“Het voelt alsof ik een harnas rond mij krijg”: Patrick vindt steun in tattoos na kankerdiagnose

Patrick alias Patje Depraetere tijdens een dartstraining thuis. © Eddy Lippens
Eddy Lippens
Eddy Lippens Medewerker KW

Patrick ‘Patje’ Depraetere kreeg in 2019 te horen dat hij een kwaadaardige vorm van stamcelkanker heeft. “Ik leef nu van dag tot dag”, klinkt het bij de 54-jarige Otegemnaar, die ook een gepassioneerd darter is.

Toen Patje in 2019 het nieuws te horen kreeg dat hij kanker heeft, sloeg dit in als een bom. “Toen het verdict kwam van de dokter drong het eerst niet tot me door, tot mijn vrouw mij er attent op maakte”, doet Patrick zijn verhaal. “Daar was ik toch niet goed van. Ze noemen het de sluipmoordenaar. Ik had al eens een bloedklonter aan mijn hart en had al verschillende keren een trombose, zelfs zonder dat ik het wist. Mijn bloedplaatjes, die bij een normaal mens 100.000 zijn, zijn meer dan één miljoen, waardoor ik snel die tromboses krijg.

Naar de pijnbank

Die ziekte leidde ook al tot de amputatie van een teen. Ik begon zelfs donkere gedachten te krijgen. Mijn levensverwachting zou rond de 60 jaar schommelen. Dit is mentaal en fysiek heel zwaar. Het eerste jaar na de diagnose ben ik zelfs niet buiten gekomen. Ik kon geen trappen doen, mij niet aankleden.”

“In die periode besloot ik ook om mij te tatoeëren. Ik wilde het gevoel krijgen dat ik een harnas rond mij krijg, zoals een robot die onsterfelijk is”, verduidelijkt Patje zijn beweegredenen om zich helemaal te laten tatoeëren. Dat gevoel geeft me moed. En ik zie graag af. En of ik afgezien heb. Het was telkens naar de pijnbank. Ik heb heel wat traantjes gelaten door de pijnprikkels. Het waren sessies van telkens vier uur.”

“Ik ben niet echt bang om te sterven, wel om mijn naasten achter te laten”

“Ik ben begonnen met mijn hoofd, dat af is sedert vorig jaar. Daar ging dus een aantal jaren overheen. Ik moest al eens stoppen omdat mijn lichaam het niet aankon. Mijn hoofd alleen kostte mij zowat 10.000 euro. Nu moeten enkel nog mijn benen gedaan worden en de helft van mijn rug. Die moeten volledig in robotstijl zijn. Dat gaat chic worden.”

Tien Redbulls per dag

“Door de pillen ben ik heel snel moe. De chemo neemt veel van mijn lichaam. Ik had baxters gevraagd maar die helpen niet. De pillen, 4.500 euro voor een doosje en gelukkig terugbetaald, doen het best hun werk. Maar daar word ik snel moe van. Ik drink nu 10 Redbulls per dag. Vroeger waren dat er 20. Daarnaast gaan ook heel wat kopjes koffie achterover. Anders zou ik constant slapen. Ik heb een oncoloog en een psycholoog. Die psycholoog, Stijn Vandenberghe, heeft mij er doorgesleurd. Of ik nog kan genieten? Ik ben er niet altijd mee bezig.”

“Wandelen lukt echter bijna niet meer. Na de coronaperiode ben ik gestart met darten. Ik begon bij mij thuis maar kwam via een vriend bij Gunther Devolder van Dartz.be terecht. Aan hem heb ik enorm veel steun, ook naast het darten. Vooral emotioneel heb ik heel veel aan hem. Op maandag gaan we samen eten. Gunther zou ik nooit in de steek laten. Ik ben zo dankbaar.”

“Ik heb het sociale contact dat je door het spelen van darts ervaart echt nodig”

“Ik train zowat iedere dag drie tot vier uur. Op maandag is dit op Scolia met Thomas Morisse. Op dinsdag en donderdag bij Darts.be van Gunter in Zwevegem en op woensdag in De Mambo. In het weekend komt daar al eens een tornooi bij.”

Sociaal contact

“De overige dagen oefen ik gewoon thuis. Ik heb het sociale contact dat je door het spelen van darts ervaart echt nodig. Het verzet mijn gedachten. Uiteraard hoop ik nog beter te worden, en dat moet mogelijk zijn. Het tellen gaat soms moeilijk waardoor ik misschien wel 10 procent van mijn kunnen verlies. De geest is niet meer helder. Na het darten heb ik overal pijn. Fysiek is het niet altijd een gemakkelijke opgave, maar ik doe het heel graag.”

Of ik bang ben te sterven? Niet echt. Wel van wat ik moet achterlaten. Ik heb een heel goede vrouw, een kindje van 2 jaar, twee dochters van 24 en 21 jaar. Hen moeten achterlaten zal verschrikkelijk zijn. We gaan twee keer per jaar naar Spanje. Normaal in februari en oktober, telkens voor drie weken naar Alicante. We zouden graag in 2026 definitief naar Spanje verhuizen. De warmte doet mij en ook mijn vrouw heel veel deugd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise