Het Westerstaketsel in Oostende kreeg zijn vertrouwde havenlicht terug. Het typische torentje heeft vandaag geen nautische rol meer. Enkel nog een ceremoniële functie met nostalgiche nasmaak.
Het zwart-witte torentje op de kop van het Westerstaketsel dat vroeger de stuurboordzijde van de haventoegang voor binnenvarende schepen markeerde, staat er, na jaren afwezigheid, terug. Maar werken doet het niet meer. Zijn signaalfunctie is sinds kort vervangen door een hogere groene toren met dito licht op de kop van de verder in zee uitmondende westdam.
Beeldbepalend
Het meer dan 130 jaar oude en ondertussen beschermde en ingrijpend gerenoveerde Westerstaketsel heeft altijd een havenlicht getorst. In de 19de eeuw was er al een vierpotige plaatijzeren constructie. Voor WO I kwam er een torenconstructie met een havenvuur op acetyleengas. Na 1918 werd een noodlantaarn opgericht ter vervanging van het verdwenen havenvuur en werd het licht geëlektrificeerd in de nieuwe toren.

Die sneuvelde op zij beurt tijdens de Tweede Wereldoorlog maar het havenlicht herrees in 1945 samen met de mistklok op de romp en het typische drankhuisje in de onmiddelijke omgeving.
Vandaag waakt het beeldbepalende havenlichttorentje op het staketsel weer symbolisch over alle binnen- en buitenvarende haventrafiek.
Torens genoeg
Aan signalisatietorens dus geen gebrek aan de Oostendse haveningang. Op de kop van de oostelijke strekdam staan ondertussen de radartoren voor het scheepvaartverkeer voor onze kust, de grijze pyloon met de verkeerslichten om het in- en uitgaande verkeer in veilig vaarwater te sturen en er komt straks nog een rode toren met bakboordlicht.
Op de westdam verrees een paar weken geleden de groene toren met dito havenlicht die de stuurboordzijde markeert voor binnenvarend verkeer. En op zo’n 500 meter buitengaans rust op een pijler de blue accelerator, een in het geel geschilderd maritiem innovatie- en ontwikkelingsplatform.
(ML)