Gaan de corona-alarmen te snel af? “Opletten dat we niet in collectieve kramp schieten”

Het linkse, kleinere kaartje houdt enkel rekening met het omgerekend aantal nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners. Zo kleur je als gemeente vrij snel rood wat een vertekend beeld kan geven in kleinere gemeenten. De rechtse, grote kaart brengt de drie evenwaardige indicatoren van Sciensano in rekening: het aantal nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners de voorbije week, het aantal dagen sinds er 0 nieuwe besmettingen opdoken en het aantal dagen de voorbije week waarin de besmettingen stegen. Enkel als de drie waarschuwingsdrempels zijn overschreden schakelt Sciensano in samenspraak met de overheden over tot de alertfase. © De Krant van West-Vlaanderen
Olaf Verhaeghe

Dieprode plattelandsgemeentes, overschreden alarmdrempels en vooral heel veel bezorgdheden. De analyse van de officiële coronacijfers en het daaraan gekoppelde lokale beleid loopt lang niet altijd even geijkt. Burgemeesters leggen nieuwe maatregelen op en schrappen geplande evenementen, terwijl dat vanuit epidemiologisch oogpunt niet per se nodig is. Een optreden kan bijvoorbeeld wel nog in Ardooie, niet meer in buurgemeente Lichtervelde. En dat terwijl de cijfers vergelijkbaar zijn. “We moeten vooral ook rondom ons blijven kijken in plaats van te voorbarig in te willen grijpen.”

“Je wil niet weten hoeveel mensen in paniek waren. 54 besmettingen… In Vleteren, verdikke?! We leken de nieuwe broeihaard van Vlaanderen te zijn.” Iedereen volgt tegenwoordig de coronakaartjes bij de verschillende media om te zien of zijn of haar gemeente rood oplicht. Ook Stephan Mourisse. De burgemeester van het kleine Westhoekdorp met zo’n 3.800 inwoners, kon het vorig weekend niet langer aanzien.

“Ik moest wel reageren. Bij het enige hotel van de gemeente, regende het plots annulaties. En ook onze eigen inwoners waren bang. Die angst was nergens, maar dan ook nergens voor nodig. Wij hadden geen 54 besmettingen, wij hadden er welgeteld twee. Maar als je die officiële cijfers zodanig interpreteert en herberekent naar 100.000 inwoners… Tja, dan kleur je als kleine plattelandsgemeente heel snel rood. Dat is frustrerend, zeker wel. Het enige wat de mensen onthouden is het kleur op die kaartjes en dat cijfer 54.”

Drie indicatoren

Belangrijk is dat het aantal nieuwe besmettingen in relatie tot het aantal inwoners slechts één van de drie indicatoren is die het federale onderzoekscentrum Sciensano hanteert. “De drempelwaarde van 20 nieuwe besmettingen op 100.000 inwoners in de laatste zeven dagen is slechts één indicator”, duidt Boudewijn Catry van Sciensano. “Een tweede indicator is als er de voorbije vijf dagen telkens minstens één besmetting was. De derde is het aantal dagen dat er sprake is van een stijgend aantal besmettingen. Die toename wordt ‘problematisch’ als die vier dagen of langer duurt.”

Wel benadrukt Boudewijn Catry dat het overschrijden van één drempelwaarde an sich niet genoeg kan zijn om alle alarmbellen te doen afgaan en alle registers open te trekken. “Ze zijn alle drie minstens even belangrijk. Wij zien ook dat heel veel mensen zich enkel op die twintig nieuwe per 100.000 inwoners focussen, maar dat getal kan je eigenlijk zien als het kanarietje in de koolmijn. Het is een eerste moment waarop je als lokaal bestuur aandachtig moet worden.”

Jan Jambon vraagt burgemeesters om culturele evenementen niet onbezonnen te schrappen

Bij een bezoek aan de Genste Bijloke drukte Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn steun uit voor de culturele sector. Tegelijk richtte hij ook een oproep aan lokale besturen. Jambon vraagt als cultuurminister om evenementen niet onbezonnen te schrappen en op een veilige manier ruimte te geven aan cultuur in tijden van corona.

Donderdag stuurde de minister-president samen met minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) een brief naar alle Vlaamse lokale besturen, burgemeesters en gouverneurs. Daarin vraagt hij om overleg en proportionaliteit, nu heel wat steden en gemeenten evenementen niet langer toestaan.

“We roepen op zo gericht mogelijk te werk te gaan en vragen hierbij dat markten, voorstellingen, kermissen en sport maximaal kunnen doorgaan, tenzij de epidemiologische analyse in uw gemeente dit niet toelaat of de activiteit verboden is door een hogere overheid”, leest het in de brief. “Het is van belang dat bij het nemen van lokale maatregelen telkens de noodzakelijkheid en de proportionaliteit van deze maatregelen goed voor ogen wordt gehouden.”

Overleg

Elke beperkende maatregel moet bovendien afgebakend worden. “Het is belangrijk om steeds een evenwichtige afbakening op het vlak van (duur)tijd, plaats en doelgroep voor ogen te houden in het licht van de diverse economische en maatschappelijke gevolgen. Het overleg met uw provinciegouverneur en de gewestelijke gezondheidsdienst kan u hierin ondersteunen.”

De beslissing om activiteiten niet langer te vergunnen, moet bovendien gemotiveerd worden en rekening houden met de mogelijkheid om het evenement veilig te organiseren. “De afgelopen maanden werden – in samenwerking met de virologen – draaiboeken, protocollen en richtlijnen uitgewerkt om activiteiten in de meest veilige omstandigheden te organiseren.”

Professor Herwig Reynaert: “Als burgemeester kan je nooit voor iedereen goed doen”

“In deze crisis moeten de lokale besturen durven toegeven en luidop zeggen: wij weten ook niet waar dit naartoe evolueert, maar wat we beslissen, doen we met de beste bedoelingen.” Dat zegt professor lokale politiek Herwig Reynaert (UGent).

foto Kurt
foto Kurt© Foto Kurt

“Burgemeesters hinken voortdurend op twee gedachten. Als burgemeester kan je nooit voor iedereen goed doen. De cijfers die gecommuniceerd worden, geven – zeker voor kleinere gemeenten – een vertekend beeld. Maar je krijgt wel veel vragen en een aantal maatregelen is nodig. Anderzijds wil je ook niet té streng zijn, want die beslissingen zijn niet altijd even populair. Alles moet proportioneel zijn en niet vertrekken vanuit een vaak begrijpelijke hypergevoeligheid. Bovendien zit je met een probleem van onduidelijkheid. Gemeenten onderling moeten hun aanpak goed afstemmen – daar zie ik een belangrijke rol voor de gouverneur – zodat de burger kan blijven volgen. Doe je dat niet, krijg je kakofonie en riskeer je het draagvlak in een mum van tijd kwijt te raken.”

Angst voor de kiezer speelt volgens de professor niet de hoofdrol bij de overweging die lokale bestuurders maken. “De volgende lokale verkiezingen zijn in 2024, dat is nog veraf. Ik zie vooral heel wat sterke burgemeesters, die met de gegevens en feiten die voorhanden zijn, zo goed als mogelijk optreden.”

Jan Jambon vraagt burgemeesters om culturele evenementen niet onbezonnen te schrappen

Bij een bezoek aan de Genste Bijloke drukte Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn steun uit voor de culturele sector. Tegelijk richtte hij ook een oproep aan lokale besturen. Jambon vraagt als cultuurminister om evenementen niet onbezonnen te schrappen en op een veilige manier ruimte te geven aan cultuur in tijden van corona.

Donderdag stuurde de minister-president samen met minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) een brief naar alle Vlaamse lokale besturen, burgemeesters en gouverneurs. Daarin vraagt hij om overleg en proportionaliteit, nu heel wat steden en gemeenten evenementen niet langer toestaan.

“We roepen op zo gericht mogelijk te werk te gaan en vragen hierbij dat markten, voorstellingen, kermissen en sport maximaal kunnen doorgaan, tenzij de epidemiologische analyse in uw gemeente dit niet toelaat of de activiteit verboden is door een hogere overheid”, leest het in de brief. “Het is van belang dat bij het nemen van lokale maatregelen telkens de noodzakelijkheid en de proportionaliteit van deze maatregelen goed voor ogen wordt gehouden.”

Overleg

Elke beperkende maatregel moet bovendien afgebakend worden. “Het is belangrijk om steeds een evenwichtige afbakening op het vlak van (duur)tijd, plaats en doelgroep voor ogen te houden in het licht van de diverse economische en maatschappelijke gevolgen. Het overleg met uw provinciegouverneur en de gewestelijke gezondheidsdienst kan u hierin ondersteunen.”

De beslissing om activiteiten niet langer te vergunnen, moet bovendien gemotiveerd worden en rekening houden met de mogelijkheid om het evenement veilig te organiseren. “De afgelopen maanden werden – in samenwerking met de virologen – draaiboeken, protocollen en richtlijnen uitgewerkt om activiteiten in de meest veilige omstandigheden te organiseren.”

Drie indicatoren nodig voor alarm

Pas als de waarschuwingsdrempel voor de drie indicatoren is overschreden, is de situatie ernstig genoeg om grootschalige, lokale maatregelen te overwegen. Die overweging gebeurt door het federaal gezondheidscentrum Sciensano, Agentschap Zorg en Gezondheid en de hogere en lokale overheden.

Indicator 1: incidentie

Het aantal gevallen in de voorbije zeven dagen per 100.000 inwoners. Waarschuwingsdrempel: 20 per 100.000 inwoners.

Indicator 2: Dagen sinds 0

Het aantal opeenvolgende dagen dat er ten minste 1 nieuw geval werd gerapporteerd. Waarschuwingsdrempel: nieuwe gevallen gedurende de voorbije 5 dagen.

Indicator 3: Dagen met stijging

Het aantal dagen dat het aantal nieuwe gevallen stijgt vergeleken met de dag ervoor, gezien over een periode van 7 dagen. Waarschuwingsdrempel: een stijgend aantal nieuwe gevallen gedurende 4 van de 7 voorbije dagen.

Vertekend beeld

Dirk Devroey, professor huisartsgeneeskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel, houdt op basis van de meest recente Sciensanocijfers de website www.coronafacts.be up to date. Ook hij benadrukt het belang van de combinatie van de verschillende indicatoren. “Die ene waarschuwingsdrempel, die overigens vrij arbitrair op twintig werd vastgelegd door het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding, is verre van de belangrijkste”, zegt hij.

“Vooral de evolutie van het aantal besmettingen moet je in de gaten houden. Zeker voor kleinere gemeenten met een lage bevolkingsdichtheid zegt dat ene getal onvoldoende. Het alarm gaat daar dikwijls te snel af.”

Vraag is hoe je de absolute cijfers van het aantal nieuwe besmettingen in onze steden en gemeenten dan wel met elkaar kan vergelijken. “Begin met de absolute cijfers en maak een duidelijk onderscheid tussen gemeenten met meer en minder dan 30.000 inwoners”, stelt Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne (Team Burgemeester). In zijn stad, goed voor dik 77.000 inwoners, zijn de jongste week (cijfers tot en met woensdag, red.) 21 nieuwe coronabesmettingen opgedoken.

“Voor een stad als de onze is die drempelwaarde op 100.000 inwoners wél relevant, een gemeente als Avelgem kleurt nagenoeg meteen rood op alle kaarten. Dat geeft een volledig vertekend beeld. Dankzij de lokale contactopsporing kan je dat snel in kaart brengen, maar intussen krijg je als kleine gemeente wel de stempel van broeihaard.”

Professor Devroey ziet meer heil in het uitzoomen en in plaats van op gemeenteniveau naar arrondissementen of eerstelijnszones te kijken. “Je kijkt toch best op iets grotere schaal. De drempelwaarde gebruiken in een gemeente van 5.000 of 8.000 inwoners is te voorbarig. We moeten vooral rondom ons blijven kijken in plaats van hyperlokaal te willen ingrijpen”, aldus de VUB-professor. “Bovendien zorg je zo ook voor duidelijkheid naar je bevolking toe. Heel strikt ingrijpen in gemeente x terwijl buurgemeente y niets doet, is zelfs contraproductief. Het kan zorgen voor een ruimere virusverspreiding. Ik begrijp dat burgemeesters iets willen doen, maar we worden een beetje ziek in dat opbod.”

Preventief

Vanuit epidemiologisch oogpunt zijn de strenge lokale maatregelen dan ook niet altijd nodig. Maar, zo klinkt bij veel burgemeesters, liever nu iets strenger en voorzichtiger dan straks een gigantisch coronaprobleem. Zo schrapte Lichtervelde eind juli alle geplande evenementen. En dat terwijl de gemeente nooit echt zwaar was getroffen en slechts één week een relatief beperkte opstoot kende.

“Kort op de bal, dat is bij ons het devies”, zegt burgemeester Ria Beeusaert-Pattyn (CD&V). “Laat ons nu zo snel mogelijk ingrijpen, het virus buiten onze woonzorgcentra houden en hopen dat in september de scholen opnieuw kunnen opstarten. Neen, wat we doen is niet te snel, te voorbarig of te ingrijpend. De lokale maatregelen zijn weloverwogen en in mijn ogen proportioneel.”

“Alles afgelasten is natuurlijk het gemakkelijkste”, countert Francis Benoit, CD&V-burgemeester van Kuurne. “Maar we moeten opletten dat we niet collectief in een kramp schieten. Preventief schrappen, zonder te bekijken wat mogelijk is binnen het huidige kader van federale maatregelen, lijkt mij een verkeerde reflex.”

“Er moet een evenwicht gevonden worden, een middenweg, waarbij we het psychisch welzijn naast de gezondheid bewaken, waarbij we het culturele en verenigingsleven in onze gemeenten niet wurgen en waarbij we perspectief blijven geven aan mensen. Waarom burgemeesters zo snel en strikt optreden? Ergens uit schrik om electoraal te worden afgerekend. Maar wie enkel nog verdedigend speelt, kan nooit winnen.”

Professor Herwig Reynaert: “Als burgemeester kan je nooit voor iedereen goed doen”

“In deze crisis moeten de lokale besturen durven toegeven en luidop zeggen: wij weten ook niet waar dit naartoe evolueert, maar wat we beslissen, doen we met de beste bedoelingen.” Dat zegt professor lokale politiek Herwig Reynaert (UGent).

foto Kurt
foto Kurt© Foto Kurt

“Burgemeesters hinken voortdurend op twee gedachten. Als burgemeester kan je nooit voor iedereen goed doen. De cijfers die gecommuniceerd worden, geven – zeker voor kleinere gemeenten – een vertekend beeld. Maar je krijgt wel veel vragen en een aantal maatregelen is nodig. Anderzijds wil je ook niet té streng zijn, want die beslissingen zijn niet altijd even populair. Alles moet proportioneel zijn en niet vertrekken vanuit een vaak begrijpelijke hypergevoeligheid. Bovendien zit je met een probleem van onduidelijkheid. Gemeenten onderling moeten hun aanpak goed afstemmen – daar zie ik een belangrijke rol voor de gouverneur – zodat de burger kan blijven volgen. Doe je dat niet, krijg je kakofonie en riskeer je het draagvlak in een mum van tijd kwijt te raken.”

Angst voor de kiezer speelt volgens de professor niet de hoofdrol bij de overweging die lokale bestuurders maken. “De volgende lokale verkiezingen zijn in 2024, dat is nog veraf. Ik zie vooral heel wat sterke burgemeesters, die met de gegevens en feiten die voorhanden zijn, zo goed als mogelijk optreden.”

Jan Jambon vraagt burgemeesters om culturele evenementen niet onbezonnen te schrappen

Bij een bezoek aan de Genste Bijloke drukte Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn steun uit voor de culturele sector. Tegelijk richtte hij ook een oproep aan lokale besturen. Jambon vraagt als cultuurminister om evenementen niet onbezonnen te schrappen en op een veilige manier ruimte te geven aan cultuur in tijden van corona.

Donderdag stuurde de minister-president samen met minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) een brief naar alle Vlaamse lokale besturen, burgemeesters en gouverneurs. Daarin vraagt hij om overleg en proportionaliteit, nu heel wat steden en gemeenten evenementen niet langer toestaan.

“We roepen op zo gericht mogelijk te werk te gaan en vragen hierbij dat markten, voorstellingen, kermissen en sport maximaal kunnen doorgaan, tenzij de epidemiologische analyse in uw gemeente dit niet toelaat of de activiteit verboden is door een hogere overheid”, leest het in de brief. “Het is van belang dat bij het nemen van lokale maatregelen telkens de noodzakelijkheid en de proportionaliteit van deze maatregelen goed voor ogen wordt gehouden.”

Overleg

Elke beperkende maatregel moet bovendien afgebakend worden. “Het is belangrijk om steeds een evenwichtige afbakening op het vlak van (duur)tijd, plaats en doelgroep voor ogen te houden in het licht van de diverse economische en maatschappelijke gevolgen. Het overleg met uw provinciegouverneur en de gewestelijke gezondheidsdienst kan u hierin ondersteunen.”

De beslissing om activiteiten niet langer te vergunnen, moet bovendien gemotiveerd worden en rekening houden met de mogelijkheid om het evenement veilig te organiseren. “De afgelopen maanden werden – in samenwerking met de virologen – draaiboeken, protocollen en richtlijnen uitgewerkt om activiteiten in de meest veilige omstandigheden te organiseren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier