Ereburgemeester Julien Goekint en zijn echtgenote Georgette Sleuyter vierden vorig weekend hun 70-jarig huwelijksjubileum. Dat zoiets als nogal uitzonderlijk mag beschouwd worden, is nog voorzichtig uitgedrukt. Het platina echtpaar, allebei nog steeds gezegend met een goeie gezondheid en een uitstekend geheugen, kijkt niet alleen op politiek, maar ook op privévlak tevreden en met heel wat enthousiasme terug op hun lange samenzijn. “Het gaat allemaal wat trager, maar we zijn heel blij dat we er allebei nog zijn.”
“Ik heb tijdens mijn politieke loopbaan zelf ontelbaar veel jubileums meegemaakt, maar ik moet toegeven: geen enkele boven de 60 jaar. Van een mijlpaal gesproken.” Ereburgemeester Julien Goekint en zijn echtgenote Georgette Sleuyter verlieten vorig jaar hun villa bij de gebouwen van hun vroegere drukkerij om in een assistentiewoning aan de Alfons Pieterslaan te trekken. Hij met minder enthousiasme, maar wel met het besef dat verhuizen naar een kleinere stek het beste voor beiden was.
“De talrijke dozen met bewaarde archieven heb ik jammer genoeg niet kunnen meenemen, noch heel wat boeken, maar niettemin heb ik het belangrijkste hier kunnen stallen. Ik vatte trouwens destijds mijn politieke loopbaan goed samen in enkele rijk geïllustreerde werken”, steekt Julien Goekint van wal. “Die stelde ik samen toen ik tijdens een reis naar Ibiza mijn been brak.” De kwieke ereburgemeester heeft niet veel van zijn assertiviteit verloren, integendeel. Het echtpaar mag dan een stuk in de negentig zijn – beiden 92 – tijdens het gesprek vullen zij elkaar naadloos aan en blijken bovendien over een uitstekend geheugen te beschikken. “De viering van ons platina huwelijksjubileum vonden we buitengewoon geslaagd. Altijd fijn om zowat de hele familie, buiten enkele kleinkinderen die in het buitenland verblijven, samen te krijgen: acht kinderen, waarvan zoon Koen afkwam uit Tanzania, 20 kleinkinderen en 17 achterkleinkinderen.”
Roeier
Hoe heeft het koppel elkaar ontmoet? “Dat was bij de Oostendse roeiclub Sport Nautique, de huidige KRNSO”, vertelt Georgette. “Julien was net aan de oorlog begonnen met de roeisport en groeide uit tot een fantastische roeier. In 1950 trok hij zelfs met zijn topploeg van vier naar het EK in Milaan. We trouwden in 1952 en kregen acht kinderen. Ik moet zelf nog eens goed nadenken hoe ik dat bolwerkte, maar het lukte heel aardig en er stelden zich nooit problemen. Pas toen nummer vijf er was, kwam er meer hulp in het huishouden. In 1967 opende de drukkerij als eerste bedrijf op het industrieterrein van Stene. Ik heb er tot de komst van de computer de boekhouding verzorgd. Het digitale tijdperk was niet aan mij besteed.”
“Chapeau als ik daar achteraf op terugkijk”, reageert haar man. “Georgette zag dat allemaal als heel logisch. Ik was natuurlijk veel uithuizig, maar dat is nooit een probleem geweest. Mijn echtgenote ging bovendien veel mee naar evenementen.” Julien Goekint is trots als hij terugkijkt op zowel zijn politieke carrière als zijn loopbaan als bedrijfsleider. “De uitbouw van de drukkerij, later samen met twee van mijn zoons: daar ben ik inderdaad trots op. Op politiek vlak zou ik de uitbouw van de haven durven vermelden. Mijn contacten op provinciaal vlak en in Brussel hebben daar goed bij geholpen.”
Alles kan, niets moet
“Maar we hebben het geluk om op die leeftijd nog steeds samen te zijn” zegt de ereburgemeester met overtuiging. “Alles kan, niets moet. We hebben destijds heel veel gereisd naar verre landen en die herinneringen zullen ons natuurlijk altijd bijblijven. Skiën was een passie. Ik heb dat beoefend tot ik meer dan 80 jaar oud was, en Georgette tot een stuk in de 70.”
“Op 92-jarige leeftijd is het vet er natuurlijk van af”, knipoogt Julien Goekint, “maar we voelen ons nog steeds heel goed. Ik ging vroeger heel veel wandelen, vooral langs de Kaai en de Zeedijk. Soms wandelingen van wel drie uur, maar dat lukt nu niet meer.”
“Het gaat er uiteraard heel wat rustiger aan toe dan tijdens de bewogen politiek jaren”, gaat Georgette verder. We staan zo vroeg niet meer op en ofwel halen we wat te eten, of laten wij het brengen. Ook gaan wij regelmatig op restaurant. Kortom: wij laten het leven op ons afkomen, we zien wel hoe het verder gaat. We plannen natuurlijk geen zaken meer op lange termijn, maar een dag met een keer nemen, lukt heel aardig. We zijn heel gelukkig, blij dat we er allebei nog zijn en genieten volop van ons huiselijk leven. Meer moet dat niet zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier