EXCLUSIEF: Michel Hofman, stafchef van defensie, over 1 jaar oorlog in Europa: “Misschien beseft Poetin al dat hij er niet zo goed voor staat”
Vrijdag zal het exact één jaar geleden zijn dat Vladimir Poetin zijn ‘speciale militaire operatie’ startte in Oekraïne en daarmee Europa opnieuw in oorlogsmodus bracht. Oostendenaar Michel Hofman, stafchef van het Belgisch leger, blikt exclusief voor ons voor- en achteruit. “Ik hoop dat het vechten volgend jaar voorbij is, maar of er dan al een echte duurzame oplossing zal zijn? Ik betwijfel het”, klinkt het.
Het is een opvallend ontspannen Michel Hofman die ons aan de vooravond van de eerste ‘verjaardag’ van de oorlog in Oekraïne te woord staat. Plaats van afspraak is de Boatsman Jonsen kazerne in zijn thuisbasis Oostende. “Dankzij jullie heb ik kunnen uitslapen vanmorgen”, glimlacht admiraal Hofman, sinds juli 2020 de stafchef van het Belgisch leger.
Had u zich vorig jaar kunnen indenken dat we het vandaag over ‘1 jaar oorlog in Europa’ zouden hebben?
“Zoiets kan je niet verwachten. Ik blijf het tot op vandaag onwaarschijnlijk vinden dat we het in de 21ste eeuw, in 2023, over oorlog in Europa moeten hebben. Dit is een historische periode, dat beseft iedereen. Maar goed, als ik erop terugkijk, dan wisten we al sinds de zomer van 2021 dat er iets op til was. We kregen heel veel signalen, vooral van de Amerikanen, dat er iets stond te gebeuren. Ook de diplomatieke carrousel met Moskou draaide op volle toeren. En toch was er, tot de 23ste februari vorig jaar, bij heel veel mensen nog twijfel, ondanks het feit dat alle indicatoren wezen op een nakend conflict.”
Welke lessen trekt u uit het verloop van de oorlog in Oekraïne tot zover?
“Wat meteen is opgevallen, is dat de Russen er de eerste weken niet in geslaagd zijn om hun doelen te bereiken. We hebben waarschijnlijk de capaciteiten van de Russische strijdkrachten niet goed ingeschat. Met de aantallen waarmee ze aanwezig waren, hadden ze mogelijk – mits een goed operationeel tempo, vlotte logistiek en gepaste leadership – hun doel wel kunnen bereiken maar dat is niet gebeurd. Heel indrukwekkend vond ik de weerbaarheid van de Oekraïners. De eerste twee maanden hebben zij het offensief bijna volledig op eigen kracht tegengehouden. Straf. Hun tegenoffensief vorige zomer, waarbij ze 25 à 30 procent hun verloren grondgebied terugwonnen, was indrukwekkend.”
Hoe evalueert u de rol van de NAVO?
“De NAVO is er snel in geslaagd om de oostflank te beschermen, dat is goed. Aan de andere kant zien we dat veel Westerse strijdmachten – België ook – heel wat moeite hebben om alles uit hun stocks te halen. We waren niet voorbereid op een conflict op zulke grote schaal en dat is voor velen een wake-upcall geweest. De Westerse oorlogsindustrie was niet in staat om een versnelling hoger te schakelen. Veel strijdkrachten wisten dat eigenlijk wel, maar konden daar weinig aan doen omdat de politieke wil, de noodzaak, ontbrak om bijvoorbeeld de stocks aan te vullen, budgetten vrij te maken. Nu ligt dat anders. Beslissingen die we in het verleden namen, hebben vandaag repercussies. En beslissingen die we nu nemen, zullen dat binnen twintig jaar ook hebben.”
Er was heel wat te doen om de Leopardtanks, waar Oekraïne nu om smeekt. Hadden we die niet moeten houden?
“De beslissing om ze te verkopen, dateert van begin de jaren 2000. Toen zat je in de context van afbouw na de Koude Oorlog, de oorlog in Afghanistan. Een andere tijd, met andere behoeftes en een andere budgettaire context. De keuze die toen gemaakt is, was zeer legitiem. In de befaamde lijstjes van landen die steun leveren aan Oekraïne staat België niet altijd op een mooie plaats, maar wij wat doen is complementair aan wat andere landen doen. De Oekraïners weten zeer goed wat ze nodig hebben en bij wie ze moeten aankloppen. België heeft zeer diep uit eigen stock geput en alles wat we hen leveren, kunnen ze ook effectief gebruiken. Eén ding is zeker: de Oekraïners zijn ons dankbaar.”
Aan beide kanten bereidt men zich voor op een nieuw offensief. Wie heeft de grootste slaagkansen?
“Een glazen bol heb ik helaas niet. De Russen hebben hun aantallen, maar niet noodzakelijk de kwaliteit. Ze hebben hun industrie wel kunnen opkrikken om opnieuw grote aantallen te produceren. Maar ze hebben heel wat van hun landcapaciteit verloren: tanks, infanterievoertuigen. Vliegtuigen hebben ze nog, maar ze zijn al vrij diep gegaan in het gebruik van raketten. Hebben ze nog voldoende om iets te betekenen? Vergeet niet dat ze ook al een jaar gebukt gaan onder sancties en dat dit het hen moeilijker maakt om hun stocks aan te vullen. Aan Oekraïense kant is men alle buitenlandse hulp nu aan het verzamelen. Het materiaal is één zaak, maar je moet ook mensen rekruteren om ermee te kunnen werken en vooral: je moet ze leren samen opereren. Dat vraagt tijd. Om een offensief te doen slagen, moet de hele keten kloppen: leveringen, logistiek, trainingen.”
Zitten we hier volgend jaar terug om het over ‘2 jaar oorlog in Europa’ te hebben?
“Daar kan ik me niet over uitspreken. Ik probeer het periode per periode te bekijken. De kans is volgens mij… (houdt zich in). Ik zal dat niet uitspreken. Je moet kijken wat het effect is van een offensief of tegenoffensief. Wat doet dat met de andere? We hopen allemaal dat er op een bepaald moment onderhandelingen mogelijk zijn. Maar wie zal de eerste zijn om de andere voor te stellen om aan tafel te gaan zitten? Wie zal als eerste zeggen dat het genoeg is geweest? Ik hoop dat het vechten volgend jaar voorbij is, maar of er tegen dan ook een echt duurzame oplossing zal zijn? Dat betwijfel ik zeer sterk.”
Is het IJzeren Gordijn nu niet de facto terug?
“Dat zou je in Moskou moeten gaan vragen, dat hangt af van hun intenties. Het is duidelijk dat het regime van Poetin met veel nostalgie terugdenkt aan het Russisch imperium van weleer. De nieuwe dynamiek van de NAVO om de oostflank te verdedigen, is een resultaat van Russische acties. Zolang je niet voelt dat er een verandering is bij het Russische regime, zal dat niet veranderen. Of je dat nu een IJzeren Gordijn moet noemen, weet ik niet maar de realiteit is er. Alles aan Poetin – zijn retoriek, zijn dynamiek – toont aan dat hij dat oude imperium terug wil en de invloedzone wil vergroten. Dat betekent dat Moldavië niet op zijn gemak is, Georgië niet, Polen en de Baltische staten ook niet. Zij hebben al eens onder Russische overheersing geleefd en zij willen dat niet meer meemaken.”
Wat vond u van de ‘State of the Union’ van Poetin?
“Ik heb het niet rechtstreeks kunnen volgen, maar de retoriek was opnieuw dezelfde: zeer anti-Westers. Anderzijds is mij ook opgevallen dat er heel wat zaken net niet gezegd zijn. Ik ben geen expert in de diplomatieke communicatie van de Russen, maar het zou er toch kunnen op wijzen dat Poetin beseft dat hij niet zover zal geraken als hij zelf wil. Zulke speeches dienen natuurlijk grotendeels voor het eigen publiek – vandaar de retoriek en de verwijzing naar kernwapens – maar ik denk dat hij in zijn diepste binnenste toch beseft dat hij er niet zo goed voor staat als hij zelf zou willen. Al is dat een persoonlijke bedenking.”
Die nucleaire dreiging, hoe ernstig moeten we die nemen?
“Wij volgen dat goed op en ik kan u geruststellen: er zijn vandaag geen indicaties dat er iets op til is. Voorlopig is dat pure retoriek die gebruikt wordt door het Russische regime om ons af te schrikken. Er zijn op het terrein geen veranderingen die aanduiden dat er iets op til staat. Ik denk ook dat Poetin alles te verliezen heeft als hij dat zou doen.”
Deze week raakte bekend dat er ook in onze Noordzee Russische schepen opduiken die komen rondneuzen. Voor u wellicht geen verrassing?
“Absoluut niet, wij monitoren dat al jaren zeer goed. Ik krijg daar ook telkens een seintje over (wijst naar zijn telefoon) Kijk, in 2021 hadden we een zeventigtal passages en in 2022 een veertigtal. Zolang zij niet in territoriale wateren komen, mag dat. We weten waar ze zijn en we volgen ze op. Natuurlijk zijn we zeer waakzaam als blijkt dat ze speciale aandacht hebben voor kritieke infrastructuur: onderzeese stroom- of datakabels of onze windmolens. Als er echt iets verdachts aan de hand is, sturen we daar de nodige capaciteit op af. En we zullen niet talmen om ook effectief in te grijpen, laat dat duidelijk zijn.”
Het was ook voor u een bevlogen jaar. Hoe vindt u rust, in de Stad aan Zee?
“Door te sporten, wanneer dat kan. Ik heb altijd rust gevonden aan de zee, zeker in Oostende. Ik ben geboren in Oostende en opgegroeid in Brussel. Maar veel weekends en alle vakanties kwam ik terug, bij mijn grootmoeder. Ik ben ook de enige van het gezin die naar Oostende is teruggekeerd. Dit is mijn thuisbasis. Een goeie strandwandeling kan wonderen doen. Maar echte rust vinden, is moeilijk momenteel. Ik heb een job waarin je 24/7 draait, zeker nu. Ik heb dan wel vakantie kunnen nemen, maar met zo’n ding daar (wijst naar zijn telefoon) ben je altijd bereikbaar. Ook in mijn hoofd blijft het draaien, soms tot frustratie van mijn familieleden maar het is nu eenmaal zo.”.
Slotvraag: Stel, u krijgt vijf minuten met Vladimir Poetin. Wat zegt u hem?
(blaast) “Goh, als ik de getuigenissen mag geloven van heel veel toppolitici die met hem hebben kunnen praten, laat hij een zeer koude en cynische indruk na. Ik denk dan ook niet dat hij hier zou binnenkomen. En mocht hij het toch doen, dan zou ik hem de geneugten van het goeie Belgische leven offreren. Om hem duidelijk te maken dat er nog iets anders is in het leven dan zijn expansiedrang (lacht).”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier