Hamid Hisari verenigt Oostendenaars in de nieuwe vereniging Ties of Tomorrow. “We willen meisjes en jonge vrouwen in Afghanistan helpen en ook voor begeleiding zorgen voor Afghanen in België”, zegt de ondernemer. Onder meer Reginald Moreels steunt het initiatief.
Hamid Hisari (41) was VN-medewerker en ontvluchtte Afghanistan in 2008. In België leerde hij op korte tijd Nederlands en werkte hij bij Artsen Zonder Grenzen, Dokters van de Wereld en het Centrum Algemeen Welzijnswerk. Vier jaar geleden startte hij een bedrijfje dat saffraan uit Afghanistan invoert en verwerkt in onder meer pralines, genoemd naar zijn dochtertje Niida. Met zes anderen sticht Hamid nu Ties of Tomorrow.
“Vier jaar geleden werd Afghanistan overgenomen door de Taliban. Dat is een nachtmerrie want meisjes hebben weinig kans op onderwijs. Daarom helpen we hen via kleinschalige projecten. De voorbije jaren deden we dat informeel via vrienden of privé. Omdat we de werking belangrijk vinden en we onder een professioneel kader willen werken, richten we nu een vzw op”, duidt Hamid. “Er zijn in de regio 5.000 mensen van Afghaanse origine”, zegt hij. De cijfers van Oostende geven hem gelijk : er zijn 3.112 mensen van Afghaanse herkomst in de badstad.
Naailessen
“Er zijn twee proefprojecten in Afghanistan”, legt Hamid uit. “We leiden tien meisjes op tot naaisters. Zo leren ze een job aan en zijn ze niet langer afhankelijk. Op het einde van de opleiding van vier maanden geven we hen ook een naaipakket zodat ze zelfstandig aan de slag kunnen. We doorbreken de vicieuze cirkel. We plannen twee dergelijke opleidingen in 2026. Daarnaast is er psychologische ondersteuning voor een 20-tal meisjes tussen 15 en 26 jaar. Er zijn bij die doelgroep veel trauma’s en stress omdat ze onderdrukt worden. Want ze mogen niet naar buiten, niet naar school en niet werken. In een veilige omgeving gaan we met hen aan de slag. In 2026 plannen we twee dergelijke trajecten.”
“We leiden tien meisjes op tot naaisters. Zo leren ze een job aan en zijn ze niet langer afhankelijk”
Hamid wijst erop dat alles wat onder de radar moet gebeuren omdat men in Afghanistan niet opgezet is met die ondersteuning van de meisjes en jonge vrouwen. “We willen ook in de Belgische samenleving een verschil maken. Ikzelf was aan de slag als intercultureel bemiddelaar en we kunnen onze expertise ook aanbieden aan organisaties, scholen, opvangcentra, OCMW’s, politie, wijkorganisaties of bedrijven”, zegt Hamid. Fondsen zal de vzw halen uit de verkoop van pralines en donnaties van bijvoorbeeld serviceclubs.
Brede steun
Oostendenaar Marc Ecker, gewezen docent sociaal werk aan Howest, verleent zijn steun. “Ze hebben een mooi doel en werken van onderuit. De vzw zal het probleem in zijn totalliteit niet oplossen maar zal door kleine impulsen te geven wel een mooi resultaat bereiken. Alle beetjes helpen. Hamid heeft in Afghanistan sterke lokale contacten die het ter plaatse kunnen organiseren. Dat ook mensen uit het middenveld en het sociale leven meewerken, zorgt voor meer draagkracht. Ze zullen helpen de problematiek hier levendig te houden want Afghanistan is ver weg.”
Over het Belgische luik is Marc Ecker positief. “Er is nood aan. Hamid is ervaringsdeskundige en kan zich heel goed inleven in wat de mensen hebben meegemaakt. De vzw kan organisaties ondersteunen die met de doelgroep werken, men kan ook voor individuele gevallen een beroep op ons doen en we zullen ook sensibiliseren.” Ecker benadrukt de grote doelgroep: “Ons werkingsgebied omvat Noord-West-Vlaanderen.”
Reginald Moreels
“Ik ken Hamid en zijn echtgenote al lang”, zegt de bekende chirurg Reginald Moreels. “Meisjes die het verbod krijgen om les te volgen toch onderwijs aanbieden, is een lovenswaardig initiatief. Het gaat immers om een doelgroep die de toekomst uitmaakt van hun land. Onderwijs in lage inkomenslanden is een lacune. Net zoals gezondheidszorg wordt het in die landen, vaak door autoritaire regimes, totaal verwaarloosd.”
Hij begrijpt de focus op de jonge vrouwen en meisjes. “Ze worden in Afghanistan als tweederangsburgers beschouwd. Ook de werking in ons land is belangrijk want zo versterkt men de link van de families met het oorlogsland.”
