‘Stopt een West-Vlaming het coronavirus?’ Meer dan een maand geleden vroegen we het ons af, nog voor de crisis hier uitbrak. Vandaag vragen we het nog eens aan die West-Vlaming. Hij blijft samen met zijn team keihard werken aan een vaccin. Testen op fretten moeten binnenkort het effect van hun middel bewijzen. Maar de kans dat er nog voor het einde van dit jaar een massaal beschikbaar vaccin op de markt komt, acht de naar Houston uitgeweken Ichtegemnaar Jeroen Pollet bijzonder klein.
Met zeventig zijn ze, verkondigde de Wereld Gezondheidsorganisatie recent. Onderzoekscentra, universiteiten en farmaceutische bedrijven die hun volle focus op de ontwikkeling van een vaccin tegen het coronavirus leggen. Jeroen Pollet en zijn team van het Baylor College of Medicine zit mee in die race naar een middel waar de hele wereld op wacht en naar snakt. “Het is ontzettend, ontzettend druk”, zegt hij aan de telefoon. “Iedereen wil samenwerken, je moet snelle én harde keuzes maken, prioriteiten stellen op korte termijn en de communicatie die grotendeels via Zoom gebeurt, verloopt niet altijd even vlot. Het levert uiteraard de nodige stress op, maar we klagen niet. De situatie vraagt erom en we kunnen niet meer doen dan ons uiterste best.”
Deadline
Anderhalve maand geleden stond Jeroen al op onze voorpagina. Op dat moment moest het coronavirus nog aan de veroveringstocht van België en grote delen van de wereld beginnen. Toen al besefte iedereen dat een goed werkend vaccin in de toekomst enorm belangrijk zou zijn. Maar toen besefte iedereen ook al dat zo’n vaccin niet van vandaag op morgen af is. “Er is zo veel waar je rekening mee moet houden, zo veel administratie die moet gebeuren, toelatingen die moeten worden gegeven… Ik begrijp wel dat heel veel grote namen deadlines in de herfst communiceren”, zegt Jeroen. “Als je nu zwijgt, lijkt het alsof je geen plan hebt en verlies je heel snel het vertrouwen. Maar dat er nog dit jaar een vaccin zou zijn dat op grote schaal en wereldwijd beschikbaar is? No way, dat zou me enorm verbazen. Ik ben graag positief verrast, maar ik reken er niet op.”

“Normaal ontwikkel je eerst het vaccin en denk je daarna aan opschalen naar grotere hoeveelheden. Nu wordt die oefening parallel gemaakt, wat voor extra uitdagingen zorgt. Maar sowieso zal er, als er begin volgend jaar al eentje is, niet voldoende zijn om zelfs Europa en de Verenigde Staten te bevoorraden. De vraag die zich dan onmiddellijk ook zal stellen: wie ga je vaccineren? Het verplegend personeel lijkt me logisch. Maar daarna? Ouderen, die sowieso een verzwakt immuunsysteem hebben en bij wie het vaccin dus minder goed kan werken? Of kinderen, die met veel mensen in contact komen en dus op die manier het virus veel meer verspreiden? Dat zijn moeilijke debatten. Misschien eerder voor politici en grote leiders.”
Testen op fretten
Het vaccin van zijn Baylor College of Medicine zou binnenkort getest moeten worden op fretten. Volgens Jeroen de ideale dieren omdat zij bij een besmetting een gelijkaardig ziektebeeld vertonen als mensen. “We spuiten bij twee fretten een gecontroleerde hoeveelheid van het virus in en plaatsen hen in een kooi met tien anderen en naast een kooi met nog eens zes fretten, net omdat het virus zowel via rechtstreeks contact als door de lucht wordt doorgegeven. Je ziet ook daar hoe snel covid-19 zich verspreidt, en hoe verschillend de graad van infectie is naar gelang de afstand tot de twee bewust besmette fretten. Het is alleszins heel interessant in welke mate ons vaccin bescherming biedt: aan die twee initiële diertjes, aan die tien die rechtstreeks in contact komen of aan die zes die in de kooi ernaast zitten? De kennis groeit zienderogen. Dat is essentieel om een goed product op de markt te brengen.”
Overal mondmaskers
Zelf woont Jeroen in de Verenigde Staten, het land dat volgens de officiële cijfers het zwaarst werd getroffen door het virus. “Maar”, zo glimlacht Jeroen, “het is best grappig om te zien hoe iedereen en overal probeert te bewijzen dat ze niet de slechtste van de klas zijn. Kijk eens naar Europa, kijk eens naar België waar het aantal doden per miljoen inwoners gigantisch hoog ligt, hoor je hier voortdurend. Terwijl je gewoon zwart op wit ziet dat in deze ongekende situatie niemand het fantastisch doet.”

“Wie het vaccin moet krijgen? Dat is een vraag voor politici”
“De situatie in New York, het epicentrum van de uitbraak in de VS, is ronduit tragisch. maar als ik kijk naar de staat waar wij wonen, Texas, valt het al bij al goed mee. Er is zeker meer dan genoeg plaats in de ziekenhuizen, de lokale overheid vaardigde snel duidelijke regels uit en de mensen volgen die goed op. Iedereen woont hier natuurlijk verder van elkaar, bijna niemand woont echt downtown in Houston. Ik kijk wel met ongeloof naar het systeem van beboeten in België. Op een bankje zitten mag niet? Die druk hou je niet vol, toch? Dat voelt als te strikt aan. Op dat vlak is er zeker een groot verschil met de VS.”
“De impact op en de heropstart van de economie is ook hier ondertussen het grote vraagteken. En ik denk dat mondmaskers daarin een kernrol zullen spelen. Als de burgemeester van Houston spreekt op televisie, draagt hij en iedereen rond hem een masker. Wie hier buitenkomt of naar de winkel gaat, draagt heel vaak een masker, ook al is het (nog) niet verplicht. Wij ook. Mij kinderen vinden het trouwens gewoon cool. Ninjamasker, noemen ze het.” (lacht)
Volgens Jeroen kunnen huisgemaakte maskers perfect volstaan om al bescherming te bieden. “Als iedereen er draagt, is er sowieso al een dubbele laag. Je beschermt jezelf en je vermindert de verspreiding. Tegenstanders spreken van een vals gevoel van veiligheid, maar dat klopt niet. Elke bescherming is beter dan geen bescherming. In dat opzicht denk ik bijvoorbeeld niet dat we de komende maanden – misschien jaren – in internationale luchthavens zullen rondlopen zonder masker. Dat zal gewoon de norm worden.”
Niet doemdenken
Op de vraag wanneer hij de wereld weer een beetje ziet normaliseren, heeft hij geen pasklaar antwoord. “Ik ben absoluut geen doemdenker, maar ik vrees toch dat het nog even zal duren. Ik heb alleszins al voor mijn familie uitgemaakt dat mijn kinderen thuisblijven tot begin juni. Ik zie 1 juni als een datum waarop wat dingen opnieuw ‘gewoon’ zullen worden. Wat als eerste? Ik weet dat ze bij jullie happig zijn om de scholen opnieuw te openen, maar ik weet niet of dat zo’n goed idee is. Je hebt bijvoorbeeld leraressen op leeftijd. Die zouden wel weer naar school moeten om tussen de kinderen te zitten, maar hun eigen kleinkinderen zouden ze niet mogen zien? Het wordt moeilijk om daar een lijn in te trekken.”
“Die transitie naar het normale moet eigenlijk exact op het juiste moment gebeuren. Niet te vroeg, want dan kan het virus weer opflakkeren. Maar ook niet te laat, want dan blijf je wegen op de economie. Dat is een heel moeilijk evenwicht, dat besef ik. En testen hé. Volop testen. Niet alleen op besmetting maar ook op immuniteit. Die worden ook enorm belangrijk, zelfs voor de behandeling van patiënten. Wat ik zeker weet, is dat niemand nog in deze situatie terecht wil komen. Als we het overwinnen – en we zullen het virus overwinnen – dan hebben we ons lesje wel geleerd en zullen we beter voorbereid zijn. Minimaliseren zal er niet meer inzitten. Neem dat maar van me aan.”