Hubert plant tweede konvooi naar Oekraïne: “Mensen zijn guller omdat ze weten dat ik ter plaatse ga”

Hubert Rubbens tussen zijn ingezamelde hulpgoederen waarmee hij naar Oekraïne is vertrokken. © PETER MAENHOUDT
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Hubert Rubbens, trekt met een vrachtwagen vol hulpgoederen naar Oekraïne. De respons op zijn actie is zo groot dat hij wellicht een tweede konvooi plant. “Hopelijk word ik een beetje een aanspreekpunt”, zegt hij.

“Als we de mensen ter plaatse kunnen helpen, dan moeten we dat doen. Wij zouden ook heel blij als ze ons helpen. Mijn grootmoeder maakte twee wereldoorlogen mee en vluchtte twee keer naar Engeland. Ik ben haar uitspraken indachtig en besliste op 6 december, toen ik weer eens in de huid kroop van Sinterklaas, om iets te doen voor de kinderen en bevolking in Oekraïne.” Aan het woord is Hubert Rubbens, bekend van Oostende voor Anker en tal van andere organisaties. “Het devies van mijn servicelcub Kiwanis Oostende Noordzee is ‘serving the children of the world’ en dat pak ik letterlijk.” Hij doet geen half werk en koos er bewust voor om niet te doneren aan een bestaande organisatie maar zelf te rijden naar Oekraïne.

Overrompeld

Zijn persoonlijke missie kreeg al gauw steun : van de Kiwanis, het stadsbestuur dat een vrachtwagen en goederen ter beschikking stelde en heel veel Oostendenaars. “Ik had niet gedacht dat het zo’n proporties zou aannemen. We probeerden zoveel mogelijk kinderkledij en schoenen te verzamelen. Alles gaat eerst door de handen van mijn echtgenote Ann die controleert dat het goed materiaal is. Maar we verzamelden ook dekens, donsdekens, buggy’s en medicijnen. De militairen worden er bediend, maar de gewone bevolking heeft nood aan pijnstillers, verbanden en zeer veel babymateriaal en –voeding. Ook dat nemen we mee.” Hij heeft nu al 20 kubieke meter en daar komt straks nog voor 4000 euro droge voeding en een pallet medisch materiaal bij.

Liviv

“We vertrekken zondag, rijden door Polen tot in Lviv in Oekraïne. Er zijn 700.000 mensen die ook van het platteland zijn geëvacueerd. Daar is er contact met een lokale hulporganisatie bij wie een deel van de goederen afgeven. Een tweede deel van het konvooi zijn veldbedden en slaapzakken voor de militairen die Rubbens, gewezen onderofficier bij de marine, graag zou bezorgen. “Het wordt afwachten of ik daar toestemming voor krijg”, zegt hij. Maandag wordt er gelost en op dinsdag en woensdag worden de goederen verdeeld. “Daar wil ik bij zijn zodat ik zie waar het terecht komt. En ik wil luisteren waar ze nood aan hebben voor een volgende missie.”

Gulle Oostendenaars

“Er zijn drie mogelijkheden om hulpgoederen daar te krijgen. Ofwel geef je het in Brussel aan een vereniging onder auspiciën van de ambassade van Oekraïne ofwel geef je het af aan de Poolse grens in grote depots waar je niet weet wat er effectief zal toekomen. Of je rijdt zelf. Het is opvallend dat de Oostendenaars guller zijn omdat ze weten dat ik ter plaatse ga en ervoor zorg dat het goed besteed wordt. Er voor deze actie was ook geen centraal inzamelpunt. De mensen zijn materiaal bij mij thuis komen afgeven en in de voorlopige stapelplaats. Ik kreeg de voorbije dagen veel aanvragen van mensen om nog meer materiaal te brengen, maar ik zet het eventjes ‘on hold’. Ik sluit niet uit dat er dit voorjaar een tweede konvooi komt.”