Het geheugen van Gheysen (6) : Een monument van een burgemeester
Na 35 jaar in de West-Vlaamse media zit de carrière van onze Jan Gheysen er bijna op. Tien weken lang neemt hij afscheid met een reeks reportages. Gheysen graaft in zijn geheugen en duikt in onze nieuwsgeschiedenis. Vandaag: zijn band met Daniël Denys.
Het begon met een dissonant. “Ik ken u, gij zijt een van de onzen”, had hij gezegd toen editieredacteur Geert Vanhecke mij voorstelde als zijn opvolger voor de editie Roeselare van Het Nieuwsblad. We zaten één hoog in het kabinet van de burgemeester in het Roeselaarse stadhuis en burgemeester Daniël Denys wist dat mijn toenmalige echtgenote bij de christelijke vakbond in de Henri Horriestraat werkte. De burgemeester was een ACW’er in hart en nieren en kende de vakbond van binnen en van buiten. Ik ging meteen op het randje van mijn stoel zitten en antwoordde, scherper dan ikzelf had verwacht, dat ik nergens bij hoorde. “Graptje”, lachte hij zijn opmerking weg in een wolk van sigarettenrook. De opmerking “één van de onzen” bleef nazinderen en ik zou op mijn hoede blijven en erover waken dat hij dat geen tweede keer zou zeggen.
Gewiekst strateeg
Maar gaandeweg groeide het onderlinge vertrouwen. We zagen een man aan het werk voor wie het burgemeesterschap geen job was als een ander maar een manier van leven. Telefoons hoorden toen nog niet in onze jaszak, maar op de een of andere manier slaagde burgemeester Denys erin om vrijwel altijd en overal toegankelijk te zijn. Niet alleen voor journalisten, maar vooral ook voor zijn inwoners. Er werd wel eens smalend gezegd dat je hem net zo vaak tussen pot en pint kon treffen als op het stadhuis. Dat was ook zo, daar koos hij voor en het maakte dat uitgerekend hij, ooit-kajotter-altijd-kajotter in de geest van Cardijn , de onnavolgbare promotor werd van dé stad van de middenstand en commerce. Hij ontpopte zich als een gewiekst strateeg met zin voor diplomatie en tekende, samen met zijn kompaan schepen Joseph Vanoverberghe, de krijtlijnen uit voor één van de welvarendste centrumsteden van Vlaanderen. In mei zal het precies 35 jaar geleden zijn dat de tandem Denys-Vanoverberghe het waagde om als één van de eerste stadsbesturen het verkeer in het centrum van de stad totaal te hertekenen.
In de nacht van 13 op 14 mei werd het doorgaand verkeer uit het centrum geweerd en kwam er bijna overal eenrichtingsverkeer. Het mobiliteitsplan had voor- en tegenstanders, maar de tandem hield voet bij stuk en haalde grotendeels zijn slag thuis. Maar het duo Denys-Vanoverberghe bleef niet bij de pakken zitten en zorgde met een Algemeen Plan van Aanleg (APA) ervoor dat de stad voor de toekomst over voldoende ruimte beschikte om lokale industrie en handel alle kansen te geven om zich verder te ontwikkelen. Roeselare was één van de weinige steden die dat met zo’n APA waagde en plukt daar tot op vandaag nog altijd de vruchten van.
Tussen pot en pint
Het was na één van de gemeenteraden die over dat APA handelden, dat wij de burgemeester en zijn schepen van Openbare Werken aan een tafeltje in de Beaux Arts, vlakbij het stadhuis, aantroffen. Het was zo laat dat we al aan het zwerven waren tussen een gisteren en een morgen en ik voelde dat de burgemeester meer zou vertellen dan hij eigenlijk kwijt wou en dat ik met een primeur zou kunnen uitpakken. Toen het stuk verscheen, belde hij mij dat hij mij wou spreken. Hij nam het mij kwalijk dat ik misbruik had gemaakt van een zwak moment, dat hij, tussen pot en pint, off the record had gesproken en dat ik dat had moeten weten. Maar ook nu weer eindigde hij met een kwinkslag en gingen we de woede sans rancune doorspoelen in de Kingston, aan de andere kant van het stadhuis.
Enkele jaren later – we waren inmiddels verhuisd van Het Nieuwsblad naar WTV – wou hij dat we de verkiezingsshow nu eens niet in Kortrijk maar in Roeselare zouden organiseren. De sporthal van Schiervelde leek hem de ideale locatie. Voor WTV was dat minder vanzelfsprekend. We misten er een kabelverbinding én het glas in het plafond van de inkomhal zou voor belichtingsproblemen zorgen. Problemen zijn er om ze op te lossen, zei Daniël Denys. Binnen de kortste keren werd onder de Rijksweg een kabelverbinding getrokken en stadswerklui slaagden in het huzarenstuk om de glazen koepel met een zeil af te dekken. De show trok naar Roeselare en later zouden WTV en Focus trouwens helemaal naar Roeselare verhuizen. In 2005 gaf Daniël Denys de burgemeesterssjerp door aan Luc Martens. Drie jaar later overleed hij. Een jaar later zou schepen Vanoverberghe de ereburgemeester volgen. We zijn in al die jaren langs veel burgemeesterskabinetten in onze provincie gepasseerd, maar er zijn er weinig waar we zo vaak in ernst en luim over visies en anekdotes, en over grootse strategieën en kleinmenselijke hebbelijkheden van gedachten hebben gewisseld als bij wijlen burgemeester Daniël Denys. Hij was en blijft een monument van een burgemeester.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier