In MFC De Kindervriend in Rollegem tikt de klok genadeloos door. Eind oktober is het schooljaar alweer goed op gang, behalve voor één leerling: Othman Abukar. De vijftienjarige jongen, die in januari zestien wordt, heeft een ernstige verstandelijke beperking en nood aan voltijdse professionele zorg. Maar er is nergens plaats voor hem.
“We hebben vorig jaar alles gedaan om een nieuwe plek te vinden”, zeggen leefgroepsbegeleidsters Marieke Cagnie (29) en Nathalie Dekimpe (48). “Maar overal kregen we een ‘nee’: wachtlijst, geen gepast aanbod. We klopten zelfs aan bij voorzieningen voor volwassenen. Overal staan ze onder grote druk.”
Geen doorstroom meer mogelijk
Othman verblijft al jaren in De Kindervriend. Daar kunnen kinderen buitengewoon lager onderwijs volgen tot hun dertiende, en indien nodig verlengen met twee jaar. Daarna moeten ze doorschuiven naar een leefgroep met secundair onderwijs. “Tien jaar geleden konden kinderen nog perfect op 13 jaar doorschuiven”, zegt Nathalie Dekimpe. “Vandaag is dat bijna onmogelijk. De wachtlijsten zijn lang en sommige jongeren blijven noodgedwongen langer bij ons. Maar 15 jaar is de ultieme datum. Dan stopt het onderwijs hier.”
Bij Othman is de situatie extra moeilijk. “Door zijn specifieke hulpvraag komen slechts twee voorzieningen in West-Vlaanderen in aanmerking”, zegt Marieke Cagnie. “En ook daar is geen plaats. Met aanpassingen die hij nodig heeft, zijn er in heel de provincie maar twee leefgroepen waar hij terechtkan.”
Tijdelijke noodoplossing
Vanaf september moest Othman zijn huidige plek verlaten, maar omdat er geen alternatief was, bleef hij noodgedwongen bij De Kindervriend. “We zorgen hier met beperkte middelen voor een noodoplossing”, zegt Cagnie. “Maar dat kan niet blijven duren. Vanaf januari verhuizen we naar een ander gebouw. Daar kunnen we de hulpmiddelen die Othman nodig heeft niet meenemen. Dan is het voor ons niet meer haalbaar.”

Othman krijgt sinds dit schooljaar amper nog onderwijs. “Hij mist zijn klasactiviteiten”, vertelt Cagnie. “Hij had hier zijn school op het domein, maar sinds 1 september is dat weggevallen. We zien dat hij daar veel moeite mee heeft. Hij wordt humeuriger, verdrietiger. Zijn structuur is weggevallen. Maar de zorgvraag van Othman is zó hoog dat het onmenselijk en gevaarlijk zou zijn om hem voltijds thuis te steken.”
Voorlopig kan Othman tot eind december bij De Kindervriend blijven. Daarna is de toekomst onzeker. “We willen er niet aan denken wat er gebeurt als er geen plaats gevonden wordt”, zegt Cagnie. “Othman heeft recht op zorg en onderwijs, net als elk kind. Maar de tijd dringt.”
Thuis onhoudbaar
Othman gaat twee avonden per week naar huis. Zijn moeder, die liever anoniem blijft, doet dat met veel liefde, maar ook met grote ongerustheid. “Fulltime zorg is voor mij niet haalbaar”, zegt ze. “Ik moet altijd bij hem blijven, zelfs als ik naar het toilet ga. We moeten thuis alles sluiten. Othman is groot en sterk. Hij klimt uit ramen of over de omheining. Zelfs zijn bed staat hier op de grond met een antischeurlaken, want hij scheurt alles kapot. Bij alles heeft hij hulp nodig.”
De mama woont alleen met haar vijf kinderen. “Ik heb enkele vriendinnen, maar geen familie hier”, vertelt ze. “Zijn vader woont in Nederland en is niet meer in beeld. Ik maak me ernstige zorgen. Ik hoop elke dag op een oplossing, maar het weegt zwaar. Ik wil er niet aan denken als er geen oplossing komt. Ik ben bang dat dat hem fataal wordt.”
“Ik wil er niet aan denken als er geen oplossing komt. Ik ben bang dat dat hem fataal wordt”
De mama hoopt dat de overheid ingrijpt. “Ik denk dat er in heel Vlaanderen nog mensen in dezelfde situatie zitten”, zegt ze. “De regering moet kijken hoe ze dit kunnen oplossen. Het wordt elk jaar erger. Kinderen moeten naar school gaan. Waarom zou het voor kinderen met een beperking anders zijn? Zij hebben ook recht op onderwijs.
Structureel probleem
De begeleiders voelen de druk stijgen. “We houden ons hart vast”, zegt Marieke Cagnie. “We zien Othman graag, maar we maken ons zorgen over wat er met hem zal gebeuren. Het is emotioneel zwaar. Hij loopt soms weg, kent geen gevaar, eet wat hij vindt. Als hij voltijds thuis moet zijn, is dat niet veilig.”
“De situatie van Othman is niet uitzonderlijk”, vult Nathalie Dekimpe aan. “We zien het steeds vaker gebeuren. We hadden vorig jaar al een meisje in exact dezelfde situatie. En volgend jaar staan er opnieuw drie jongeren op de rand van hetzelfde probleem.”
Directeur Geert Verpoest: “Vorig jaar hadden we voor het eerst een meisje waar helemaal geen oplossing meer voor gevonden werd. Dit jaar Othman. Andere ouders moesten twee maanden kamperen op de parking van een school in afwachting van een leefgroep. We vrezen hetzelfde scenario voor drie vijftienjarigen volgend schooljaar.”
“Andere ouders moesten twee maanden kamperen op de parking van een school in afwachting van een leefgroep”
“En dit is maar het zichtbare probleem”, zegt hij. “Elk jaar gaan er bij ons een vijftiental kinderen over naar een voorziening met buitengewoon secundair onderwijs. Vorig jaar vonden slechts zeven kinderen tijdig een oplossing. Dit jaar maar drie. We hebben nood aan een programmatie op middellange termijn, of aan middelen om als minderjarigenvoorziening zelf uitbreiding te kunnen voorzien.”