“Christine is al jaren mijn anker en mijn handrem”

Dit was 2025 – Februari was een kantelpunt voor burgemeester Jean-Marie Dedecker (73) en zijn vrouw Christine Dehaemers (65): “Ik wil zó rustig worden dat ik dronken kan worden van een glas water.”

Peter Germonprez
Peter Germonprez Medewerker KW

Valentijnsdag 14 februari 2025 werd een kantelpunt voor burgemeester van Middelkerke, Jean-Marie Dedecker. Na een routinecontrole bleek dat zijn kroonslagader verstopt was, waardoor hij een hartoperatie moest ondergaan. “Het was verschieten”, vertelt hij. Pas achteraf dringt de ernst echt door. “Als je gezond bent, heb je duizend problemen. Als je ziek bent, heb je er nog maar één.”

Alles wat tot dan belangrijk leek, valt weg op het moment dat iemand zegt: blijf liggen op de onderzoekstafel — zelfs niet meer in de zetel gaan zitten, of het is gedaan. Het was vijf voor twaalf, beseft hij nu. Dedecker had altijd geleefd als een Formule 1: hoge snelheid, veel kilometers, schade aan de carrosserie inbegrepen. “Ik heb nog veel topsport gedaan, dus ik reed al lang met deuken”, zegt hij. “Maar als de motor begint te sputteren, dan begin je na te denken over de ondraaglijke lichtheid van het bestaan.”

Jean-Marie wist al langer dat hij te ver ging. Uitstelgedrag, maar vooral verdringingsgedrag. Dag en nacht werken, constante stress, te snel leven, ouder worden, te zwaar zijn — “je steekt het allemaal daarop”, zegt hij, “je zegt: ik zal wat rusten, wat vermageren, maar je doet het niet.” Tot die middag in Middelkerke, na een etentje met zijn goede vriend Dirk Berteloot, en een wandeling op de zeedijk. Christine liep voorop. “Keetje Trippel”, noemt hij haar, “en ik sukkelde van bank naar bank.”

Een onderzoek had al gewaarschuwd, maar het beslissende coronair onderzoek stond nog niet vast. Tot cardiologe Rita De Corte tussenbeide kwam. “Rita heeft mijn leven gered”, zegt Jean-Marie zonder omwegen. Maandagochtend lag hij op de operatietafel: een bijna volledig afgesloten kransslagader, klaar om elk moment te ontsporen. “Ze hebben mij gezegd: als ik zo was blijven rondlopen, had ik nog veertien dagen.”

Thuis is het leven anders geworden, zeggen ze allebei, en vooral rustiger. “Elke dag een beetje beter”, zegt Jean-Marie Dedecker. De operatie was een wake-upcall. Sindsdien wandelt hij elke dag een uur, weer of geen weer. Alleen. “Ze mag niet mee”, lacht hij, “ze wandelt te rap. Keetje Trippel.” Christine: “En hij kan niet verdragen dat iemand vóór hem loopt.”

Maar de rust is teruggekeerd. “Ik werk niet meer na tien uur ’s avonds. Bewust. En ik ben vaker thuis.” Christine bevestigt: “Dat maakt alles aangenamer. Om één uur ’s nachts van Brussel naar Middelkerke rijden, aan 73 jaar… dat is ook niet plezant.”

Afremmen blijft nodig, want herstellen was voor Dedecker uiteindelijk makkelijker dan geduld hebben. “Ik ben een ongeduldig mens”, geeft hij toe. In alles. Hij citeert graag Achille Van Acker: j’agis d’abord, je réfléchis ensuite.

Christine staat bekend als de enige die Jean-Marie kan intomen. “Dat is zo gegroeid”, zegt ze. “Ik zal mij nergens mee moeien, behalve als het echt niet meer gezond is. Dan zeg ik: nu klopt het niet meer.” Dedecker glimlacht: “Zij is de handrem.” En soms werkt ze achter de schermen. “Dan overleg ik met zijn secretaresse Lindsay”, geeft Christine toe. “Agenda’s verschuiven, rustmomenten inbouwen.” Jean-Marie: “Ik heb twee engelbewaarders.”

De operatie heeft hem veranderd. “Je wordt emotioneler. Een hartziekte is niet alleen lichamelijk. Je wordt zachter, kwetsbaarder.” Christine beaamt dat. “Voor het gezin, voor de kleine momenten. En hij kan nu ook vaker ‘nee’ zeggen.”

Zelf kent ze die kwetsbaarheid maar al te goed. Christine zelf vocht eerder tegen borstkanker. “Dat blijft het zwaard van Damocles. Elke controle is spannend. Maar als je leeft in angst voor herval, leef je niet.” Die gedeelde ervaring heeft hen dichter bij elkaar gebracht. “Je beseft dat de tijd samen kostbaar is”, zegt Christine. “Je zorgt meer voor elkaar.””Dat zei mijn vader ook altijd,” vult Jean-Marie aan. “Je moet voor elkaar zorgen.”

En humor? Die is gebleven. Onmisbaar zelfs. “Je moet niet alles te au sérieux nemen,” zegt Christine. Jean-Marie vat het samen zoals alleen hij dat kan: “Ik heb altijd geleefd om te kijken hoe ver je te ver kunt gaan. Nu kijk ik hoe ver ik nog kan gaan.”

Wat wil hij nog realiseren, als burgemeester en als mens? “Ik wil zó rustig worden dat ik dronken kan worden van een glas water”, zegt hij. “Maar het ongeduld blijft. Ik heb nog dromen voor de gemeente. En ik ga ervoor vechten, tot de laatste snik.”

Als er één boodschap is die hij wil meegeven: “Maak je minder zorgen als je gezond bent. Want als je ziek bent, heb je nog maar één zorg: weer gezond worden.” (PG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise