In 2025 bestaat Frituur Monique 80 jaar: “Ik koester nog altijd de tips van mijn moeder”

In zijn frituur, pal naast de kerk in Gits, heeft Kristof zijn draai gevonden. “Heel wat klanten zijn ook mee gekomen vanuit Roeselare.”
Wouter Vander Stricht

Straks viert Frituur Monique de tiende verjaardag in Gits, de zeven decennia daarvoor stond de familie Verhelle in de stationsbuurt in Roeselare. “Er is in al die jaren veel veranderd, maar mijn moeder heeft met altijd ingepeperd dat je je klant centraal moet stellen.”

Volgend jaar is het 80 jaar geleden dat de grootvader van Kristof Verhelle (51) startte met zijn frituur, het zal dan ook tien jaar zijn dat hij naast de kerk in Gits staat. “Al die jaren ervoor stonden we, weliswaar op diverse locaties, in de stationsbuurt in Roeselare”, klinkt het. Als je naar die periode vraagt, dan barst Kristof meteen los. “Mijn grootvader begon in 1945 in een oude beestenkar die van de Duitsers was geweest, hij liet die ombouwen. Die kar werd toen nog door een paard voort getrokken.”

“Voortaan zijn we dicht in het weekend, maar zijn we elke weekdag open”

Opa Valère Verhelle bouwde de frituur uit en in 1968 stapte Monique, de moeder van Kristof, in de zaak. Zelf zou hij dat in de jaren negentig doen. “Maar al vanaf mijn 12de, dus straks 40 jaar, trok ik voor het eerst mijn schort aan. Toen mocht ik al helpen.”

Toch met wat nostalgie denkt hij terug aan de jaren op het Stationsplein Roeselare. “Dat was toen het bloeiende handelscentrum van de stad. Iedereen passeerde daar: pendelaars, mensen die van hun werk kwamen, shoppers, de jeugd, uitgaanders… En die leerden allemaal Frituur Monique kennen.”

Volkse mentaliteit

Toen een decennium geleden Kristof tot een nieuwe overeenkomst met de NMBS én met stad Roeselare moest komen, had dat net wat te veel voeten in de aarde. “Weet je dat rond het station bijna alle grond aan de NMBS behoort. Wij hebben altijd aan hen gehuurd, waar we ook stonden. Ik heb zelf enkele voorstellen gedaan, maar we kwamen er niet uit. Vroeger was er ook wat meer politieke wil om iets te doen, burgemeester Denys kwam iedere donderdag een frietje eten bij ons. Er werd toen wat gebabbeld, de mensen praatten toen nog met elkaar.”

Toen de deal er niet kwam, trok Kristof zijn conclusies. “Niet enkel het Stationsplein, maar ook Roeselare was in al die tijd veel veranderd. Vroeger was dat een stad met een volkse mentaliteit, maar nu gaat men zoals in andere steden overigens liever voor grote projecten. Maar ik stel toch vast dat er heel wat zaken verdwenen zijn op die plaats, daar waar vroeger alle handelaars goede zaken deden. Ik rij soms eens door de stad, wel ik vind het jammer genoeg soms wat doods bij liggen.”

Blijven lachen

Kristof wil ook niet te veel naar het verleden kijken. “Ik kende wel wat volk in Gits en hoorde dat deze locatie misschien wel vrij zou komen. De dame die dat voor mij deed was aan het uitbollen, ik kon tot een overeenkomst met haar komen. Aan het station had ik ook veel mensen van Gits die bij mij langs kwamen, van overal overigens. Gasten die er school liepen of uit gingen. En er is ook veel volk mij gevolgd. We hebben dat hier meteen kunnen opbouwen, met alle tips die mijn moeder me ingefluisterd had in gedachten. Keep smiling, zei ze altijd. Ook als je zelf eens in een mindere periode zit. En de klant op de eerste plaats zetten. Telefonisch neem ik wel en bestelling aan, maar de klant die hier voor mij staat te wachten krijgt voorrang.”

Zwijgende Biechtvader

Kristof blijkt een spraakwaterval, maar hij kan ook goed luisteren. “Met wat ik weet zou ik de politiek in ruzie kunnen steken en zouden er menages kapot gaan. Maar ik hanteer hier uiteraard het principe van horen, zien en zwijgen. De mensen luchten hier nu eenmaal vaak hun hart. Ik ben zowat de biechtvader. Iedereen mag hier ventileren, maar aan politiek doe ik niet mee. Frituur Monique draagt geen kleur.”

Het ambachtelijke staat ook nog steeds voorop bij Kristof. “Onze aardappelhandelaar is nog altijd dezelfde, we snijden hier onze frietjes zelf en die worden geserveerd in een puntzak. Onze lookworsten gaan we al sinds de jaren zestig bij dezelfde leverancier halen, de brochettes worden klaar gemaakt door mijn beenhouwer.”

Het assortiment dat te verkrijgen is groeide in de loop van de jaren enorm.

“De tijd van enkel een frikandel ligt natuurlijk ver achter ons. Je hebt ondertussen de bekende Friet Julien of Rombout, die kwamen overwaaien uit de studentensteden. Maar ik heb ook mijn eigen bereidingen, Friet Valère, Roger en Monique, genoemd naar mijn grootvader en mijn ouders. Mijn pa leeft nog en volgt nog alles op de voet, mij ma verloor in 2019 jammer genoeg de strijd tegen kanker.”

Gits Kermis

Gits Kermis staat voor de deur en dat is nog altijd een topper. Net nu pakt Kristof ook uit met nieuwe openingsuren. “In het kermisweekend zullen we uiteraard open zijn op zaterdag en zondag. Maar sinds deze week hanteren we dus nieuwe uren. Ik ben nu op maandag en dinsdag wel open, dat was vroeger zowat mijn weekend. Op zaterdag en zondag zullen wij na de kermis wel gesloten blijven. De jongste jaren was het in het weekend al wat verminderd, ik mik nu volop op de weekdagen. Een wel overwogen keuzen, op maandag zijn er ook nauwelijks zaken waar je iets kunt gaan eten. Vroeger waren wij als frituur ook haast de enige plek waar je terecht kon voor een snelle hap, nu serveren heel wat cafés en andere zaken ook eten. Hun goed recht natuurlijk, dus moeten wij ook mee met onze tijd. Iedereen sluit nu ook vroeger, in de gouden jaren waren cafés, maar ook wij als frituur tot ’s morgens vroeg open.”

Kristof hoopt zijn zaak nog minstens tien jaar te laten floreren. “Ik zal wel nog een beetje moeten werken”, lacht hij. “Maar we doen het nog met plezier voor onze klanten. Verse frietjes in een puntzak. Daar veranderen we niets aan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier