Geert Bailleul is sinds kort de enige Belgische internationale arbiter in de schaaksport

Geert Baillieul mist door de corona-uitbraak heel wat internationale schaaktornooien. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Geert Bailleul behoort sinds kort tot het selecte kransje van Internationaal Arbiters in de schaaksport. “Daarvan zijn er slechts 70 in de hele wereld en ik ben de enige Belg”, zegt de getogen Bruggeling, die ondertussen al een zestal jaar in Bredene woont.

Sinds begin dit jaar mag Geert Bailleul (62) zich Internationaal Arbiter in de schaaksport noemen. Een titel en functie die hij zeker niet in de schoot geworpen kreeg. De man, tijdens zijn loopbaan actief als verpleger, klimt nu al jarenlang gestaag op doorheen de rangen van de arbitrage. Voor velen een onbekende wereld, maar Geert is er door gepassioneerd en doet graag een poging die te ontsluieren. “Hoe ik in het schaken terecht ben gekomen? Daarvoor moeten we terug naar het eind van de jaren 1980 toen ik door mijn toenmalige stiefvader leerde schaken. De man is intussen overleden, maar hij heeft dus wel de basis gelegd. Ik was er al snel echt door bezeten”, vertelt Geert.

“Begin de jaren 90 heb ik me dan ingeschreven bij de Koninklijke Brugse Schaakkring, de organisatie waarvan ik nu ook al enkele jaren voorzitter ben. Ik was toen al een prille dertiger, dus eigenlijk wat te oud al om nog echt hoge toppen te scheren in de schaaksport. Binnen de Schaakkring werden wel mensen gezocht om schaaktornooien te organiseren en begeleiden, ook wat de arbitrage betreft, en ik heb me daar met veel plezier op toegelegd. Ik begon de opleiding tot arbiter te volgen en doorliep dan ook heel wat fases om te geraken waar ik nu sta.”

Slechts met 70

Geert begon als arbiter nationaal niveau en promoveerde door ervaring en het begeleiden van (inter)clubtornooien verder naar nationaal arbiter C om uiteindelijk in de hoogste klasse binnen de nationale arbitrage te geraken van de schaaksport. “Je kunt als arbiter promotie maken op basis van het aantal tornooien waarin je arbitrage doet dat moeten er minstens vier zijn en door positieve evaluaties van een hoofdarbiter. De arbitrage bij een groot tornooi bestaat immers uit vier tot vijf arbiters waarvan dus één hoofdarbiter”, legt Geert uit. “Wie dan nog verder wil doorgroeien, kan gaan voor het statuut van FIDE Arbiter; dat is het laagste niveau binnen de internationale arbitrage. Dan mag je al bepaalde kleinere internationale tornooien begeleiden. Maar voor het écht grote werk, de grote internationale tornooien, moet je opklimmen tot het niveau van Internationaal Arbiter. Sinds begin dit jaar sta ik dus op dat niveau. Er zijn slechts 70 schaakarbiters in de hele wereld op dit niveau. En daarvan ben ik de enige Belg. Dus ja, ik ben daar best wel trots op.”

“Ik vertoef vaak in het buitenland voor de arbitrage. Gelukkig ben ik met pensioen, waardoor ik veel tijd heb. Ik ben nu ook vrijgezel en hoef dus aan niemand verantwoording af te leggen over mijn uit de hand gelopen hobby. Ik vertoef vaak in landen als Wit-Rusland, Rusland, Georgië en Azerbeidzjan. In die voormalige Oostblok- en Sovjetrepublieken is het schaken enorm populair in tegenstelling tot in onze contreien, waar het toch wat moeilijker is. In die landen wordt de schaaksport bij manier van spreken met de paplepel meegegeven. Bedrijven ze er ook bereid om zwaar te sponsoren. Het is daar echt big business. Als je bij ons sponsoring moet vinden voor een schaaktornooi… Niet eenvoudig!”

dikke handleidingen

Arbitrage bij het schaakspel, wat houdt dat zowel in? “Algemeen gesteld gaat dat er natuurlijk over dat de reglementen worden nageleefd. Daarvoor zijn dikke handleidingen beschikbaar, verschillend van tornooi tot tornooi. Een van de belangrijkste elementen voor arbiters is het bewaken van de timing. Er is telkens een opgelegde tijdsduur. Zo moeten bijvoorbeeld de eerste 40 zetten gebeuren binnen het eerste anderhalf of twee uur. Er is natuurlijk ook een klok die meetelt, maar de arbiters moeten het overzicht bewaren en zien of alles correct blijft verlopen. Zo moeten we ook ingrijpen als eenzelfde stelling bijvoorbeeld drie keer op het bord komt tijdens een spel.”

Ook in de internationale schaakwereld speelde de coronacrisis een nefaste rol. Geert zag heel wat internationale verplaatsingen aan zijn neus voorbij gaan. “Ik had normaal gezien moeten arbitreren bij de internationale schoololympiade en het Europees kampioenschap voor senioren. Dat laatste tornooi werd uitgesteld tot in oktober en zal in Polen plaatsvinden, dus dat is mogelijk mijn eerste buitenlands tornooi na de corona-onderbreking.”

“En als we toelating krijgen van de Nationale Veiligheidsraad organiseren we met de Brugse Schaakkring van 13 tot 25 augustus opnieuw ons Tornooi Brugse Meesters in zaal Tabiga in de Noordzandstraat in Brugge. De Brugse Meesters wint dit jaar nog aan belang, want het geldt ook als Belgisch kampioenschap. We doen er alles aan om een en ander coronaproof te maken en hopen dus dat we toelating krijgen”, besluit Geert Bailleul.