De voorbije dagen verschenen in de media verschillende getuigenissen over grensoverschrijdend gedrag door een gynaecoloog verbonden aan het ziekenhuis van Tienen en het UZA. In de sector wordt geschokt gereageerd. “Grensoverschrijdend gedrag is absoluut onaanvaardbaar, maar het is heel jammer dat wij nu allemaal over dezelfde kam geschoren worden”, reageert de Torhoutse gynaecoloog An Segaert.
Een week geleden werd bekend dat zeven vrouwen met klachten over een gerenommeerd gynaecoloog naar het Vlaams Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag stapten. De aantijgingen variëren van een tik op de billen tot ernstig, seksueel geweld. Sindsdien blijven de klachten over de bewuste arts toestromen; het Vlaams Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag opende de voorbije dagen zelfs een tweede telefoonlijn. De man is intussen op non-actief gezet, maar ontkent de aantijgingen.
“Dit raakt mij als mens, maar ook als arts”
“Ik was uiteraard geschokt toen ik die berichten las”, reageert An Segaert, zelf gynaecoloog en vicevoorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG). “Het raakt mij als mens, maar ook als arts. Zeker als vrouwenarts, die ook een ‘vertrouwens-arts’ hoort te zijn: mensen moeten zich bij ons veilig kunnen voelen, te meer het in de gynaecologie om intieme zorg gaat. Als dat dan niet het geval blijkt, is dat alleen maar enorm te betreuren.”
Onaanvaardbaar
Het VVOG maakte naar aanleiding van de aanklacht haar standpunt duidelijk. “Grensoverschrijdend gedrag is voor ons onaanvaardbaar. Patiënten zouden dit nooit-nooit mogen meemaken”, stelt An Segaert. “Als er dan toch meldingen zijn, moeten die ernstig genomen en onderzocht worden. We moedigen mensen dan ook aan om het te melden als ze iets ervaren waar ze zich niet goed bij voelen.”
Ziekenhuizen hebben hun eigen ombudsdiensten, en wie zich daar niet veilig bij voelt, kan zich ook wenden tot het Vlaams Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag. “Toch moet de drempel om misbruik aan te geven nog meer naar beneden. Het is jammer om te lezen dat sommigen zo lang met negatieve ervaringen blijven zitten. We moeten respect opbrengen voor wie toch getuigt, het vraagt moed om ermee naar buiten te komen. Alleen zo kunnen we een klimaat scheppen waarin mensen, hetzij eerst in hun omgeving of bij hun huisarts, durven praten over wat ze meemaakten.”
“De drempel om misbruik aan te geven moet nog meer naar beneden”
Ze benadrukt ook dat, eens een melding gemaakt, er echt werk moet worden gemaakt van onderzoek. “Met speculeren in de media geraken we niet verder. De patiënt moet centraal staan, zodat verdere stappen kunnen genomen worden in de verwerking van wat gebeurde. Daarnaast moeten we als hulpverleners aan de slag met de resultaten van dat onderzoek, zodat we concrete actie kunnen ondernemen. De VVOG zet al jaren in op geboortezorg, communicatie, traumazorg en preventie en bestrijding van gynaecologisch en verloskundig geweld. Maar het is duidelijk dat we daar verder hard op moeten blijven inzetten.”
Psychopaten
In het werkveld ondervindt An momenteel heel wat negatieve reacties. “Wat gebeurde, is ontoelaatbaar en schokkend. Maar het is jammer dat hierdoor een hele beroepsgroep over dezelfde kam wordt geschoren. Daar hebben wij als artsen die ons inzetten voor een veilige en kwalitatieve zorg echt hartzeer van”, zegt ze. “Zeker mannelijke collega’s voelen zich hierdoor aangesproken. We lezen reacties als zou een man geen gynaecoloog mogen worden, waarbij termen als ‘psychopaten’ niet geschuwd worden. Dat zijn woorden die heel hard binnenkomen bij wie het goed voorheeft”, besluit ze.
