Het Mannahuis, de sociale keuken die dagelijks warme maaltijden bereidt en in hun restaurant opdient aan de minderbedeelden in onze stad, kan vers bloed gebruiken.
“We kunnen op 80 vrijwilligers rekenen om dagelijks warme maaltijden te bereiden en deze op te dienen in ons restaurant”, vertellen Trees Vanwalleghem en Brigitte Dely. “Dat kan veel lijken maar toch komen we mensen te kort. Onze vrijwilligers komen om de drie weken een dag werken tussen negen uur ’s morgens en drie uur in de namiddag en dagelijks hebben we zes vrijwilligers nodig. We beginnen met de zaal klaar te zetten, de tafels te dekken en de toiletten te controleren, terwijl de keukenploeg al begint met eten te bereiden. We zorgen iedere dag voor een lekkere, voedzame maaltijd. Een voorbeeld van een menu? We starten bijvoorbeeld met tomaten-pompoensoep, dan volgen aardappelen, schorseneren in kaassaus met worst om af te sluiten met een koffie met een wafel.”
Doorverwijzingsattest
“Op een gemiddelde dag ontvangen we vijftig klanten. Dat zijn er meer dan vroeger, ja. Wie hier komt, moet een doorverwijzingsattest hebben. Men krijgt dat van een huisdokter, het Welzijnshuis of andere sociale organisaties. Dan betaalt men slechts anderhalve euro voor een maaltijd en een halve euro voor koffie.”
“We zoeken inderdaad nieuwe medewerkers. Ik denk dat de gemiddelde leeftijd van onze vrijwilligers 70 jaar is en wat ze hier doen, is zwaar werk. Er is het klaarzetten, het poetsen en het koken maar ook het bedienen van de klanten. De zaal gaat open om 10.30 uur ‘s morgens en wie wil kan dan een koffie drinken. Vanaf 11.30 uur beginnen we soep op te scheppen en dan begint het druk te worden. Klanten kunnen tot 13 uur binnen komen om te eten. Wanneer het kouder wordt buiten, zien we nog meer klanten komen. Dat zijn meestal mensen van hier. Veel allochtonen komen er niet over de vloer. Wij bereiden immers meest varkensvlees en koken ook niet halal. Dat is voor ons niet haalbaar.” (PS)