Emmanuel Bekaert schopt het van vondeling tot succesvol bedrijfsleider

Emanuel Bekaert: "Op de speelplaats weigerde ik aanvankelijk om schoenen te dragen. Ik was het als kind gewoon om blootsvoets te stappen, dus gooide ik mijn schoenen ook in België af." © Stefaan Beel
Philippe Verhaest

Het leven van Emmanuel Bekaert dendert als een sneltrein voorbij. Met zijn outsourcingsbedrijf Maxicon bouwt hij een nieuw hoofdkwartier op Roeselaars grondgebied, maar tegelijk beseft de man dat zijn leven er compleet anders had kunnen uitzien. “Ik ben als vondeling in een weeshuis in India binnen gebracht. Maar dankzij mijn adoptiemama heb ik een volledig ander leven gekregen. Daar zal ik altijd dankbaar voor blijven.”

Werkgever voor een kleine 180 mensen, een mooi gezin én straks een nieuwe thuis voor zijn outsourcingsbedrijf Maxicon. Het gaat Emmanuel Bekaert méér dan voor de wind. “Ik heb de afgelopen 25 jaar kei- en keihard gewerkt”, mijmert hij. “Maar ik zal nooit vergeten waar ik vandaan kwam. Zonder mijn adoptiemama Ann Bekaert zou ik dit allemaal niet mogen meemaken. Dat vergeet ik nooit.”

Hoe ben je in België beland?

“De eerste jaren van mijn leven heb ik als vondeling in een weeshuis in het zuiden van India doorgebracht, in een stadje in de buurt van Mumbai. Ik was al vijf jaar oud toen ik voor het eerst voet aan grond zette in mijn nieuwe thuisland. Met dank aan het adoptiebureau De Vreugdezaaiers en vooral mijn adoptiemama. Ik besef maar al te goed dat mijn leven er helemaal anders had kunnen uit zien.”

Heb je nog herinneringen aan je geboorteland?

“Die vervagen steeds meer. Ik weet wel nog dat ik in de tuin van het weeshuis uit een boom ben gevallen. Onder mijn haar heb ik daar nog altijd een litteken van. (glimlacht) Maar het wordt steeds maar moeilijker om beelden scherp voor de geest te halen. Toen ik in Roeselare aankwam, sprak ik geen letter Nederlands. Ik weet nog dat de cultuurschok erg groot was. Ik werd meteen in het eerste leerjaar gedropt, maar lag die eerste maanden meer in het ziekenhuis dan dat ik in de klas zat. De aanpassing aan mijn nieuwe en westerse omgeving was niet evident. Een ander klimaat, een andere voeding… Ik was gewend om rijst te eten en kreeg plots patatjes geserveerd. Maar ik ben overal erg goed opgevangen.”

“Op de speelplaats weigerde ik aanvankelijk om schoenen te dragen. Ik was het als kind gewoon om blootsvoets te stappen, dus gooide ik mijn schoenen ook in België af.”

Heb je nooit de drang gehad om je roots op te zoeken?

“Dat was eigenlijk nooit het geval. Als vondeling kan ik bijvoorbeeld nooit te weten komen wie mijn biologische ouders waren. Het is duidelijk dat ze niet voor me konden zorgen, maar ze hebben me onrechtstreeks wel een mooi leven geschonken. Ook tijdens mijn puberjaren worstelde ik niet met een identiteitscrisis, ik was tevreden met mijn leven in België. En dat ben ik nog altijd. Maar af en toe denk ik wel eens hoe mijn leven er had kunnen uit zien, mocht ik in India gebleven zijn. Dan behoorde ik waarschijnlijk tot de laagste kaste en was er van opklimmen in het leven nooit sprake geweest. Eigenlijk kan je mijn levenswandel het best vergelijken met de film Slumdog Millionaire. Daar wordt een jongen uit de sloppenwijken dankzij een televisiequiz miljonair. Dankzij mijn adoptiemama heb ik ook de spreekwoordelijke jackpot gewonnen. Ik heb mijn verloofde wel beloofd dat we, eens we getrouwd zijn, op huwelijksreis gaan naar de streek waar ik geboren ben. Dan wil ik alles met mijn eigen ogen nog eens zien. Hopelijk kunnen we in 2021 die trip maken.”

Voel je je nog Indiër?

“Ik voel me een rasechte Belg. En dan nog vooral een West-Vlaming. Daar ben ik echt preus op. Mijn moedertaal is West-Vlaams. Indisch spreek ik allang niet meer. We waren indertijd met vijf adoptiekindjes die over heel Vlaanderen verspreid werden. Ik kus nog altijd mijn beide handjes dat ik hier ben terecht gekomen. Dat zorgt soms voor grappige taferelen. Bij zakelijke contacten via de telefoon beelden de mensen zich een volbloed West-Vlaming in, maar wanneer ze me in het echte leven ontmoeten, kunnen ze het aanvankelijk niet geloven dat ik ook daadwerkelijk Emmanuel Bekaert ben. Maar ik heb nooit last gehad van openlijk racisme. Integendeel, zelfs. Op dat vlak klopt het stereotiepe beeld van de gesloten West-Vlaming totaal niet.”

West-Vlamingen staan er wel om bekend gedreven ondernemers te zijn. Dat ben jij ook. Waar komt die drive vandaan?

“Ondernemen zit gewoon in mijn bloed. Op mijn vijftiende had ik al een weekendjob bij de Quick in Roeselare. Hamburgertjes bakken om een extra centje te verdienen. Aanvankelijk heb ik als technicus bij Delta Light en Westvlees gewerkt, maar ik wilde op eigen benen staan. En ik heb alles letterlijk van nul opgebouwd. Mijn adoptiemama steunde me in alles wat ik deed, maar een financieel duwtje in de rug was niet mogelijk. Ik ben nu al vijftien jaar ondernemer en heb allesbehalve spijt van die keuze. Risico’s nemen, eens op je bek gaan, maar er blijven voor gaan… Dat houdt me scherp.”

Ben je trots op het parcours dat je hebt afgelegd?

“Méér dan trots. Niemand kan me verwijten een fils à papa te zijn. Ik heb nooit op een uurtje meer of minder gekeken, want ik had slechts één doel voor ogen: slagen als ondernemer. En dat is ook gelukt. Maar net als alle andere bedrijfsleiders weet ik maar al te goed waar mijn sterktes en zwaktes liggen. Je bent maar zo goed als het team waarmee je je kan omringen. Op dat vlak ben ik bij Maxicon gezegend.”

Nu ben je zaakvoerder en hou je je met het grotere plaatje bezig. Mis je het technische werk niet?

“Af en toe wel. Dat blijft toch de kern van de zaak, hé. Wanneer ik zie dat een van onze teams een kracht te kort heeft, trek ik mijn werkoutfit aan en spring ik met plezier bij. Daar geniet ik dan ook écht van. En voor mijn mensen is het schitteren dat den baas zich niet te goed voelt om wat vuil werk op te knappen.”

Emanuel Bekaert
Emanuel Bekaert© Stefaan Beel

Het brede publiek leerde je in 2017 kennen als een van de gezichten van de zomerbar Pulobar. Hoe blik je terug op die periode?

“We hebben tijdens dat eerste jaar pionierswerk verricht. Zomerbars kenden ze tot dan enkel aan de kust, wij hebben het concept naar het binnenland gebracht. Iedereen verklaarde ons gek, maar uiteindelijk vond de massa heel vlot de weg naar Ardooie. Daar keken Frederik, (Stragier, medeorganisator, red.) en ik ook zelf met grote ogen naar. Om je een idee te geven: we zeiden onze leverancier van roséwijn dat we hoopten om over de hele zomer zeshonderd flessen te verkopen. Het zijn er 7.000 geworden.”

Hoe mooi de eerste editie in Ardooie ook was, het vervolg in Izegem eindigde met een zeer bittere toets. De 29-jarige Sarah Palaisy overleed nadat een overdosis methanol in haar drankje in Pulobar haar fataal werd…

(zwijgt even) “Dat tweede jaar is er een om heel snel te vergeten. Iemand die het leven laat in onze zaak, helemaal buiten onze wil om, dat doet iets met een mens. Wij staan nog altijd recht in onze schoenen. We hebben niks met die hele zaak te maken en gelukkig beseft ook Sarahs familie dit ondertussen. We hebben toen met haar mama en oom contact gehad en zij weten dat we alleen maar goeie bedoelingen hadden.”

Denk je nog vaak aan dat hele verhaal?

“Toch wel. En dan vooral aan Sarah zelf. Dat we na enkele weken toch opnieuw de deuren konden openen, bewijst echter dat we hier niks mee te maken hadden. Ik vind het vooral straf dat 1,5 jaar na Sarahs dood er nog altijd geen duidelijkheid is wie dit op zijn geweten heeft. Wat mij betreft, is de horecawereld dan ook een afgesloten hoofdstuk. We hebben er mooie momenten door beleefd, maar het slot was erg wrang.”

Dan gaat het met Maxicon stukken beter.

(glundert) “Dat kan je wel stellen. Onze winkel draait enorm en ik heb hier mijn droomjob gebonden. Dit zal ik tot aan mijn pensioen blijven doen. Met Bekaert Technics (een van Emmanuels vorige bedrijven, red.) had ik op mijn hoogtepunt zo’n 90 man in dienst. Nu geef ik 176 mensen werk en in juni 2020 trekken we naar onze nieuwe thuis. De ruwbouw is klaar, in januari wordt alles wind- en waterdicht gemaakt… Elke keer ik via de R32 aan onze werf passeer, dan stop ik even. Ik ben getikketakt om er een kijkje te nemen. Maxicon is mijn kindje, hé.”

Hoe jammer vind je het dat je adoptiemama dit niet meer kan meemaken?

“Ik weet dat ze meekijkt. Ze was al trots dat ik het als zelfstandige goed deed, maar wat we nu met Maxicon doen, zou de kers op de taart geweest zijn. Ik kan enkel maar zeggen dat mama Ann een belangrijk aandeel in dit succes heeft. Want zonder haar was ik hier gewoon niet.”

Tips van Emmanuel

Culinair

“Ik ben onvoorwaardelijk fan van Bistro ‘t Verschil in Gits en Le Nord in Roeselare. Twee toprestaurants op een steenworp van mijn huis. Je kan er een aperitiefje drinken aan de bar en daarna de voeten onder tafel schuiven. Een concept dat me op het lijf is geschreven. Iets verderop klop ik graag aan bij La Différence in Kooigem en in Koksijde genieten Sophie en ik graag van fruits de mer.”

Shoppen

“Oei. Niet meteen mijn favoriete hobby. Ik beperk me tot twee winkelsessies per jaar: tijdens de solden in januari en juli. Dan stap ik de Boggi in Roeselare binnen en sla ik mijn slag. Ik vind er altijd mijn smaak en word er perfect geholpen. Ook bij Fragine in Deerlijk zien ze me wel eens opduiken, maar online shoppen doe ik nooit. Daar ben ik principieel tegen. Als ondernemer weet ik maar al te goed dat je lokale zelfstandigen moet steunen. Ik koop trouwens erg budgetbewst. Mijn vrienden noemen me zelfs een ‘krempekloot’. (lacht) Dat trekje heb ik van mijn mama mee gekregen.”

Mooie plekjes

“Het Sterrebos in Rumbeke vind ik een oase van rust. Daar ga ik graag eens wandelen met mijn gezin. En het Geitepark in hartje Roeselare voert me terug naar mijn jeugdjaren. Nu trekken we ook regelmatig naar ‘t Veld in Ardooie, maar het liefst van al doe ik een toertje op de boerenbuiten in Ardooie. Met de kinderen aan mijn zijde wat gezonde lucht opsnuiven, meer hoeft dat toch niet te zijn?”

Reizen

“Ik ben niet de man om aan de Spaanse costa’s of in Turkije te liggen bakken, maar één keer per jaar ondernemen Sophie en ik een verre reis. Dit jaar hebben we ons ondergedompeld in Thailand. Een cultuurschok, maar dat heb ik nodig om te beseffen hoe goed we het hier hebben. We zijn ook al naar Bali en Zanzibar getrokken en het Afrikaanse continent staat hoog op mijn verlanglijstje. Maar eerst naar India met mijn vrouw!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier