Vorig jaar gaven niet minder dan 74 West-Vlaamse marktkramers er de brui aan, een extra reden voor de provincie om de maand april voor de derde keer uit te roepen tot ‘Maand van de Markt’. Wij spraken met Geert en Linda Vanlaer uit Ruiselede, die al meer dan een halve eeuw vis verkopen op de gezellige markt van hun eigen gemeente. “We doen dit met hart en ziel, maar de jongeren krijgen we niet meer bij ons.”
Vrijdagochtend 8 uur luiden de klokken van de OLV-ten-Hemelopnemingskerk nadrukkelijk boven het half dozijn kramen op de markt van Ruiselede. Het aanbod is niet groot, maar je kan er toch alles vinden: vis, groenten en fruit, brood en banket, kip aan’t spit, een zeer uitgebreid aanbod kaas en kleurrijke bloemen. Ettelijke borden afficheren ‘huisgemaakte slaatjes’ en ‘dagverse producten’. Bij het viskraam van Geert Vanlaer (67) en Linda Lagaest (64) is er altijd volk. Het is soms moeilijk kiezen tussen de gepelde garnalen, de gestoomde makreel, de zalmhaasjes of de Victoriafilets. Elke vrijdag staan ze in Ruiselede, de andere dagen in Deinze, Eeklo, Wakken of Petegem.
“Je moet vroeg én laat kunnen werken en goed tegen de kou kunnen”
“Ik heb de handel overgenomen van nonkel Paul Ide en tante Rachel Maertens”, vertelt Geert. “Ik ben na mijn legerdienst meteen als 18-jarige viskramer begonnen en heb nooit wat anders gedaan. Binnenkort nemen mijn zoon Kenny en zijn vrouw Sissi het van ons over. Dat is dan de derde generatie.” Geert weet en ervaart als geen ander dat het met de markten in onze provincie al jaren minder goed gaat. “Het probleem is, dat we vooral een ouder cliënteel hebben. Van sommige klanten weet ik al bij voorbaat, wat ze gaan bestellen. Maar de jongeren moeten tijdens de week werken. Die zie je wel eens op een zaterdag opduiken, maar niet tijdens de week.”
Hele investering
Elke dag een andere markt doen, is een harde stiel. “Wij zijn om 7 uur ’s morgens mensen aan ’t bedienen. Maar wat veel mensen niet zien, is dat we soms op woensdag en donderdag al om 3.30 uur present zijn. Je moet zo’n kraam immers telkens opstellen en alles uitstallen”, legt Geert uit. “Je moet vroeg én laat kunnen werken en goed tegen de kou kunnen. Dat er steeds minder starters zijn, verbaast me niets. Wie wil er nog werken tijdens het weekend en zo vroeg opstaan? Bovendien vraagt zo’n kraam een hele investering. Een modern kraam kost al gauw zoveel als een auto. In tegenstelling tot een winkel is zo’n kraam elk jaar minder waard. Het grote voordeel is dan weer, dat je nergens aan gebonden bent. Blijft een markt ergens tegenvallen, ga je gewoon een andere markt zoeken.”
Prijsbewuster
Toch vindt Geert een markt veel gezelliger dan bijvoorbeeld een supermarkt. “Na al die jaren bouw je wel een trouw cliënteel op”, ervaart hij. “Je kent de mensen en de mensen kennen jou. Het valt me wel op, dat onze klanten prijsbewuster zijn. Je moet op een markt niet met zotte prijzen afkomen. Je kan hier gezellig bijpraten, in een naburig café een pintje drinken of een terrasje doen en je komt al eens een buur of een streekgenoot tegen. Dat maakt de charme van een kleinschalige markt. Het blijft een leuke ontmoetingsplek die mensen verbindt en dorpen levendig houdt.”
Maand van de Markt
Tijdens de ‘Maand van de Markt’ in april kunnen bezoekers mooie prijzen winnen. Je ontvangt per aankoop een deelnemerskaart, die je kan indienen in de wedstrijdurne op de markt van Ruiselede (vrijdag), Wingene (woensdag) en Zwevezele (zondag). Zo maak je kans op een mooie prijs! Wil je liever digitaal deelnemen? Scan de unieke QR-code bij je marktkramer en registreer je code op www.maandvandemarkt.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
