Een tandenborstel met swastika uit Vlaamse velden prikkelt de nieuwsgierigheid bij de Roeselaarse vinder Tony Verschoore, het Ieperse In Flanders Fields Museum en zelfs een onderzoeker uit India. Over één ding zijn ze het allemaal eens. “Het komt niet van de nazi’s.”
Tony Verschoore (42) woont in Roeselare, maar is een kind van de Westhoek. “Ik was jonger dan tien, toen ik geïnteresseerd raakte door de Eerste Wereldoorlog en de frontstreek. Zo werd de Westhoek mijn tweede thuis”, vertelt de man, die naar eigen zeggen al miljoenen oorlogsrelicten verzamelde in Flanders Fields.
“Na meer dan honderd jaar steekt de grond daar nog vol”, vervolgt Tony. “Na een goeie regenvlaag spoelt de losse aarde van de bewerkte landerijen en komt vanalles tevoorschijn. Elk jaar opnieuw. In één namiddag vind ik er makkelijk 200 schrapnelbolletjes. Vroeger had ik een metaaldetector, maar ik deed hem snel weer weg. Hij sloeg tilt, omdat er zoveel metaal zit. Tot mijn bijzondere vondsten behoort het koppelslot van een gevechtsriem uit het WO I-regiment van Hitler.”
Niet van de nazi’s
Maar dan moest hij zijn topstuk nog vinden, dat ook doet denken aan de nazi’s. “Ik vond afgelopen zaterdag een oranjeachtige tandenborstel met daarop de term ‘swastika’ en het bijhorende symbool. In het klein lijkt Hungary erbij geschreven.”
Tony vond de tandenborstel op Mount Sorrel, waar de Duitsers in 1916 een bloedige veldslag uitvochten met Britten en Canadezen. “Dat is vlakbij Hill 62 in de Ieperse deelgemeente Zillebeke”, aldus Tony, die foto’s van zijn vondst deelde in een Facebookgroep over vondsten uit WO I.
Verschillende mensen speculeren er over de afkomst en eigenaar, maar een ding lijkt zeker. “Het komt niet van de nazi’s”, stelt Tony. “Er werd geopperd dat een Indische piloot in dienst van de Britten de tandenborstel meekreeg als geluksbrenger.”
Ontspanning
De swastika is een van de heiligste tekens in het hindoeïsme en jaïnisme. “Het symbool kwam vrij algemeen voor en was veel ruimer verspreid, voordat de nazi’s het zich toe-eigenden”, duidt Dominiek Dendooven, wetenschappelijk medewerker van het In Flanders Fields Museum.
“Het is zeker Indiaas, maar niet van piloten, want er waren er toen bijna geen”, stelt Rana Chhina. Hij is als directeur van het Centre for Armed Forces Historical Research in de Indische hoofdstad New Delhi gespecialiseerd in het Indisch leger. “Het moet van iemand geweest zijn, die een opvoeding en onderwijs genoten had, want gewone mannen poetsten hun tanden niet. Misschien een Brit, die in India gevestigd was. Het is in elk geval fascinerend.”
Tony verkoopt zijn vondsten wel eens door aan verzamelaars. “Maar dit is mijn speciaalste stuk tot dusver. Ik ga het houden. Toch zeker tot ik er meer over weet. Ik prijs me gelukkig dat mijn oog erop viel en zal het misschien bewaren voor mijn zoon. Hij is nu vijf jaar, heeft dezelfde interesses en zal straks meekunnen met mij op ontdekkingstocht. Ik vind het een vorm van ontspanning, die ik zelfs nog met mijn kleinkinderen zou kunnen delen, want er zitten vondsten voor minstens nog eens honderd jaar.” (TP)