“Er zijn voor de ander, daar draait het hier om”: Zorghuis Oostende geeft kankerpatiënten al 15 jaar de kans om tot rust te komen

Hanne Stael (links), coördinator van het Zorghuis, en vrijwilligster Rosita Pattijn die er elke maandag een verse maaltijd komt koken voor de bewoners: “Het gaat er hier gemoedelijk en huiselijk aan toe.” (foto Joke Couvreur) © JOKE COUVREUR
Nancy Boerjan

Even terug op adem komen tijdens of na een intensieve kankerbehandeling: die mogelijkheid biedt Zorghuis Oostende intussen al 15 jaar, op een zo betaalbaar mogelijke en laagdrempelige manier. “En de nood aan dit soort zorgverlening wordt steeds groter”, aldus Hanne Stael die er het dagelijkse reilen en zeilen coördineert.

Het Zorghuis in Oostende biedt kankerpatiënten tijdelijk een plek om tot rust te komen, tijdens of na hun behandeling. Omdat ze terug thuis (nog) niet op voldoende ondersteuning kunnen rekenen, of omdat hun omgeving zelf even op adem wil komen maar hen wel door de nodige steun omgeven wil zien. Het huis werd als vzw opgericht op initiatief van de Oostendse Els Cappelle, die zelf de strijd tegen kanker verloor maar destijds als alleenstaande moeder de nood voelde aan ondersteuning in de periodes dat ze thuis recupereerde van haar behandelingen. Ze besloot mensen bij elkaar te brengen om het concept van het Zorghuis op te starten. Het project ontvangt vandaag een beperkte overheidssteun, en overleeft dankzij giften en de bijdragen van wie er verblijft. Die laatsten worden zo laag mogelijk gehouden om zoveel mogelijk mensen de kans op een verblijf te bieden. “Want het zijn niet zelden net mensen met minder financiële middelen die ons nodig hebben”, klinkt het.

Niets moet, veel kan

Er kunnen drie mensen tegelijk in het Zorghuis verblijven. Doorgaans gaat het om een verblijf van enkele weken, al ziet men er de duur van het verblijf wel toenemen. Ook de vraag naar opvang groeit. “We ondervinden dat steeds meer mensen niet beschikken over een netwerk dat hen bij thuiskomst kan opvangen”, merkt Hanne Stael (36) die al vijf jaar coördinator van het Zorghuis is. Ze stuurt er een team van externe hulpverleners en vrijwilligers aan, die de gasten in een huiselijke en gemoedelijke sfeer opvangen. “Ze komen hier vooral om te kunnen rusten. Maar dat ze daarbij niet alleen zijn, is minstens even belangrijk. Ze hoeven hier niets te doen, wat ze ondernemen, doen ze op hun eigen ritme, maar er is de klok rond iemand aanwezig voor het geval ze iets nodig hebben of gewoon een praatje willen slaan”, legt Hanne uit.

Zowel vrijwilligers als gasten noemen dit Zorghuis vaak hun ‘tweede thuis’

“Het gaat er hier heel gemoedelijk en huiselijk aan toe. Vrijwilligers én gasten noemen het Zorghuis niet zelden hun ‘tweede thuis’, en zo voelt het ook voor mij. Er gewoon zíjn voor de ander: daar draait het hier in essentie om.” Ze kan daarvoor een beroep doen op een netwerk van vrijwilligers. “We hebben een mooi team, maar alle hulp blijft welkom”, pleit ze. “De vrijwilligers die wij zoeken, moeten wel empathisch zijn, goed kunnen luisteren naar de mensen, maar tegelijk ook hun eigen grenzen kunnen bewaken. Ze moeten de verhalen die ze te horen krijgen kunnen plaatsen. Het is niet de bedoeling dat ze er in hun eigen leven constant mee bezig blijven. Wie zich geroepen voelt, ondersteunen we wel met de nodige vorming.”

Babbel bij een soepje

Verder kunnen de vrijwilligers, die telkens shiften van 4 uur invullen, kiezen op welke manier ze dat doen. Doorgaans doen ze er wat huishoudelijke klussen die hen liggen. Zo komt Rosita Pattijn (71) er al negen jaar elke maandagvoormiddag een verse maaltijd koken voor de tijdelijke bewoners. “Als jong meisje wilde ik graag verpleegster worden, maar studeren was in ons gezin niet aan de orde. Ik vond een job bij Stad Oostende, maar toen ik met pensioen ging, overwoog ik om vrijwilliger te worden. Zelf dacht ik aan de bibliotheek of zo, maar toen ik via via hoorde over dit Zorghuis, leek me dat ook wel iets voor mij”, schetst ze. “Koken is helemaal mijn ding en dat doe ik hier dus elke maandag. Ik zoek graag haalbare receptjes om hier klaar te maken, in overleg met Hanne soms, en rekening houdend met wat de gasten kunnen eten. Ik heb thuis trouwens ook een grote moestuin en een serre, waaruit ik soms tomaten of courgettes meebreng. En als de gasten er zin in hebben, dan sla ik een praatje met hen, bij een lekker soepje. Ik hou van dat sociaal contact, altijd afhankelijk van hoe ze zich voelen uiteraard. Ik haal hier echt voldoening uit, al helemaal als de gasten het nog lekker vinden ook”, klinkt het.

En die voldoening is ook wat Hanne blijft motiveren: “Ik noem mezelf soms manusje-van-alles”, lacht ze. “Er duiken voortdurend situaties op die om een oplossing vragen. Maar als ik dan voor de zoveelste keer zie hoe veel deugd mensen hadden van een verblijf hier, is dat de moeite waard.”

Info over het Zorghuis en manieren om de werking te steunen, vind je op www.zorghuisoostende.be