Golfclub De Palingbeek organiseert al lang kampjes voor jongeren ouder dan twaalf, maar sinds vorige zomer kunnen ook jongere kinderen hun backswing en doorzwaai oefenen tijdens een kampje. Zelfs kleuters van vier doen mee, al gaat het bij hen vooral om het plezier. “Maar als een kind talent heeft zie je het meteen”, zegt coach Ruben Rouseré.
Met meer dan 49.000 golfers, verdeeld over 55 golfclubs en 9 indoorcentra, is de groei van de golfsport een indrukwekkend succesverhaal, maar de jeugd blijft een beetje achter. Van die 49.000 golfers zijn er minder dan 5.000 jonger dan 21 jaar. Bij golfclub De Palingbeek willen ze het tij keren met zomerkampjes voor kinderen. “Golfkampjes voor U18 doen we al een hele tijd, maar sinds vorig jaar zetten we extra in op de allerkleinsten”, zegt hoofdcoach Ruben Rouseré. “Vanaf dat ze voldoende kunnen meevolgen met de lesjes mogen ze inschrijven. Het zijn dan twee namiddagen van drie uur. Dat gaat van vijf tot twaalf jaar. Voor de jongeren ouder dan twaalf is er volgende week een kamp waarbij ze vijf volle dagen golfen.”
Focus op fun
De naam van het kampje is ‘Spelenderwijs leren golfen’. “De focus ligt dus echt op fun”, vervolgt Ruben. “We doen wel oefeningen maar niet te technisch. We spelen vooral spelletjes die alles van techniek en regels aanleren zodat ze op een leuke en speelse manier met de golfsport kunnen kennismaken. Al is het voor de meeste kinderen niet de eerste keer. Tijdens het schooljaar zijn er al iedere week juniorlessen.”
Discipline
Deze week zijn zeven kinderen ingeschreven. De oudste is tien en de jongste nog maar vier. “Er zitten een paar echte talentjes tussen”, zegt Ruben. “Dat kan je direct zien aan de beweging die ze maken en hoe vlot dat gaat. En hoe snel hoe ze iets oppikken. Bij sommige kinderen gaat dat veel sneller dan bij andere. Maar dat bepaalt nog niet dat die super ver gaan geraken. Ze moeten vooral blijven oefenen. Golf is een vleugje talent, maar vooral heel veel trainen, focus en discipline. Je hoeft geen natuurtalent te zijn om ver te kunnen geraken in de golf. Met de juiste begeleiding en motivatie geraak je het verst.”
Lees verder onder de foto.

“We proberen met de kleintjes alle onderdelen van het golfspel te overlopen. De lange slagen, korte slagen, afwerken, ook al een beetje de regels… Dat ze verstaan wat golf inhoudt, al proberen we zeker niet te strikt en streng te maken. We doen veel basis motorische vaardigheden. Lopen, springen, draaien, hand-oogcoördinatie. We proberen de basis van de swing aan te leren, maar pas als ze ouder worden letten we meer op de details.”
In de natuur
Elise Vanoverberghe (10) is een van de kindjes in het kampje, maar ze is niet aan haar proefstuk toe. “Mijn papa werkt hier als hoofdgreenkeper, dus ik kom hier wel vaak”, zegt Elise. “Ik denk dat ik negen jaar was toen ik voor het eerst zelf speelde. Ondertussen gaat het al heel goed. Ik kan al 61 meter ver slaan. Het leukste aan golf vind ik dat je altijd buiten in de natuur bent. Het moeilijkste vind ik het putten, omdat je dan precies moet inschatten hoe hard of zacht je moet slaan.”
Wedstrijd
Amelie Vroman is met haar zeven jaar een van de jongste deelnemers aan het kampje. “Maar ik speel wel al golf van mijn vijf jaar”, zegt Amelie. “Ik kan al veertig meter ver slaan. Dat vind ik het leuke aan golf: steeds proberen verder te slaan en beter te doen. Morgen doe ik mee aan een wedstrijd met andere kinderen. Ik heb ook al eens meegespeeld met een wedstrijd met de volwassenen. Soms golfen we ook in Koksijde, maar hier in de Palingbeek vindt ik het wel het mooist.”
Passie doorgeven
Coach Ruben zelf begon met golf toen hij acht was en op zijn elfde werd hij zelfs Vlaams kampioen. “Ik heb nog competitief gespeeld, maar nu ligt de focus op coaching en probeer ik mijn passie door te geven, vooral aan de jeugd”, zegt Ruben, die in Heuvelland woont en naast hoofdcoach ook nog student kinesitherapie is. “Dat is wel met de bedoeling om dat met golf te combineren. In de golfsport kunnen wel vaak blessures voorkomen, zoals een golferselleboog en rugklachten. Het blijft immers een sport. Anderzijds is het ook wel gezond, want je bent wel voldoende in beweging. Doe je een volledige rond, dan heb je algauw 8 à 10 kilometer afgelegd.”