeleidde in Den Bosch. Na afloop van het optreden zei hij doodernstig: “Nou, jongen, wat doe jij nou nog in de schoenenbranche!” En die man had nog nooit van mij gehoord en zag mij toen voor het eerst. Dat was een leuk compliment.”

Is de maatschappij egoïstischer geworden in vergelijking met vroeger?

“Ze is toch flink veranderd. Ik hoop dat de mail- en chatmentaliteit opnieuw plaats kan maken voor warm menselijk contact. En dat vooral de jeugd mee in dat verhaal stapt. Jeugdhuizen en verenigingen zijn ontzettend belangrijk voor een maatschappij, dat kweekt gemeenschapsgevoel en verbondenheid.”

Je praat nu als een echte politicus. Nooit de ambitie gehad om aan politiek te doen?

“Ik was 21 jaar en samen met een vriend wilde ik opkomen om ons Roeselaars patrimonium te redden. Het was de tijd dat veel mooie gebouwen in Roeselare werden vernield om appartementsgebouwen te bouwen. Mijn vriend en ik kregen een plaats op de toenmalige VU-lijst en we dachten dat we zouden gehoord worden. Maar na de verkiezingen besefte ik snel dat men niet zou luisteren naar ons en dat partijpolitiek eigenlijk niets voor mij was. Ik volg de politiek nog van zeer nabij, heb de debatten gevolgd, praat met de politici van alle partijen die goede zaken in beweging zetten maar hou me ver af van politieke inmenging.”

“Meer dan een halve eeuw schoenen verkopen kan niet gezond zijn”

Wordt december een rustige maand voor jou?

“Er is de winkel natuurlijk en een drukke geschenkenperiode die nadert maar de eindejaarsperiode is vooral een familieperiode waarin ik samen met hen kan genieten van de kerstsfeer. En in Roeselare is dat zalig. Ik hoop echt dat Roeselare nog lang zo mag evolueren.”

Hoe wil je later herinnerd worden?

“Als iemand die graag tussen het volk was. Ook als iemand die graag gezien was en graag gezien wilde zijn (denkt na). Ik vermoed dat dit door mijn opvoeding komt. Eind jaren 50 was het waarschijnlijk allemaal iets strenger en afstandelijker. En als ik mijn leven eens overloop dan besef ik dat ik eigenlijk altijd geprobeerd heb om de mensen tevreden te stellen. Dat gaf mij een goed gevoel, dan voelde ik me ook graag gezien. Al kan dit nu een beetje raar klinken want er is veel liefde aanwezig in mijn leven.”

Ben je bang om te sterven?

“Ik ben daar niet mee bezig. Ik weet het niet. Maar toch wil ik niet te snel afscheid nemen van deze wereld (lacht). Het mag nog heel lang duren want ik wil nog veel genieten van mijn kinderen en kleinkinderen.”

Heb je nog dromen?

“Ik wil een keer in mijn leven optreden in Carré in Amsterdam en ik wil ook eens straatmuzikant in de metro zijn. Zingen en ukelele spelen. Maar dan moet ik dat instrument eerst leren bespelen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier