“Ja, er is hier plaats voor twee pretparken”

De tijd dat het Meli-Park het kleine broertje was van Bellewaerde ligt ver achter ons. Opvolger Plopsaland startte in 2000 met 580.000 bezoekers en zag dat aantal ondertussen aandikken tot ruim 1,3 miljoen. Daarmee trekt het park van Studio 100 dubbel zoveel volk als Bellewaerde. Plopsaland mikt op termijn zelfs op 2 miljoen bezoekers. Is er in onze provincie wel plaats voor twee pretparken van die grootte? “Absoluut, maar dan heb je een duidelijke eigen identiteit nodig. Bellewaerde staat voor grote uitdagingen”, zeggen experts.

Zowel Bellewaerde als het Meli-Park werd gesticht door een telg van de familie Florizoone. Tot zover de verwantschap tussen beide pretparken want hoewel ze het beiden niet gezegd willen hebben, zijn ze elkaars grootste concurrenten. “Een sterk eigen verhaal is broodnodig in deze concurrentiële wereld. Je moet weten welke doelgroep je wil bespelen”, zegt Reinoud van Assendelft de Coningh. Hij was zes jaar commercieel manager van De Efteling en leidt ondertussen al twintig jaar een adviesbureau voor de wereld van de recreatieparken. “Plopsaland gaat honderd procent voor een verhaal rond eigen figuren van Studio 100, Bellewaerde heeft die figuurtjes niet. Een troef van Bellewaerde is dat ze al zolang in de huidige vorm bestaan en inspelen op een nostalgisch gevoel bij ouders die hun kinderen willen laten meemaken wat zij ook beleefd hebben als kind.”

Aanvallen!

Maar is nostalgie wel voldoende als aantrekkingskracht? “Natuurlijk niet”, zegt Erwin Taets, docent Leisure Management aan hogeschool VIVES. “De grootste uitdaging voor Bellewaerde is een evenwicht vinden tussen het publiek dat naar Walibi gaat voor de spectaculaire attracties, het iets jongere publiek dat naar Plopsaland trekt en de dierenliefhebbers die bij Pairi Daiza volop hun gading vinden. Bellewaerde wordt langs alle kanten aangevallen en moet opletten dat het niet in het vaarwater van Walibi komt, dat in dezelfde groep als Bellewaerde zit. Het park moet inzetten op unieke attracties die je nergens anders vindt. Zij hebben het veel moeilijker dan Plopsaland, dat gewoon ergens een attractie kan kopen en er hun figuurtje kan aan koppelen.” “Wij weten heel goed wie ons publiek is”, reageert marketingmanager Kristof Louagie van Bellewaerde. “Wij bieden een unieke mix van diverse attracties in een mooi groen park. Bovendien bekijken we jaarlijks wat we kunnen aanpassen en doen we de nodige investeringen, dit jaar met de Dawson Duel.”

Eigen hotel

Daarmee is het grote woord gevallen: investeren. Erwin Taets: “Om concurrentieel te blijven, moet je als pretpark om de drie jaar een grote investering doen. We zien dat Bellewaerde de voorbije jaren grote investeringen heeft gedaan, net door de aanwezigheid van Plopsaland. De concurrentie tussen die twee is dus een goeie zaak voor de consument.” Maar de investeringen moeten verder gaan dan de loutere bouw van nieuwe achtbanen. De trend in heel Europa is die van de verblijfsrecreatie. Je moet proberen om je publiek enkele dagen in je park te houden, zoals in Disneyland Parijs. Plopsaland heeft daarom al lang plannen voor een eigen hotel. CEO Steve Van Kerkhof hoopt dit jaar aan de bouw beginnen. “Bellewaerde moet daarin mee of het dreigt de boot te missen. Als ze afwachten en eerst kijken wat dit Plopsaland oplevert, zullen ze te laat zijn”, Reinoud van Assendelft. “Op korte termijn hebben we geen plannen voor verblijfstoerisme“, zegt Louagie van Bellewaerde. “Plannen in die richting zijn getest en bestudeerd, maar wij blijven inzetten op dagtoerisme.”

Noord-Frankrijk

Zowel Bellewaerde als Plopsaland wil bezoekers uit Noord-Frankrijk lokken. Plopsaland heeft daar lang een nadeel gehad omdat de Fransen niet vertrouwd waren met de figuurtjes van Studio 100. Ondertussen mikt ook Plopsaland volop op die markt en ook dat zal een uitdaging worden voor Bellewaerde”, meent Erwin Taets. “Klopt”, bevestigt Steve Van den Kerkhof van Plopsaland. “Elk jaar tekenen wij een mooie groei op wat betreft bezoekers uit Noord-Frankrijk, maar ook uit Wallonië. Daar zit nog heel wat potentieel.” Bellewaerde maakt zich weinig zorgen. “Van alle pretparken uit de groep van Compagnie des Alpes hebben wij de meest tevreden bezoekers, ook die uit Noord-Frankrijk”, zegt Kristof Louagie.

Niet panikeren

Zowel voor Bellewaerde als voor Plopsaland zijn het dus spannende tijden. Bellewaerde moet ervoor zorgen dat het gewapend blijft tegen het grote geweld en de expansiedrang van Plopsaland, terwijl ze in Adinkerke moeten beseffen dat er ook grenzen zijn aan de groei. “Men zit daar in Adinkerke op die locatie van het voormalige Meli-Park, die beperkt is in uitbreidingsmogelijkheden. Het zal ergens moeten stoppen”, voorspelt Erwin Taets. Bellewaerde hoeft overigens niet te panikeren. “Het is altijd een financieel gezond park geweest. Het heeft nooit grote winst gemaakt maar ook nooit grote verliezen geleden. Voor moedermaatschappij Compagnie des Alpes is Bellewaerde de beste leerling van de klas. Het heeft een trouw, vast publiek dat elk jaar één of meerdere keren het park bezoekt. Als ze dat kunnen houden, ziet het er goed uit.”