Hoe zit het met nieuwe campus ’t Saam? “Er loopt geen bouwaanvraag meer voor beide sites”
In mei 2021 stelde ’t Saam zijn definitief plan voor om campus Aloysius te verhuizen naar de site Cardijn in Diksmuide. 1 september 2024 zou de gedeeltelijk nieuwe school openen. In de Wilgendijk zou het schoolgebouw plaats maken voor een bouwproject. Zowel de aanvraag voor de nieuwe campus als die voor de verkaveling zijn ingetrokken. Er lopen momenteel geen nieuwe aanvragen. Wat betekent dat voor de toekomst van de school?
“Op 1 september 2024 willen we ons nieuw schoolgebouw in de Cardijnlaan openen”, klonk het bij de voorstelling van de eerste plannen vastberaden. Het budget van 19,5 miljoen euro was voorzien. Vandaag weet technisch directeur Tommy Es, die het project coördineert, dat die deadline niet gehaald zal worden. De bouw van een nieuwe school duurt drie jaar. Begin vorig jaar trok ’t Saam voor de tweede keer een bouwaanvraag in. Een paar maanden later deed de ontwikkelaar, die in de Wilgendijk 91 wooneenheden wilde realiseren, hetzelfde. Protest van de buurt lag telkens aan de basis daarvoor. Momenteel heeft het stadsbestuur van Diksmuide geen nieuwe bouwaanvraag ontvangen voor het project in de Cardijnlaan én de Wilgendijk.
Wat rest is een pak onzekerheid maar wel nog steeds ambitie om in de Cardijnlaan een nieuwe school voor 1500 leerlingen te bouwen. Campus Cardijn telt nu 780 leerlingen en campus Aloysius 615. “Het klopt dat er geen nieuwe bouwaanvraag loopt omdat we eerst een draagvlak willen creëren”, stelt Es. “De ontwikkelaar die in de Wilgendijk een woonproject wil realiseren van zodra Aloysius is verhuisd, hertekent momenteel zijn plannen in functie van de klachten die binnenkwamen van de buurt. Het valt af te wachten hoe hij zal omgaan met de hoogtes en de capaciteit want het moet rendabel blijven.”
Compromis
Over de nieuwe school in de Cardijnlaan zijn er nog veel vraagtekens. “Ook daar streven we naar een compromis. Plots kregen we van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) een negatief advies. In het kader van het nieuwe stikstofdecreet wilden ze eerst weten hoeveel broeikasgassen de stookinstallatie, die in de nieuwbouw behouden zou blijven, uitstootte. Hoewel de resultaten van die meting binnen de marges vallen, wachten we toch nog even met het aanvragen van een omgevingsvergunning. Zo willen we weten welke voorwaarden de aanpassing van het klein stedelijk gebied met zich meebrengen. Die procedure loopt volop. Naast die administratieve elementen is er ook de kostprijs van het project die intussen 10 tot 20 procent is gestegen. We hebben nog geen exacte herberekening gedaan omdat de plannen nog kunnen wijzigen. De toegezegde subsidies behouden we ook al loopt het project vertraging op. Maar die tegemoetkoming is wel niet geïndexeerd. We nemen voldoende tijd om de plannen op punt te zetten.”
Een deadline legt ’t Saam zich niet meer op. “Het is onze ambitie om dit jaar zeker een bouwaanvraag in te dienen maar dat zal niet in de eerstkomende maanden zijn.” Rest de vraag of de aannemer die de site Aloysius wil verkavelen zoveel geduld zal hebben want dat project kan pas doorgaan als de bouwvergunning van de nieuwe campus in orde is. “We hebben een goede verstandhouding. Ik denk niet dat hij zijn ontwerp zou aanpassen mocht hij niet geloven in de goede aanloop”, zegt Tommy Es daarover.
Oplapwerk
Intussen is het beredderen met lap- en tapwerk. “We moeten nu extra kosten doen omdat de bouw van de nieuwe school op de lange baan is geschoven. Ik denk maar aan een nieuw dak voor de A-vleugel in campus Aloysius. Dat kost 140.000 euro maar we hopen op 60 procent subsidie van Agion. We hopen dat de verwarmingsinstallaties stand houden en gaan na welke energiebesparende maatregelen we kunnen nemen op vlak van verlichting en verwarming.”
Eén ding is tot slot wel zeker: de nieuwe campus moet in de Cardijnlaan komen. “Ik zou niet weten waar we dat project anders zouden kunnen realiseren in Diksmuide”, besluit Tommy. “Ook op andere plaatsen zijn er buren. Onze industriële opleidingen horen thuis op een bedrijventerrein. De leerlingen kunnen vlakbij ervaring opdoen tijdens hun stages.” (GUS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier