In Brugge verliezen twee gezinnen per week hun huis wegens onbetaalbare facturen

Dirk Debruyne in overleg met Silvie. "Dankzij de hulp van Dirk kan ik in mijn huis blijven wonen. Ik ben terug in schuldbemiddeling. Want alleen kan ik het niet." (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Ilse Naudts

Cadeautjes, gezellig tafelen met de familie. Niet voor iedereen verloopt de eindejaarsperiode even vredevol. Wekelijks krijgen Dirk Debruyne en Nele De Kesel, maatschappelijk werkers in onze provinciehoofdstad Brugge, enkele dossiers binnen van mensen die omwille van onbetaalde facturen hun woonst dreigen te verliezen. In 2017 kregen ze 257 verzoekschriften en 126 vonnissen tot uithuiszetting binnen, terwijl dat er in 2016 nog 221 en 108 waren. Dirk en Nele zetten alles op alles om die mensen te helpen. “Natuurlijk kunnen we er niet voor zorgen dat iedereen zijn huis behoudt, wij hebben geen zak geld om uit te delen. Maar meestal vinden we een oplossing voor het tot een gedwongen uithuiszetting komt.”

Nele en Dirk werken voor de dienst woonbegeleiding van het OCMW Brugge. Het grootse gedeelte van hun werk bestaat uit het helpen van mensen wanneer die hun huis dreigen te verliezen omwille van onbetaalde facturen. “Een slechte administratie en onbetaalde facturen zijn dikwijls een symptoom van veel dieper liggende problemen. Verslavingen, psychische kwetsbaarheid… Dat zijn meestal problemen die mensen kunnen verstoppen. Het niet kunnen omgaan met paperassen en geld, zijn de dingen die eerst naar buiten komen”, zegt Nele. “Wanneer mensen hun huur niet kunnen betalen en hun dossier bij ons terecht komt, worden alle ander e problemen zichtbaar. En dat is soms heel intens. Niet alleen voor de mensen, ook voor ons.”

Aanklampende aanpak

Sinds 13 jaar heeft het OCMW van Brugge via vereniging ‘t Sas een aparte maatschappelijk werker die zich met dit soort situaties bezighoudt. Drie jaar geleden kreeg Dirk de steun van Nele. “Het werd te veel voor Dirk. Vorig jaar zaten we aan 286 dossiers. Bij een ‘verzoekschrift tot uithuiszetting’ wordt het OCMW altijd ingelicht. Als wij zo’n dossier binnenkrijgen via de rechtbank hebben we meestal maar enkele dagen de tijd om actie te ondernemen. Vaak doen mensen de deur niet meer open, uit angst dat er weer een deurwaarder voor zal staan. Maar we zijn hardnekkig en klampen de mensen aan tot we ze kunnen bereiken. Bemoeizorg heet die methodiek. We proberen op alle mogelijke manieren duidelijk te maken dat we komen om te helpen. Kijken door het raam, de brievenbus controleren. Als de brievenbus propvol zit, heeft het geen zin om er een brief bij te steken. Mensen openen hun post zelfs niet meer. Als ik het niet gezien heb, dan moet ik er ook niet aan denken, redeneren ze. Maar zo werkt het jammer genoeg niet. Wij moeten ervoor zorgen dat ze zo snel mogelijk de realiteit onder ogen zien. Dus plakken we soms een brief op de deur of schuiven die onder de deur. Soms werkt de achterdeur. Of vraag je aan de buren wanneer iemand thuis is. We moeten zo snel mogelijk samen met de persoon in kwestie duidelijkheid krijgen over de situatie”, zegt Dirk.

Als wij zo’n dossier binnenkrijgen via de rechtbank hebben we meestal maar enkele dagen de tijd om actie te ondernemen

De aanklampende aanpak van Nele en Dirk werkt wonderbaarlijk goed. “Er zijn niet zoveel mensen tot wie we echt niet kunnen doordringen. Het komt amper tot gedwongen uithuiszettingen. Natuurlijk kunnen we er niet voor zorgen dat iedereen zijn huis behoudt. Wij hebben geen zak geld om uit te delen. Maar onze sterkte is wel dat we veel mensen bereiken. Als we met de mensen aan de praat geraken, komen er soms schrijnende situaties naar boven. Soms zijn ze opgelucht dat ze hun verhaal eindelijk kwijt kunnen. Dat er iemand is die wil helpen. Want juridische taal kan zeer intimiderend zijn. Onbegrijpelijk soms. Mensen weten niet wat hen te wachten staat en zijn bang. Wat we veel horen in het gesprek: eindelijk stonden jullie voor de deur, want ik wist het echt niet meer.”

“Veel mensen zijn ervan overtuigd dat men iemands huis niet zomaar afneemt. Maar dat doet men dus wel. Ze betalen onder druk van deurwaarders soms eerst andere facturen en dan pas de huishuur. Maar wat is er belangrijker dan een dak boven je hoofd?” zegt Nele. “De gedachte dat het OCMW wel zal helpen, zit er ingebakken. Maar ook bij het OCMW zijn de wachtlijsten lang. Zeker een alleenstaande man krijgt niet zomaar een woning. Er zijn daklozen in Brugge. Het is belangrijk om mensen onverbloemd te zeggen waar ze aan toe zijn .”

Antenne van rechters

Vaak weten mensen zelfs niet dat ze naar de rechtbank moeten. Of willen ze het niet weten. “Onze eerste bezorgdheid is die mensen naar de rechtbank te krijgen”, legt Nele uit. “Het gebeurt dat ze gewoon hun schouders ophalen en heel gelaten zeggen: Wat brengt het op? ‘t Is toch al verloren. Maar dat is niet waar. Als je er niet bent, verlies je je huis sowieso. Ben je er wel, dan is er een opening. Rechters proberen in eerste instantie oplossingen te zoeken. Ze voelen het humane aspect van dit soort situaties heel goed aan. Het lijkt soms of ze een speciaal soort antenne hebben voor die problemen. Die mensen zijn dikwijls laagopgeleid, niet erg verbaal. En dan probeert de rechter in het dialect te praten, of in een andere taal als dat mogelijk is.”

Ik was uit schuld-bemiddeling gestapt omdat ik dacht dat ik het zelf kon. Nu besef ik dat ik het niet kan

Nele en Dirk proberen op voorhand met hun cliënt zicht te krijgen op de situatie. “Wil die in het huis blijven wonen? Kan die de huur betalen, eventueel met behulp van een afbetalingsplan? En kan hij of zij in een paar eenvoudige zinnen alles uit te doeken doen? Want het helpt voor een rechter als iemand uitkomt voor wat er gebeurd is en verantwoordelijkheid neemt”, legt Dirk uit. Maar dat lukt niet altijd. “Sommige mensen slaan tilt als ze voor de rechter staan en komen echt niet uit hun woorden“, vervolgt Nele. “Ik probeer zo veel mogelijk mee te gaan naar de rechtbank en te zorgen dat ik in het zicht zit van de rechter. Die kent onze gezichten ondertussen al. Eigenlijk mag ik niet tussenkomen omdat ik geen advocaat ben, maar soms staan de rechters ons wel toe om even bij te springen.”

Huur te duur

Kan je dan uithuiszettingen voorkomen? “Vroeger hadden we vaker situaties waarbij mensen niet wisten waar ze recht op hadden. Of bijvoorbeeld documenten te kort hadden om werkloosheidsvergoeding te kunnen krijgen. Dat soort dingen kunnen we oplossen. Mensen geven waar ze recht op hebben, hen de juiste weg wijzen. Dan kunnen we samen op weg gaan om de administratie in orde te brengen en beetje bij beetje hun huurachterstand af te lossen. Vandaag merken we vaker dat de huishuur gewoon te hoog ligt. Brugge is een dure stad. Tweeverdieners die uit elkaar gaan waardoor kinderen en hun mama hun thuis verliezen. Met een inkomen van 1.300 euro en een huur van 750 euro lukt het gewoon niet. Eigenlijk is dat tragisch, hé. Dan is het voor ons een kwestie van te rekken tot we een andere oplossing vinden. Want voor sociale woningen is er een lange wachtlijst. Wij zijn niet enkel de mensen die voor administratieve hulp zorgen. Wij hebben een eigen verhuisdienst en -lift en helpen de verhuizing mee organiseren. Wij sleuren met dozen zodra de verhuizing er is, reserveren een plaatsje in de crisisopvang, helpen de meubels en spullen stockeren… Vaak is het al veel als mensen het gevoel hebben dat ze er niet alleen voor staan.”

Voor laagopgeleide mensen is juridische taal soms heel intimiderend

Een van de mensen die Dirk Debruyne ongelofelijk dankbaar is, is Silvie. Ze woont in een huis net buiten de Brugse ring. Een mooi huis, waar ze gelukkig is. Tot Dirk enkele maanden geleden te horen kreeg dat Silvie de huur niet meer betaalde.

Na ziekenhuisopname

“Gelukkig stond Dirk op een bepaald moment aan mijn deur”, zegt Silvie met tranen in de ogen. “Ik had nog nooit met iemand gesproken over mijn situatie. Ik ben in de financiële problemen geraakt na een lange opname in het ziekenhuis. Die factuur kon ik niet betalen. Daarbij kwamen nog grote kosten aan de auto. Ik was opgejaagd wild. Ik was uit schuldbemiddeling gestapt omdat ik dacht dat ik het zelf kon. Maar ik heb dan mensen van mij laten profiteren. Nu weet ik dat ik het alleen niet kan. Schuldbemiddeling is een hulp voor mij. Dirk heeft mij geholpen een dossier op te stellen en om de papieren in orde te brengen. Dankzij hem ga ik hier kunnen blijven. Al dat papierwerk interesseert mij niet. Dus ik ben blij dat dat nu voor mij gebeurt, want het is wel belangrijk. Dat besef ik nu. Maar zelf kan ik het niet. Ik heb een weduwenpensioen van 920 euro. Daar moet je niet zot mee doen. Je hebt pas door hoeveel geld je nodig hebt, als je niets meer hebt. En nog zou ik alles weggeven om weer contact te kunnen hebben met mijn kinderen. Dat is mijn grootste teleurstelling in mijn leven.”

Gelukkig sociaal

Gelukkig ben ik een sociaal mens. Ze krijgen mij niet klein. Omdat ik er ben voor andere mensen, zijn zij er ook voor mij. Mijn buurman en andere vrienden zijn er wel voor mij. Ik kan heel goed koken, en kook geregeld voor mensen, dan mag ik met hen mee eten. Kleren kopen, daar heb ik geen geld meer voor. Dus moet ik dringend een beetje vermageren, want de laatste tijd begint alles te spannen”, lacht ze. “Dat wordt een van mijn voornemens voor het volgend jaar.”

Maatschappelijk werkers Nele en Dirk konden in 2017 bij 115 mensen helpen om hun woning te behouden, 126 anderen moesten hun woning verlaten, maar vonden een andere huis of konden opgevangen worden door familie of crisisopvang. Slechts 4 mensen kwamen effectief op straat terecht en waren niet te motiveren tot crisisopvang. Voor 2018 zijn er nog geen definitieve cijfers beschikbaar.

*Silvie is een fictieve naam

“Mensen met psychische problemen lopen een groter risico”

In het jaarrapport van 2017 heeft de dienst crisisbemiddeling bij dreigende uithuiszetting enkele trends en doelstellingen geformuleerd. Eerste opvallende trend is dat het verhinderen van uithuiszetting steeds moeilijker wordt. Te hoge huishuur, oplopende energiekosten en moeilijke afbetalingsplannen maken het lastig en doen de kerntaak binnen de dienst eerder verschuiven naar begeleiding in het proces om het huis te verlaten en nieuwe huisvesting te regelen. “Ook daarin kan je de mensen heel veel diensten bewijzen”, zeggen Dirk Debruyne en Nele De Kesel. “Wat ons meer zorgen baart, is de grote stijging van de groep mensen met een ernstige psychische of mentale kwetsbaarheid of een verslaving. Soms ook een combinatie van deze factoren”, vertellen ze. “We stellen vast dat die mensen dikwijls op zichzelf aangewezen zijn. Ze hebben amper een netwerk of familie op wie ze kunnen rekenen. En dan loopt het mis. Bij hen is onze begeleiding nog intensiever, maar dat volstaat niet altijd. Die mensen zijn te dikwijls een vogel voor de kat. Zij hebben meer hulp nodig in het zelfstandig leven, psychologische begeleiding, mensen waar ze op terug kunnen vallen.”

Dirk Debruyne: “Ik vind dat onze maatschappij daar misschien te kort schiet. Als we zien dat die mensen keer op keer in de problemen komen, dan moeten we toch meer kunnen doen om hen te helpen. De hulpkanalen zijn niet voor iedereen even vlot toegankelijk. En wij kunnen soms niet meer doen dan gaatjes dichtrijden terwijl structurele hulp zich opdringt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier