Hadja Lahbib over de zaak Olivier Vandecasteele: “Diplomatieke marge met Iran is beperkt”
Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) geeft toe dat België weinig diplomatieke armslag heeft om de Belg Olivier Vandecasteele uit een Iraanse gevangenis te krijgen. Lahbib zegt vrijdag in L’Echo dat “de betrekkingen met Iran moeilijk zijn, we hebben geen invloed, noch diplomatiek noch economisch, en zeer weinig contacten”.
Ze preciseert dat de revolutie en de demonstraties in Iran de betrekkingen niet vergemakkelijken, en dat terwijl België de dood van Mahsa Amini, de repressie en de doodvonnissen openlijk heeft veroordeeld. “Het is mijn plicht om onze onderdanen in het buitenland te beschermen, maar ik kan ook niet zwijgen over wat daar gebeurt. We praten er openlijk over met het Iraanse regime.”
De minister herinnert eraan dat België 74 andere overleveringsverdragen heeft gesloten, onder meer met landen als Rusland. “Men was bezig met de opstelling van dit verdrag voordat Olivier Vandecasteele werd ontvoerd. Iran is een van de landen waaruit wij onze veroordeelde onderdanen willen kunnen repatriëren zodat zij hun straf in België kunnen uitzitten”, benadrukt Lahbib.
De minister voegt daaraan toe dat er niet gepraat wordt over een ruil. “Als ik mijn collega aan de telefoon spreek, gaat het niet over Assadi, maar over het lot van Olivier Vandecasteele. Het doel is zijn vrijlating, betere detentievoorwaarden, contact met zijn familie en duidelijkheid te verkrijgen”, aldus nog de minister.
Ook het Europees Parlement dringt aan op een onvoorwaardelijke vrijlating. In een resolutie die een lans breekt voor nieuwe, zwaardere sancties tegen Teheran veroordeelt het halfrond ook “het cynische gebruik van gijzelingsdiplomatie”.
Meer over de situatie van Olivier Vandecasteele lees je in ons dossier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier