Hoofdredder Levy Meyer beleeft drukke tijden op het strand: “Ik word niet gespaard in mijn eerste jaar”

Levy Meyer heeft de tofste job ter wereld, “maar vraag me dat nog eens na dit seizoen”, lacht hij. © Davy Coghe
Dany Van Loo

Hij was voorbestemd om strandredder te worden, en is sinds dit jaar hoofdredder in ‘zijn’ Oostende: Levy Meyer (28) over de hete, hectische zomer vol verloren gelopen kindjes en achteloze toeristen, en zijn streven om de reddingsdiensten nog beter te organiseren: “Ik wil met de besten op het strand staan.”

Dat geboren en getogen Oostendenaar Levy Meyer – negende generatie, zegt hij fier en met een knipoog – ooit als redder op het strand van Oostende zou staan, stond in de sterren geschreven. Zijn beide ouders waren het, net als zijn broers.

Zelf houdt hij al tien jaar de baders in het oog, eerst als jobstudent en postoverste. Vorig jaar werd hij adjunct-hoofdredder, dit jaar nam hij de fakkel over van hoofdredder Jonathan Devos. Die nam een sabbatjaar om zijn vrouw achterna te reizen naar de Verenigde Staten.

Altijd al redder willen worden, dus?

“Het lag inderdaad in de lijn der verwachtingen, als je de familiegeschiedenis bekijkt (lacht). Watersporten, en zeker zwemmen, hebben mij altijd gefascineerd – zie mijn opleiding tot leraar LO aan Howest Brugge.”

“Ik heb daarna mijn job als coördinator fysieke paraatheid bij het Opleidingscentrum voor de Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten (WOBRA) in Zedelgem tien jaar lang kunnen combineren met het strandredder zijn, want tijdens de zomermaanden nam ik daarvoor verlof. Bij WOBRA was ik ook docent Redder aan Zee en dat blijf ik op freelance basis doen.”

En toen kwam die functie als hoofdredder plots in de kijker.

“Inderdaad. Toen Jonathan liet weten dat hij vertrok, was ik al adjunct-hoofdredder. Ik wist perfect wat mij te wachten stond, omdat een adjunct de hoofdredder vervangt tijdens diens afwezigheid. Ik heb deelgenomen aan het stadsexamen voor hoofdredder en van de twintig kandidaten eindigde ik als beste.”

Je slaagde er meteen in om de aanstellingsprocedure voor strandredders ingrijpend aan te pakken.

“Het blijft de bedoeling om met de besten op het strand te staan en daarvoor wordt nu een – het mag gezegd – aan onze kust unieke en vooral objectieve procedure gevolgd: 50 punten op praktijk, 40 op theorie, 5 op ervaring en 5 als je inwoner van Oostende bent. Het stadsbestuur heeft mij daarin volledig gesteund. De formule werkt overigens perfect. We merken heel duidelijk het verschil, op het strand. Ik ben heel blij dat ik dat erdoor kreeg.”

Je bent voor je eerste seizoen als hoofdredder meteen in het diepe gegooid.

“Ik word inderdaad niet gespaard in mijn eerste jaar (lacht). We hebben hectische dagen meegemaakt, zeker in de week van 21 juli. Het was bloedheet, de stranden waren overvol en dat zorgde voor problemen en interventies. Gelukkig is de samenwerking met de verschillende diensten die actief zijn op het strand nog nooit zo goed geweest als nu.”

“Mijn redders komen op de eerste plaats”

“Zo kan ik echt niet zonder de politiemensen op het strand. Zij spelen heel kort op de bal, zodat wij niet met Blankenbergse toestanden geconfronteerd worden. Vechtpartijtjes of ruzies worden in de kiem gesmoord en het is niet de bedoeling dat de redders daarin tussenkomen. De communicatie met de agenten verloopt overigens prima. Mijn papa is strandcoördinator bij de politie (glimlacht).”

Verloren gelopen kindjes: er zijn er dit jaar wel heel veel. Een groot probleem voor jullie?

“Toch wel. Alleen al tijdens het verlengd weekend van 21 juli waren er bijna tweehonderd. En dat brengt voor ons serieuze problemen met zich mee. Onze primaire verantwoordelijkheid is het in het oog houden van de mensen in zee, zorgen dat niemand in moeilijkheden geraakt en zo ja, onmiddellijk optreden. Dat wordt er niet gemakkelijker op als er aldoor – overigens begrijpelijk – ongeruste ouders in groep rond de redders staan en daardoor hun taken aanzienlijk bemoeilijken.”

Wie is Levy Meyer?

Privé

Vrijgezel. De job maakt het moeilijk om een vaste relatie te hebben.

Opleiding en loopbaan

Na studies Sport aan het KTA in Gistel, bacheloropleiding Lichamelijke Opvoeding aan Howest Brugge. Daarna coördinator fysieke paraatheid en docent Redder aan Zee bij het Opleidingscentrum voor de Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten (WOBRA). Redder aan zee in de zomermaanden, vorig jaar adjunct-hoofdredder en sinds dit jaar hoofdredder.

Vrije tijd

Kitesurfen en skiën, en de vzw Movement, die naschoolse sport op maat aanbiedt.

“Ouders dragen toch een verantwoordelijkheid als dochter of zoon het op een lopen zet. Het helpt absoluut als je het hen goed uitlegt, en heel wat kinderen raken niet verdwaald omdat de ouders maatregelen nemen, zoals het kindje een bandje met een telefoonnummer omdoen of dat nummer met alcoholstift op de arm schrijven.”

“De meeste verloren gelopen kinderen zijn overigens niet van hier, want heel veel lokale ouders kennen de gevaren. Dat is lang niet altijd het geval bij toeristen. Het mag een cliché lijken, maar de zee is geen zwembad en kan heel verraderlijk zijn.”

Hoe ga je om met de verantwoordelijkheid?

“Die is heel groot, maar ik ben gelukkig stressbestendig. Maar mijn redders komen op de eerste plaats. Als die er niet zijn, mag je baden in zee vergeten. Ze waren na dat drukke weekend gewoon óp. Ook hun veiligheid is van het grootste belang. Ik ben in de eerste plaats een van hen: ik ga mee met de boot, mee zwemmen en testen.”

Je bent de enige beroepsredder. Is er plaats voor meer?

“Het zou zeker helpen mochten er enkele vaste, professionele mensen bij komen. Een vorm van flexi-job voor redders, waarom niet? Het is zeker niet zo dat er buiten het seizoen geen werk is, integendeel.”

Kortom, dit is voor jou de tofste job ter wereld.

“Absoluut, maar vraag me dat nog eens na dit seizoen.” (lacht)