Stikstof in lucht bij Kortrijk ruim onder Europese grenswaarde, maar boven WHO-advies

Volgens Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) staat de mobiliteit en leefbaarheid in en rond Kortrijk onder druk door meer files en meer (vracht)verkeer. © Belga

De hoeveelheid stikstofdioxide in de omgeving van de E17 en in de buurt van de verkeerscomplexen Kortrijk-Zuid en Kortrijk-Oost ligt ruim onder de Europese grenswaarde. Dat blijkt maandag uit de resultaten van luchtmetingen die het Departement Omgeving samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) organiseerde. Geen enkel meetpunt haalde evenwel de advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.

De gemeten jaargemiddelden (van januari tot december 2022) bedragen voor stikstofdioxide tussen 13 en 28 microgram per kubieke meter. Dat is lager dan algemeen genomen in Gent en Antwerpen en ruim onder de huidige bindende Europese grenswaarde (van 40 microgram). Er werden wel hogere waarden gemeten bij de invalswegen van en naar de stad. De meetresultaten worden opgenomen in het milieuonderzoek van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, dat de leefbaarheid en mobiliteit in de West-Vlaamse stad moet verbeteren.

De Wereldgezondheidsorganisatie verscherpte de advieswaarden voor stikstofdioxide twee jaar geleden op basis van nieuw wetenschappelijk onderzoek naar 10 microgram per kubieke meter. Vlaanderen hanteert die nieuwe richtlijn als niet-bindende toetsingswaarde. Het Europees Parlement wil de grenswaarden voor onder meer stikstofdioxide in lijn brengen met die WHO-normen.

Files en (vracht)verkeer

Volgens Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) staat de mobiliteit en leefbaarheid in en rond Kortrijk onder druk door meer files en meer (vracht)verkeer. “Met het ruimtelijk uitvoeringsplan K-R8 zoeken we naar sterke oplossingen om de mobiliteit te verbeteren, ook door meer in te zetten op het openbaar vervoer en vlotte fietsverbindingen”, aldus Peeters. “Dat draagt bij aan een leefbare en gezonde omgeving.”

Ook de lokale besturen van Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem werkten mee aan de metingen. Kortrijks schepen van Natuur Bert Herrewyn kondigde aan dat ze samen met de VMM bekijken of ze de meetcampagnes ook in de ruimere omgeving van de stad kunnen verderzetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier