Edouard Vermeulen (66) kijkt in boek en expo terug op 40 jaar modehuis Natan: “Ik hou van perfecte afwerking,dat is West-Vlaams, toch?”
Veertig jaar geleden startte Edouard Vermeulen modehuis Natan op. Het groeide uit tot een huis met naam en faam tot ver over onze landsgrenzen. Die verjaardag wordt gevierd met een tentoonstelling en een indrukwekkend boek, die de couturier ten voeten uit schetsen. “Wat je ook verwezenlijkt hebt, blijf altijd vooruit kijken.” Een instelling die hij wijt aan zijn West-Vlaamse opvoeding, net als zijn zin voor perfectie en orde. “Ik plooi mijn kleren altijd op.”
Mocht Edouard Vermeulen (66) de burgemeesterssjerp in Knokke-Heist ambiëren – wat hij voor alle duidelijkheid niet doet –, dan zou hij nog heel wat stemmen binnenrijven ook. Dat leert een korte maandagochtendwandeling in de kuststad, van zijn boetiek langs de Kustlaan tot op de zeedijk: de couturier deelt en ontvangt de ene goeiemorgen na de andere, een handdruk links, een complimentje rechts. Voor de foto zeilt hij fluks het nog vochtige strand op. Of dat geen kwaad kan voor zijn mooie suède schoenen? “Die kunnen daar tegen, ook al zijn het geen sneakers”, pareert hij de vraag van de fotograaf gevat. Want dat Edouard het niet zo begrepen heeft op sneakers, is stilaan tot een gimmick in modeland uitgegroeid. Als hij even later de dijk weer opklimt, begroeten enkele keuvelende dames die hem in het vizier krijgen hem vrolijk joelend. Hij laat het zich welgevallen, met een brede glimlach. “Goeie vriendinnen”, legt hij uit terwijl hij alweer verder stapt. Ik wijs hem erop dat er nog wat zand aan zijn schoenen hangt. “Ah wat, dat geeft toch niet!”
U bent duidelijk in uw sas in Knokke-Heist. U verblijft hier ook dikwijls in uw vakantiehuis.
Edouard Vermeulen: “Ik vertoef hier inderdaad steeds vaker. In Brussel ben ik uiteraard ook veel omdat ik er werk, maar in het weekend kom ik liever naar de kust. Het is hier aangenamer leven, veel rustiger ook.”
Ik verblijf steeds vaker in Knokke-Heist, het is er rustiger leven dan in Brussel
Gaat u stilaan op zoek naar meer rust?
(sputtert) “Nog niet meteen naar rust, neen! Maar ik ben me er wel bewust van dat ik op mijn leeftijd voldoende in beweging moet blijven. Tienduizend stappen per dag, dat kan ik in Brussel in het Terkamerenbos doen, maar hier is het eenvoudiger: ik stap gewoon naar buiten en kan alle kanten op. Ik heb hier ook veel vrienden, ik geniet van hun gezelschap. En bovendien is er onze winkel. We hebben die niet toevallig uitgebreid, mensen komen vandaag liever shoppen in Knokke-Heist dan in Brussel.”
Tienduizend stappen? Bent u sportief?
“Eigenlijk niet. (lacht) Nooit geweest ook. Daarom vroeg ik een dokter enkele jaren geleden wat hij iemand van mijn leeftijd adviseert. ’s Ochtends veel water drinken, een koude douche nemen en vooral veel stappen. Wandelen en fietsen doe ik graag, dus die raad neem ik ter harte. En dat doe ik dan liefst alleen. Als ik wandel kan ik mijn gedachten eens goed op een rij zetten, zonder gestoord te worden. Dat werkt heel rustgevend.”
Houdt het u bezig, dat ouder worden?
“In die zin dat de tijd te snel voorbijvliegt: ja. Op fysiek vlak heb ik geluk en daar ben ik dankbaar voor. Ik voel me geen dertig meer, maar ik vertoon nog geen noemenswaardige symptomen van ouderdom. (lacht) Ik besef wel dat ik de goede jaren die ik nog heb ten volle moet benutten. En dat ik in de présent moet leven, hier en nu. Toen ik jonger was, was er altijd die twijfel en onrust: doe ik het wel goed genoeg? Zal het wel lukken? Na mijn vijftigste werd ik rustiger, gelukkiger ook. Sinds ik zestig ben, wil ik me vooral goed bewust zijn van wat ik samen met mijn team verwezenlijkt heb, zonder daarom stil te vallen.”
Maar veertig jaar Natan mocht wel eens gevierd worden?
“Ja, maar dan niet in de vorm van een overzicht van wat we allemaal gedaan hebben. De tentoonstelling is opgevat als een installatie, met ontwerpen maar ook video en andere disciplines, en sluit in die zin aan op het boek. Zowel in de expo als in het boek wilden we eerder de sfeer van het huis oproepen, dan dat je er te weten komt wat ik van dag één tot nu heb gedaan.”
Geen privé ontboezemingen in uw boek?
“Oh neen! We bladeren als het ware door ons werk van al die jaren, met modellen, stylisten, fotografen, stuk voor stuk grote talenten in hun vak. Alleen een brief geschreven door toen nog prinses Paola liet ik opnemen, ze was destijds de eerste klant op mijn eerste defilé. Dat heeft me inderdaad gelanceerd bij wel meer koningshuizen, tot en met prinses Elisabeth. Maar meer aandacht vraagt dat allemaal niet. Ik wilde een boek dat toont waar het echt om draait: onze collecties. En inderdaad, ik kreeg wel al reacties dat er niet veel in te lezen staat. Maar valt er dan zo veel te zeggen over mode? Kijk naar de beelden, naar de evolutie die mode onderging… Dát vind ik interessant. Hoe zou ik trouwens – op een paar hoogtepunten na – nog weten wat ik allemaal deed al die jaren geleden?”
U werd couturier, maar groeide op als brouwerszoon in Ieper. Was zelf brouwer worden ook een optie?
“Nee, daar was weinig ruimte toe. Het was ook al snel duidelijk dat er een samenwerking zou komen met de Kortrijkse brouwersfamilie Vander Ghinste. Ik kwam in de mode terecht, mijn broer werd jurist. Maar de contacten zijn altijd goed gebleven. Toen bij Vander Ghinste het idee werd gelanceerd om het oude recept van mijn vader opnieuw uit te brengen, het Ypra bier, werd ik gevraagd om het etiket daarvan te ontwerpen. Wat ik met veel plezier heb gedaan.”
Instagram is een enorme bron van inspiratie! Ik moet me inhouden of ik zit er hele dagen op te kijken
U richtte Natan halfweg de jaren ‘80 op, ook de Zes van Antwerpen kwamen toen aan het raam piepen. Compleet verschillende scenes of toch niet?
“Ik was daar toen niet zo mee bezig, maar ik ben de Zes wel bijzonder dankbaar omdat ze de Belgische mode op de internationale kaart hebben gezet. België staat sindsdien bekend om haar creativiteit, ook op andere vlakken als design, fotografie, noem maar op. Maar het DNA van de Zes was compleet anders dan dat van ons, net zoals dat van de Belgische merken als Scapa en Xandres die toen ontstonden, ook weer anders was. Natan is eigenlijk altijd een buitenbeentje geweest. Toen er nog geen prêt-á-porter was, telde ons land heel wat couturehuizen. Wij zijn het enige dat overblijft.”
Volgt u vandaag wat er aan een hoog aangeschreven instituut als de Antwerpse Modeacademie gebeurt?
“Zeker! We hebben een goeie band met de academie, veel mensen die bij ons werken, komen trouwens van de academie.”
U staat erom bekend jong modetalent graag een podium te geven.
“Omdat dat belangrijk is, ja. Zij gaan de toekomst maken, zij brengen nieuwe ideeën binnen in mijn bedrijf. Mode ís de toekomst tenslotte. Een journalist vroeg ooit na een defilé van Coco Chanel aan de ontwerpster wat zij ervan vond. Ze ant-woordde: Démodé! Waarmee ze bedoelde dat het voor haar alweer afgesloten was, ze moest aan iets nieuws denken. Prachtig toch?”
Wie zijn de mensen die er voor u uitspringen vandaag?
“Er is zo veel gaande in de modewereld. Er zijn al die ontwerpers die de oude modehuizen nieuw leven inblazen. Maar er zijn ook de sociale media, die jonge mensen de kans geven om hun ideeën te tonen en te maken, zonder dat ze daar eerst een groot kapitaal voor moeten verzamelen. Ik had een etalage nodig, een fysieke winkel om mijn collectie te tonen, moest aanwezig zijn op beurzen… Nu zet je alles gewoon op Instagram. Ik vind dat geweldig. Al die inspiratie! Ik moet me inhouden of ik zit hele dagen op Instagram.” (lacht)
Het enorme aanbod maakt het wel moeilijker om er nog uit te springen?
“Dat is waar, maar het blijft een positieve ontwikkeling. Huur maar eens als beginner een pand in Knokke-Heist vandaag, dat is onbetaalbaar.”
Op de site van Natan lezen we ook over de inspanningen om te evolueren naar een volledig duurzaam merk. Hoe staat u in het debat over fast fashion?
“Nieuwe evoluties hou je niet tegen. Maar er moet meer regelgeving komen op dat vlak. Dat je een truitje van 30 euro heen en weer mag sturen, de wereld rond, en zo meewerkt aan een enorme pollutie: dat zou niet mogen. Laat de consument die kosten betalen, dan denkt men wel twee keer na. Op zich heb ik niets tegen ketens als Zara en H&M, ze hebben de mode aantrekkelijker gemaakt. Door hen kunnen meer mensen zich smaakvol kleden en dat is positief. Maar hun extreem lage prijzen kunnen in vraag gesteld worden. Nu, ik hoor dat jongeren steeds bewuster omgaan met kleding. Ik hoop dat die trend zich doorzet.”
De collecties van Natan worden steevast omschreven als elegant en perfect afgewerkt. Dat kan voor u niet anders?
“Ik hou daarvan, ja. Is dat niet een beetje West-Vlaams ook? Het kan altijd beter, mooier…”
Trekt u dat in alles door? Of hebt u ook wel eens een kater? Gaat u ook brood halen in een versleten joggingbroek?
(kijkt verwonderd) “Euh, neen… Mensen zeggen wel eens dat het nooit rommelig oogt bij mij thuis. Dat klopt. Ik ben geen maniak hoor, maar het ligt nooit rommelig bij mij thuis. Als ik me omkleed, plooi ik mijn kleren op. Ik kleed me op een manier waarop ik altijd iemand kan ontvangen. Dat zat in mijn opvoeding: heb respect voor wat je hebt. Ook typisch West-Vlaams, denk ik.”
U hebt in elke Vlaamse provincie één winkel. In West-Vlaanderen zijn dat er twee, in Knokke-Heist én Roeselare. Zegt dat ook iets over ons?
“We gaan waar de markt is, nietwaar.”
U wordt wel eens gespot in uw Roeselaarse zaak. Haalt u daar dan uw beste West-Vlaams boven?
“Nu weten velen al dat ik West-Vlaamse roots heb, maar vroeger was dat minder bekend. Ik werd altijd als een Brusselaar beschouwd. Maar het gebeurt dat ik iemand aanspreek in het dialect. Mo ge klapt gelik wieder!, schrokken ooit twee dames.”
Wat brengt de toekomst voor Natan?
“We leven in rare tijden, het is moeilijk om nu ingrijpende beslissingen te nemen. Ik werk intussen samen met een goed team, ik ben nog altijd van alles op de hoogte maar ik kan ook delegeren aan mensen die ik vertrouw. We overwegen de opening van een zaak in Madrid. Sinds vorig jaar hangt onze collectie in het luxewarenhuis Le Bon Marché in Parijs en nu trekken we ook naar Printemps in New York. We zorgen voor visibiliteit en zien wat daaruit voortkomt, maar we nemen geen risico’s. Of hoogstens een berekend risico.”
Het boek ‘Edouard’, geschreven door modejournaliste Veerle Windels en uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts, kost 120 euro.
De tentoonstelling met 50 couturejurken van Natan loopt van 1 tot 26 november in het Vanderborghtgebouw, Schildknaapsstraat 50 in Brussel.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier