Evelien verzamelt plantjes voor getroffen regio in Wallonië: “Sfeer en gezelligheid zijn minstens zo belangrijk”

Evelien De Jonghe ging al twee keer helpen opruimen in Wallonië en zag er de grootste noden. "Maar wat gezelligheid in hun half vernielde huizen kan ook helpen, dus verzamel ik plantjes om in november naar daar mee te nemen." © Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Evelien De Jonghe trok al twee keer naar La Brouck, een deelgemeente van Trooz, waar de Vesder lelijk huis hield tijdens de overstromingen in Wallonië. “Ik was zeer aangedaan door de beelden op televisie dat ik daar wilde gaan helpen. De basisbehoeften zijn er heel groot, maar ook wat gezelligheid in de gehavende huizen is belangrijk. Vandaar dat ik in november met kamerplantjes naar daar wil gaan.”

De 27-jarige Evelien De Jonghe is beroepshalve ergotherapeut in de H. Hartschool van Oostende. Ze woont met een huisgenote in de Schoolstraat. “Co-housing is ideaal om de kosten te delen”, lacht Evelien.

Naast haar intense job is Evelien begaan met wat er ver weg en nabij gebeurt. “Toen ik de beelden van de overstromingen in de Ardennen zag, kwam het direct bij me op om daar op een of andere manier te gaan helpen. Ik heb me toen ingeschreven via de app van het Rode Kruis en kwam uiteindelijk bij een groep op Facebook terecht”, vertelt Evelien.

Weggespoelde straten

“Zo kwam ik in La Brouck nabij Trooz terecht. Het gebied is er heel zwaar getroffen. Ik ben er alleen met de wagen naartoe gereden en wist niet wat ik zag. Plots was er geen weg meer. Straten en bruggen zijn er weggespoeld door het verwoestende water van de Vesder. Beelden op televisie zeggen al veel, maar als je ter plaatse bent, word je pas echt geconfronteerd met wat daar gebeurde”, verzekert Evelien.

Bijna dagelijks krijg ik nieuwe plantjes om mee te nemen

“In La Brouck werd ik eerst naar een adres gestuurd om daar te helpen de tuin op te ruimen. Je kan het je niet voorstellen wat daar allemaal lag. Het was precies een oorlogsgebied. Daarna ben ik gaan vragen waar nog hulp nodig was en kwam zo bij Anita terecht. Deze dame, ik denk dat ze eind de veertig is, had net haar huis gerenoveerd en moet nu helemaal opnieuw beginnen. Maar opgeven doet ze niet. Het is mooi om te zien hoeveel moed de mensen daar nog hebben om alles weer op te bouwen. Op een vreemde manier is het er in de straten gezellig. Iedereen geeft elkaar moed om door te doen.”

Houten kist

Evelien bleef er die eerste keer twee dagen en ging bij familie op een 40-tal kilometer van Le Brouck overnachten. “De tweede keer is mijn huisgenote mee geweest en hebben we met ons tentje in de toen al opgeruimde tuin van Anita geslapen. Ik had een kamerplantje voor haar meegenomen. Ze was er heel blij mee. Het was een speciaal gezicht, dat plantje in haar vernielde huis”, vertelt Evelien.

“Vandaar mijn idee om voor het hele dorp op 27 november een plantje mee te nemen. Het is wel geen basisbehoefte, maar brengt toch wat sfeer en gezelligheid. Daarom mijn oproep op Facebook om wie een stekje of plant kan missen, die in de houten kist aan mijn huis in de Schoolstraat 40 achter te laten. En dat lukt al aardig. Als ik thuis kom van school, ga ik eerst in de kist kijken. Bijna dagelijks zitten er plantjes in.”

“Ik blijf in contact met Anita om te weten hoe de opruimingswerken er vlotten en om te weten hoe het er met de mensen gaat. Want als je daar geweest bent, gaat het niet meer alleen om huizen die kapot zijn, maar ook om het verhaal van de mensen in die woningen”, besluit ze.