Gorik Gardeyn was 20 in 2000: “Ja, ik mis het wielrennen”

Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waarin meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. 20 jaar later confronteren we hen met hun uitspraken van toen. Deze week: Gorik Gardeyn.

“Binnen tien jaar zie ik mezelf getrouwd. Met misschien twee kindjes.”

“Op mijn 30ste was ik inderdaad getrouwd met Jessica – mijn eerste echte liefde met wie ik al samen ben sinds mijn 17de – en had ik twee kinderen. Vandaag zijn het er drie: Gilian (13), Giara (11) en Gelena (bijna 3). Hun namen beginnen inderdaad telkens met de letter ‘g’. Gorik Gardeyn. Pépé Gerard, mémé Godelieve, vader Gontran, moeder Gisèle, zuster Geertrui, mijn overleden broer Gerwin, mijn andere broer Gerdie. We groeiden op in de Grootveldstraat, nummer 7 in Egem. En wat is de 7de letter van het alfabet? Nee, dat is geen toeval meer.”

“Mijn grootste droom? Beroepsrenner worden.”

“Onverwachts was mijn stap naar de profs niet. Bij de jeugd won ik meer dan 50 koersen. Ik ben amper twee jaar belofte geweest. Het eerste jaar won ik acht keer, het tweede jaar vijf keer. Ik reed door de slag, wat betekent dat ik tegen oudere liefhebbers reed die afspraken maakten wie zou winnen. Daar kon ik niet tegen. In mijn tweede jaar als belofte tekende ik een contract bij Lotto. Kort daarop brak ik mijn schouder en bovenarm bij een zware val. Gelukkig had ik toen al getekend. Sommigen zeiden dat ik die kans kreeg omdat mijn moeder in de politiek zat. Dat had er niets mee te maken. En dan nog: mocht het zo zijn, zou ik die kans ook gegrepen hebben. Denk je dat ik geen woordje zou doen als mijn kinderen een stapje hoger willen? Och, laat ze maar spreken. Jaloezie is een raar beestje…”

“Mijn weekend is vooral sportief getint. Achteraf is er wel tijd voor ontspanning.”

“Of ik na drie jaar de koers mis? Een beetje wel, ja. De voldoening na een goeie prestatie, de euforie, de adrenaline, de douche nadat je heel diep ging… Ik mis ook de team spirit en de samenhorigheid. Mijn oud-ploegmakkers omschrijven me als de leutigaard. Dat vind ik een mooi compliment. Liever dat ze me zo herinneren dan dat ik tien koersen meer won en ze me een rotte appel vonden. (stilte) De draad van de koers zou ik wel weer willen oppakken. Jonge gasten begeleiden of zoiets. Ik had al eens de kans om ploegleider bij de jeugd te worden, maar dat was niet haalbaar. Mijn oudste zoon voetbalt, de tweede rijdt met de pony en ook de derde wil ik steunen in haar hobby’s. Je zet geen kinderen op de wereld om hen aan hun lot over te laten. Op zondag ben ik graag nog eens thuis. Op het gemak. Zoals Het Zesde Metaal zingt: ne dag zoender skoen. Met de koers ben ik vroeger veel van huis weggeweest. Veel gereisd maar weinig gezien. Vooral hotelkamers. Als je die te veel verliet, klonk het al snel dat je niet bezig was met je sport.”

Ex-renner Gorik Gardeyn:
Ex-renner Gorik Gardeyn: “Een renner kan eigenlijk niet veel, behalve met een fiets rijden. Als renner wordt alles voor je gedaan. Luxepaardjes.” (foto Joke Couvreur)

“Ik doe graag iets waar risico’s aan verbonden zijn. Een parachutesprong of varen met een speedboot staan op het programma.”

“Ook dat is grotendeels uitgekomen. De parachutesprong deed ik wel in de omgekeerde richting: van beneden naar boven met een paramotor. Risico’s opzoeken, was een uitlaatklep voor me. Je gedachten verzetten, de zintuigen openen… Maar met de jaren ben ik toch veel kalmer geworden. Te snel rijden langs een boerenwegeltje of zonder beveiliging 150 meter hoog op een zendmast kruipen: ik doet het niet meer. Nu heb ik twee hobby’s: mijn enduro crossmotor – ik wilde vroeger motorcrosser worden maar ik mocht niet van mijn ouders – en een crossfiets.” (Jessica van uit de keuken) “En blijven hangen, dat is ook een hobby van je.” Gorik lacht. “En nu moet ik ook fan zijn van Liverpool, omdat mijn zoon daar nu plots supporter van is.”

“Na 2 jaar college in Tielt, 2 jaar VTI Tielt, een jaar LO in Torhout en 2 jaar VTI in Roeselare studeerde ik af in de richting autotechniek.”

“Het is niet omdat je een sportman bent, dat je geen goede leerling kan zijn, hé. (bulderlacht) Neen, school was niets voor mij. Ik kon me niet concentreren en ik had problemen omdat ik móest leren. Weet je, geschiedenis interesseert me nu veel meer dan toen, omdat het niet langer verplicht is. Spijt? Nee, dat heb ik niet. Dankzij mijn opleiding autotechniek kon ik na mijn wielercarrière beginnen als arbeider bij d’Arta. Nu monteer ik windschermen op boerderijen, bij firma Vervaecke uit Ruiselede. Veel profrenners vinden moeilijk een job na hun carrière. Een renner kan eigenlijk niet veel, behalve met een fiets rijden. Als renner wordt alles voor je gedaan. Luxepaardjes. Als boerenzoon kende ik ook het echte leven en kan ik werken met mijn handen.”

“Ik ben uitermate gehecht aan Egem. Ik zou er graag blijven wonen.”

“Twintig jaar later ben ik er nog altijd. Ik woon nu op 400 meter van mijn ouderlijk huis. Ik hang enorm vast aan Egem. We zijn een deelgemeente van Pittem, maar noem me geen Pittemnaar. Hooguit mogen ze zeggen dat ik van Egem-Pittem ben. De charme van Egem? We zijn zowel het Zoute als de Bronx van de streek. Allez, de charme van Egem Platse, de kerk, het kerkhof, de treurwilg. De beenhouwer, de bakker en de twee cafés. De kleiputten. De Multi Bazar. Zelf Le Ciel Flamand! Maar ik ga niet te veel reclame maken of ze komen allemaal naar hier. In een stad zou ik niet kunnen wonen. No way! Naar Brugge gaan? Ik zie er al tegenop om een parkeerplaats voor m’n auto te vinden, tussen al die toeristen te moeten lopen en 5 euro te moeten betalen voor een koffie op de Markt. Recent wilden we het Belfort bezoeken. 20 euro en drie kwartier aanschuiven. We zijn naar huis teruggekeerd. Neen, geef mij maar mijn Egem.”

Gorik Gardeyn (°17/03/1980) is de jongste zoon van Gontran Gardeyn en Gisèle Debever. Hij woont in Egem en is getrouwd met Jessica Vandromme, dochter van beroepsrenner Ludo Vandromme. Hij leerde haar kennen op de fuif van de paardrijvereniging, waarvan ze lid was. Samen hebben ze drie kindjes: Gilian (13), Giara (11) en Gelena (bijna 3). Hij was van 2000 tot 2016 profrenner. Hij ging daarna als arbeider aan de slag bij d’Arta in Ardooie. Nu werkt hij als monteur van windschermen bij Vervaecke in Ruiselede.

De tekst die verscheen in Krant van West-Vlaanderen in 1999

Vorige week vrijdag reed hij voor het eerst Koolskamp Koers, en hij reed hem uit en werd uiteindelijk verdienstelijk 24ste. Gorik Gardeyn is de jongste uit het gezin van Gontran Gardeyn en Gisèle Debever en woont aan de Grootveldstraat 7 in Egem. Zijn studies zijn zopas beëindigd en maandag was zijn eerste werkdag bij het diepvriesbedrijf d’Arta in Ardooie. Naast koersen heeft hij nog een liefhebberij, letterlijk dan, zijn lief Jessica Vandromme, die hij twee jaar geleden leerde kennen tijdens een ruitertornooi in Pittem. Ze is de dochter van … jawel, gewezen beroepsrenner Vandromme. Op 17 maart van volgend jaar wordt Gorik er 20.

Hoe ziet jouw ‘doordeweekse’ weekend eruit?

Gorik : “Mijn weekend is vooral sportief getint, maar achterna kan er wel eens een beetje ontspanning bij. Normaal gezien betwist ik ieder weekend één wedstrijd, kwestie van niet te veel hooi op de vork te nemen. Het weekend is voor mij een inspanning, maar ik doe het graag en heb er het voor over. Om dan je armen in de lucht te mogen steken bij een overwinning, dat geeft je voldoening. ‘s Winters proef ik iets meer van het uitgaansleven, de riem moet er toch eens een keertje af. Mijn slechtste kant is dat ik niet vroeg kan gaan slapen, en nog minder vroeg opstaan.”

Hoe ouderwets vind je je ouders? Hoe streng zijn ze?

Gorik : “Mijn ouders vond ik vroeger ouderwetser dan nu. Ze waren redelijk streng, maar nu besef ik toch al dat ik een goede opvoeding heb gehad. Het was soms tegen mijn goesting dat ik ‘s morgens de koeien ging melken, maar het heeft mijn karakter gesterkt. Dat ze niet ouderwets zijn bewijst ook ons landbouwbedrijf, dat steeds verder wordt gemoderniseerd en toonaangevend is. Zelfs in de politiek is moeder volgens mij tamelijk progressief.”

Waarmee of met wie kun je echt lachen?

Gorik :”Jim Kerry is mijn favoriete filmacteur die me doet lachen, de acteur van The Mask en The Cable Guy. Het is naar het schijnt ook in het echte leven een lolbroek. Ook ik ben een beetje zo, een contente mens als alles meeslaat. Als alles dan toch eens tegenslaat, kan ik down zijn en dan laat men mij het best met rust.”

Wat denk je van jezelf als je in de spiegel kijkt…?

Gorik : “Ik doe graag eens dom als ik voor de spiegel sta, gekke bekken trekken, of mijn haar eens in alle mogelijke kanten en bochten leggen. Maar toch vind ik mij een gewone jongen die tevreden is met zichzelf. Ik aanvaard mezelf zoals ik ben en hoop altijd mezelf te mogen blijven. Eerlijk zijn en mijn gedacht zeggen, maar als het nodig is kan ik ook wel ‘meepraten’ met iemand.”

Wat had je graag willen kunnen of wat zou je graag kunnen dat je niet kunt?

Gorik : “Ik heb al benji gedaan, pocket-bike en gocartraces. Ik doe wel graag iets waar risico’s aan verbonden zijn, zo staan een parachutesprong of varen met een speedboot op het programma. Studeren daarentegen vond ik altijd een last, in boeken kijken is niet voor mij. Na 2 jaar college in Tielt, 2 jaar VTI Tielt, een jaar LO in Torhout en 2 jaar VTI Roeselare, studeerde ik in juni af in de richting autotechniek. Maandag begon ik mijn eerste werkdag in het diepvriesbedrijf d’Arta in Ardooie als hulpchef verpakking. Mijn verloofde Jessica, die het tweede jaar onderwijzeres volgt, deed er een vakantiejob en mijn toekomstige schoonmoeder werkt er.”

Hoe zie je jezelf over zo’n 10 jaar?

Gorik : “De toekomst is moeilijk te voorspellen. Maar toch zie ik mij getrouwd met misschien twee kindjes. Maar eer het zover is, wil ik nog genieten van het leven. Mijn grootste droom is toch beroepsrenner te worden. Momenteel verloopt alles naar wens. Toch ben ik er mij van bewust dat het in één dag allemaal kan gedaan zijn, er moet maar een ongeval gebeuren. Maar ik blijf met de beide voeten op de grond en hoop van mijn hobby mijn beroep te maken. Piekeren is niet weggelegd voor Gorik Gardeyn.”

Welke ‘zonde’ zou je graag wel begaan?

Gorik : “Wat is een zonde… Ik denk dat ik er al enkele heb begaan, de perfectie bestaat niet. Snelrijden is wel een zwak punt bij mij, met de fiets ga ik graag snel, maar ook met de auto. Een zonde tijdens het wielerseizoen is mijn gedacht doen, zoals frieten eten. Dat typeert mij misschien wel, ik ben een koppigaard die wel eens tegendraads kan zijn, tegen alle goede raad in.”

Wat is je grootste angst voor de toekomst?

Gorik : “Dat de maatschappij en de mensen niet willen toegeven, kijk maar naar de agressie in het verkeer of in de zaken. De druk op de ketel wordt alsmaar groter. Ook bij mij in de koers wordt van alles verwacht, zodat er heel wat druk op mijn schouders terecht komt. Wat mij ook ergert is dat de mensen niets meer gratis kunnen doen voor mekaar, de mensen klagen, zagen en breken af, dat is het gemakkelijkste. Een dankjewel is voor hen weeral veel moeilijker.

Woon je graag in Egem?

Gorik : “Ik woon zeer graag op de Kardinaalshoeve, ik ben uitermate gehecht aan Egem. Als ik mijn adres schrijf, staat er altijd Egem op. Het is er zo rustig, niet groot. Ik zou er graag blijven wonen in de toekomst. Iedereen kent er iedereen, en de mensen zijn vriendelijk tegen mekaar. Een goede verstandhouding. Moest ik in de stad wonen, ik zou waarschijnlijk niet kunnen slapen.”

Wat heb je karakterieel mee van je vader, je moeder?

Gorik : Van mijn vader het uiterlijk en de lichaamsbouw. We hebben exact dezelfde kuiten, alleen zijn de mijne bruiner en staat er geen haar op. Ik heb ook een stuk van vaders gezicht mee, maar ik kan wel niet zo kwaad kijken. De mond en de neus zijn van mijn moeder. Het doorzettingsvermogen heb ik van mijn vader, de avondmens komt dan weer van mijn moeder. Mijn moeder zou zich wel eens te veel durven moeien, zo van ge moet daar of daar rijden, want ik ken er de burgemeester of iemand anders. Dat kan ik moeilijk verdragen, ik moei me toch ook niet met haar politiek.”

(Joren, 24/09/1999)

Gorik Gardeyn was 20 in 2000: