“Het was een koffer vol geld of de eindzege in de Giro”
Een West-Vlaming die in de Vuelta dertien etappes wint, eindwinnaar wordt, vervolgens ook zeven ritzeges in de Giro behaalt en een andere West-Vlaming, zijn knecht nota bene, de eindzege ziet behalen. Kan u het zich levendig voorstellen? Waarschijnlijk niet, maar het kan dus wel. Freddy Maertens (68) en Michel Pollentier (69), beiden geboren op 13 februari, brachten dat huzarenstukje in de lente van 1977 tot een goed einde. Een reconstructie van 48 wonderbaarlijke dagen ten huize Flandria-Velda-Latina. “Freddy had met een aangepast programma zelfs de Tour kunnen winnen.”
Geen sportzomer zeg je? Wij maken er de mooiste ooit van. Onze sportmannen Frank Buyse en Tom Vandenbussche selecteerden dé 15 West-Vlaamse topsportmomenten, onze lezers maakten er een top 10 van. Een zomer lang herbeleven we jullie mooiste momenten. p>
Zaterdag 4 december 1976, Lombardsijde. Het is nog vroeg in de ochtend wanneer Freddy Maertens in zijn villa José Luis Albeniz ontvangt. Albeniz is de organisator van de Ronde van Spanje. Ook Flandria-ploegleider Lomme Driessens is aanwezig. De drie hebben afgesproken om samen te ontbijten. Albeniz heeft een contract bij zich. De Vuelta heeft, amper een jaar na het overlijden van dictator Franco, nood aan een internationale ster. Albeniz heeft vele miljoenen peseta’s over voor Maertens en zal 23 dagen later in Bilbao een parcours voorstellen dat de regerende wereldkampioen wel heel erg zal bevallen. Driessens en Maertens gaan meteen akkoord. “Deze Vuelta gaan we winnen zonder uit de bus te stappen”, klinkt Driessens zelfverzekerd.
Januari 1977, Milaan. Een bericht van de Flandria-ploeg: “Freddy Maertens ziet af van de Vuelta en zal dit jaar Tour en Giro rijden.” Daar is maar één reden voor: Pol Claeys van het noodlijdende Belgische team heeft een derde sponsor gevonden naast (brom)fietsenfabrikant Flandria en beddenmaker Velda. Het Italiaanse verzekeringsbedrijf Latina springt bij. Op één voorwaarde: dat de ploeg mét Maertens Giro en Tour zal rijden.
Albeniz laat het daar uiteraard niet bij. Hij neemt juristen onder de arm, schakelt de wielerfederaties in en dreigt met een boycot voor andere koersen. Eind februari komt het verlossende woord. “Flandria zal met Maertens en zijn goeie vriend Pollentier aan zowel Vuelta als Giro deelnemen. Aan één stuk door, met vier dagen ertussen om de reis vanuit het Baskenland naar Zuid-Italië te maken.” Driessens: “Freddy heeft me beloofd de Vuelta te zullen winnen. Op een grootse manier!” Maertens: “De Giro is het hoofddoel, maar Spanje kan een goeie voorbereiding zijn.”
In de slag met Teka
Dinsdag 26 april 1977, Dehesa de Campoamor. De Vuelta start met een proloog over acht kilometer. Een geschikte klus voor de 25-jarige Maertens, die zijn rol als favoriet bevestigt en de oranje leiderstrui pakt. Maertens wint vervolgens ook de eerste twee ritten in lijn in de sprint. De pers gaapt luidruchtig: “Dit wordt een heel saaie Vuelta.” Na twaalf dagen en dertien ritten staat Maertens’ teller op tien zeges, waaronder die op 5 mei in Tortosa. Driessens: “Freddy dacht echt aan alles. Hij won op mijn 65ste verjaardag en gaf me de bloemen.” Dankzij de royale bonificaties en tijdritten leidt Maertens met 1’43” voorsprong op Miguel Maria Lasa. De bergen wachten, maar Driessens heeft zijn maatregelen genomen om een gecoördineerde Spaanse aanval te voorkomen: zijn ploeg zit in de slag met Teka. Maertens: “Voor Spaanse ploegen was het ploegenklassement van levensbelang. We kregen 250.000 frank (6.250 euro, red.) van Teka. Op een dag riep ik hun kopman Lasa bij me: zorg dat je met vier man mee bent. We gaan een waaier trekken. ‘t Was zo geregeld, voor een schoon centje.”
Zondag 15 mei 1977, Miranda de Ebro. Maertens wint zijn dertiende rit, het puntenklassement én de Vuelta, waarin hij van begin tot einde leider is geweest. En dat bij zijn eerste (en laatste) deelname. “Deze Vuelta is de grootste stunt van mijn carrière. Dit doet niemand me nog na.” Pollentier wordt zesde in de eindstand. “Maar het kostte me niet de minste moeite om me weg te cijferen. Freddy was een veel betere afwerker en daar werden we met zijn allen beter van.”
Parcours voor Moser
Vrijdag 20 mei 1977, Monte di Procida. Vijf dagen na de Vuelta staan Maertens en Pollentier in Napels ook aan de start van de Ronde van Italië. Maertens: “De pers was euforisch: hoeveel koersen zou ik in 1977 aan dit tempo winnen? Ze hadden een rekensommetje gemaakt. In mei 1976 had ik al 15 zeges geboekt en strandde ik op 54. In mei 1977 stond de teller al op 31… En dus trok ik naar de Giro. Om nog meer koersen te winnen.” Pollentier: “Ik reed liever de Tour, maar door onze Italiaanse cosponsor Latina waren we verplicht om naar de Giro te gaan. Ach, als ik maar kon koersen.” Driessens in 1993: “Met een aangepast programma had Freddy zelfs de Tour op zijn palmares kunnen zetten. Ik was er dus van overtuigd dat hij de Giro kon winnen.”
Flandria beseft dat de belangrijkste tegenstand van Francesco Moser zal komen. Als Maertens wil winnen, moet hij de Italiaan achteruit slaan in de tijdritten en vlakke etappes. Driessens: “We hadden uitgerekend dat we zo’n vijf, zes minuten voorsprong op Moser moesten hebben bij de start van de Dolomieten.” Maertens begint uitstekend en wint zeven van de elf eerste ritten. In de stand staat hij tweede, op luttele seconden van Moser. Maertens: “Giro-organisator Vincenzo Torriani had het parcours speciaal voor Moser uitgetekend, met niet al te steile bergen, een proloog en twee tijdritten. Net door dat profiel was ik er zeker van dat ik de Giro kon winnen.”
Intussen houdt Michel Pollentier zich koest. “Voor Driessens telde alleen Freddy. Naar de anderen keek hij niet om. Ik was als zijn knecht aan de Giro begonnen, maar in de eerste bergrit verloor hij anderhalve minuut. Veel mensen denken dat hij de Giro zou hebben gewonnen, maar dat klopt niet. Freddy was goed, maar niet goed genoeg om in de Dolomieten stand te houden. Ik bleef echter bij hem, ook al voelde ik dat ik de benen had om met de besten mee te gaan. Als Freddy in koers was gebleven, zou ik zeker voor hem zijn blijven rijden. En had ik zelf ook de Giro niet gewonnen.”
Er is echter nog meer: op 26 mei bevalt Pollentiers vrouw Josiane Sarrazijn in België van hun tweede zoon, Frederick. Papa Michel blijft in Italië. “Wat moest ik thuis gaan doen? Mijn vrouw moest bevallen, ik niet. Zij kon dat best alleen. Neen, ik heb er geen moment aan gedacht om naar huis te gaan.”
De val van Mugello
Zaterdag 28 mei 1977, Mugello. Maertens behaalt ‘s ochtends zijn zevende ritzege. In de namiddag volgt nog een korte rit op het autocircuit. In de sprint haken Maertens en Rik Van Linden in elkaar. Maertens breekt zijn pols. “Ik kon niet meer remmen of schakelen. Ik moest naar huis, weg uit de Giro. De dag van Mugello was de dag van het begin van het einde.”
Bij Flandria is de verslagenheid groot. Claeys en Driessens willen uit de Giro stappen en vol inzetten op de Tour. Pollentier: “Goed dat Latina zich daartegen verzette. En ‘s avonds kwam Driessens op mijn kamer. Michel, het is simpel. Jij gaat de Giro winnen. Ik wist niet wat ik hoorde. Eerst zag hij me niet staan en nu werd ik plots zijn kopman. Maar hij raakte wel de juiste snaar. Dat kon hij dus wel, renners in zichzelf laten geloven. Gij zijt den besten, Michel. Niemand kan wat gij kunt. En diep vanbinnen geloofde ik hem.”
Driessens in 1993: “We wisten alleen niet of Pollentier bekwaam was om met de druk om te gaan. Ik hield Michel nauwlettend in het oog en stelde vast dat hij in een paar dagen tijd veranderde van een meesterknecht in een kopman.” Twee dagen na de val van Maertens wordt Pollentier derde in de tijdrit naar Pisa, op zes seconden van Moser. “Vijf kilometer voor het einde reed ik zelfs lek. Pas die dag besefte ik hoe sterk ik wel was.”
Advies van Van Looy
Donderdag 2 juni 1977, San Giacomo di Roburent. Pollentier wil zijn Josiane, die jarig is, met bloemen verrassen. Rik Van Looy, die de Giro als chauffeur van een Vlaamse krant volgt, raadt hem aan om voluit te gaan. “Van Looy kende die aankomst. San Giacomo was een stadje op een berg van 1.000 meter. Hij zei: trek je niets aan van Lomme en luister naar mij. Als je je goed voelt, moet je vandaag al aanvallen. Op de slotklim zag ik hoe Moser sukkelde. Ik was fris en reed van hem weg. Op de top had ik 33 seconden voorsprong en in de stand volgde ik nu op 22 seconden.”
Driessens is razend. “Hij wilde dat ik voor de Dolomieten geen trap te veel gaf en schold mij uit, terwijl ik toch een goeie zaak had gedaan.” De Italianen worden intussen met de dag zenuwachtiger. “Plots stond Moser op een avond in mijn kamer, samen met Torriani. Ze boden me een koffer vol geld aan om de Giro te verliezen.” Driessens: “Dat een buitenlander de Giro zou winnen, kwam hen commercieel gezien slecht uit. Die koffer keerde telkens terug en zag er elke dag zwaarder uit. We kunnen daar morgen nog eens over spreken, zei ik telkens. Zo won ik tijd. Maar in de Dolomieten moesten we kiezen.” Een gesprek met zijn kopman volgt. “Michel, je moet kiezen tussen een koffer met geld of de eindzege.” Pollentier aarzelt niet: “Ik wil de Giro winnen.”
Italiaanse hulp
Dinsdag 7 juni 1977, Cortina d’Ampezzo. In de eerste Dolomietenrit grijpt Pollentier la maglia rosa. “Als ik aan mezelf getwijfeld had, zou ik dat geld aangenomen hebben. Maar ik was zeker van mijn stuk.” In een zaaltje van de toeristische dienst van Cortina d’Ampezzo zoeken Vlaamse journalisten na afloop naar de strafste superlatieven om Pollentiers prestatie in hun krant te verwerken. Ze willen niet lastiggevallen worden, maar dat is buiten ene Christina, secretaresse van Giro-organisator Torriani, gerekend. “Kan het zijn dat ik deze naam al twee weken verkeerd schrijf? Dat die alle dagen fout in de uitslagen heeft gestaan? Daarnet is iemand mij komen zeggen dat Poleniter niet meerijdt. Is dat zo?” De Vlaamse journalisten kunnen hun lach niet onderdrukken. Natuurlijk hebben ze dat gemerkt, maar tot vandaag heeft niemand zich eraan gestoord. Nu kan dat echter niet meer, want de 26-jarige Poleniter uit het West-Vlaamse Keiem heeft Francesco Moser uit Palu di Giovo uit het roze gefietst.
Probleem één: Flandria heeft wel een goeie ploeg, maar geen klimmers. Driessens: “Dus moesten we bondgenoten vinden. Ik had gelukkig nogal wat vrienden in Italië. Eén team (Vibor, red.) beloofde me assistentie in ruil voor twee ritzeges. En ook Gibo Baronchelli, met wie ik het goed kon vinden, deed ik een ritzege cadeau.” Probleem twee: de Italiaanse tifosi. “Ik was doodsbang, want bergop werd ik door hen gehinderd, terwijl Moser naar boven werd geduwd”, aldus Pollentier. “Een boete, meer kreeg hij niet. Typisch Italië. Gelukkig werd het de laatste etappes weer rustiger. In de tijdrit in Binago zette ik de puntjes op de i.”
Foto van Frederick
Zondag 12 juni 1977, Milaan. Pollentier wint bij zijn eerste (en meteen ook laatste) deelname de Giro. Als knecht nota bene. “Ik apprecieer het dat Driessens mij in Italië als volwaardig kopman heeft behandeld.” Ook Maertens is naar Milaan afgereisd. “Ik was oprecht blij met Michels zege en wou hem dat ook tonen. Ik had een nieuw, bleek kostuum aangetrokken en was klaar voor het feestje met Michel en de ploeg. En of het een feestje werd…”
Drie dagen later start Pollentier in de Ronde van Zwitserland, die hij ook wint. Nog eens twee dagen later volgt een Belgische titel op de weg in Yvoir. “Maar vanuit Milaan ben ik toch eerst een dagje naar huis gekomen. Twee dagen eerder was mijn vader met vrienden naar de Giro afgezakt. Internet bestond nog niet en dus hadden ze een exemplaar van Het Laatste Nieuws bij. Op de cover stond stond een fotootje van Frederick met de tekst: Girowinnaar, hier staat uw zoon. Het was de eerste keer dat ik mijn zoon zag.”
De Sportzomer van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier