Voldoende figuranten én dieren vinden: het is elk jaar een hele opgave voor de organisatie van de Heilig Bloedprocessie. Maar dit jaar kunnen ze rekenen op een opvallende figurant: de Jabbeekse burgemeester Frank Casteleyn zal op Hemelvaartsdag met vier ezels meestappen in de Heilig Bloedprocessie. Twee uur lang zal hij ‘Leve Brugge’ moeten roepen…
Al járen dringt de Snellegemse tandarts Paul Surmont, die leider van een van de groepen is, er bij Frank Casteleyn op aan om mee te doen met de Heilig Bloedprocessie. Dit jaar kon hij de Jabbeekse burgemeester eindelijk over de streep trekken. Hij zal op Hemelvaartsdag meelopen in de processie, samen met vier van zijn ezels. “Paul is de leider van het tafereel, waarvan ik deel zal uitmaken. Hij dringt al enkele jaren aan om mee te stappen, dit jaar heb ik eindelijk ingestemd”, legt Frank Casteleyn uit, die deel uitmaakt van de groep die de Jaarmarkt in 1310 zal uitbeelden.
Na de vierde kruistocht (1202-1204) kwam de relikwie van het Heilig Bloed in Brugge aan. De stad Brugge diende toen bij Paus Clemens V een aanvraag in om de relikwie officieel te mogen vereren. Op zondag 1 juni 1310 arriveerde de pauselijke heraut te paard en liet hij weten dat de Paus zijn zegen gaf. “Ons tafereel is uniek: we mogen vrij bewegen, praten met mekaar, lachen en discussiëren met de verkopers. Brugse poorters, arme of rijke mensen, kinderen, ouderlingen, edellieden, pelgrims en paters: allemaal lopen we door mekaar, net zoals op de gewone markt. We moeten dus niet het hele traject op de cadans van de processie vooruit stappen.”
Leve Brugge!
Frank Casteleyn heeft geen sprekende rol. “Ik moet enkel, samen met de andere groepsleden, roepen: Leve de paus, Leve Brugge! Of dat een eerste stap is naar de fusie tussen Jabbeke en Brugge? (lacht) Neen! Ik ben wel in Brugge geboren en onderhoud goede contacten met onze buurstad. Ik kom goed overeen met Dirk De fauw. Maar onlangs had ik een politicoloog te gast in het gemeentehuis. Hij zei mij dat qua budget, grootte en bevolking een fusie met De Haan en Zuienkerke beter zou zijn”, knipoogt Frank Casteleyn, die al wat ervaring heeft met deelnames aan historische evocaties.
Eerder al was hij te zien in de Sterrenstoet in Brugge en vorig jaar in een stoet in Snellegem. “Middeleeuwse festivals zijn zo machtig, je wordt terug gekatapulteerd in een tijd met andere normen. Ja, die waarden van vroeger doen mij toch iets.” Casteleyn, bekend voor zijn hippe en kleurrijke schoenen, zal die dus even aan de kant moeten laten voor historische sandalen…
Ballen knijpen
Figureren in de Heilig Bloedprocessie: voor Frank Casteleyn zal het de allereerste keer zijn, voor zijn ezels niet. Zij namen vorig jaar al deel aan Brugges Mooiste Dag, toen begeleid door Chantal De Bruyne uit Varsenare. Nu zal Casteleyn zelf zijn ezels begeleiden. “Chantal zei dat Twenty vorig jaar zo trots was omdat hij tijdens de processie zo betutteld werd. Hij groeide tijdens zijn wandeling. Nu zal ik met Twenty en drie drie ezelinnen meestappen: Venus, Zita en Emmy. Of ik bang ben dat er iets fout zal lopen of dat ze koppig zullen zijn? Ezels zijn slimme dieren, precies daarom zitten er zoveel ezels in het parlement! Als een ezel koppig is, betekent dit dat hij aan het nadenken is. Hij zal bijvoorbeeld nooit over een putdeksel lopen.”
“Ezels zijn slimme dieren, daarom zitten er zoveel in het parlement”
“Ik zal paardensnoepjes mee hebben. En als Twenty echt bokkig is, zal ik hem eventjes in de ballen knijpen en hem toefluisteren: makker, we zullen elkaar toch geen pijn doen, hé. Hij begrijpt dat! En met de ezelinnen zal ik geen last hebben, want die volgen de hengst. Ezels zijn kuddedieren. Het zijn trouwens mini-ezels, ze wegen amper 90 kilo. Met twee kun je ze optillen en verplaatsen.”
Verwaarloosde dieren
Casteleyns liefde voor ezels gaat terug tot in 2006. “Toen de weide naast mijn huis te koop stond”, blikt hij terug. “Ik wou er een deeltje van, om mijn woning uit te breiden, maar de landbouwer wou enkel de hele weide verkopen. Ik zocht dus dieren om op de rest van het terrein te grazen. Aangezien ik bang ben van paarden, opteerde ik voor ezels. Maanden stond ik op een wachtlijst, tot een bevriend architect uit Brussel naar de Verenigde Staten trok en daar drie ezels voor mij kocht.”
Inmiddels heeft de Jabbeekse burgemeesters 21 ezels, waaronder 19 meisjes en twee jongens. Daarnaast zijn er ook nog vier alpaca’s, vier ara’s, zes waterschildpadden en toch ook nog twee paarden. “Ik vang veel verwaarloosde dieren op. Zo heb ik thuis een gigantisch grote ezel, Rocky. De vorige eigenaar wou hem laten inslapen omdat hij geen plaats meer had voor dat nog maar vijfjarige dier. Hij is wel een echt rotzakje, hij bijt de draad van mijn omheining kapot en gaat dan bloemen bij de buren eten… Zelfs een elektrische draad schrikt hem niet af! Ik denk dat ik hem zal opleiden om met kinderen te wandelen.”
“Of het houden van ezels veel tijd en werk vergt? Ik ben er toch twee uur per dag mee bezig. De mest verwijderen is het meest arbeidsintensief. Mensen die een biologische tuin hebben, komen die mest ophalen om die tussen hun groenten en fruit te leggen. Ze zeggen dat ezelsmest veel beter is dan paardenmest.”