Derde kappersgeneratie Pouchele uit Veurne viert 100ste verjaardag

© MVO
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Mario Pouchele (57) vertegenwoordigt de derde generatie van de kapperszaak die zijn grootvader Urbain Pouchele 100 jaar geleden startte. Net als zijn pépé is Mario een spraakwaterval die enthousiast het familieverhaal schetst en graag even stilstaat bij het 100-jarige bestaan.

“Mijn pépé Urbain is geboren in 1905 en op zijn 12de ging hij in de leer bij een kapper, want een kappersopleiding bestond toen niet”, steekt Mario van wal. “Omdat hij niet al te struis gebouwd was, leek dat voor zijn moeder de meest geschikte oplossing. Ze vond dat Urbain dan maar beter coiffeur of kleermaker kon worden. Toen ze in een krant ontdekte dat een barbier in Antwerpen een ‘apprenti’ (leerjongen) zocht, zette ze hem met zijn fiets op de trein. Zo’n leercontract was destijds een heel avontuur: een jaar weg van huis, pépé kreeg wel kost en inwoon maar moest ook 12 tot 14 uur per dag werken. Op zijn 16de werd hij zelfstandige, in het café van zijn moeder en daar kreeg hij een eigen kamertje. Maar die roaring twenties, met een orgel in het café, dat was niks voor hem! Hij wilde weg uit het café en vlug trouwen.”

“We hebben nog klanten die al over de vloer kwamen bij mijn grootvader”

“Toen hij met mijn grootmoeder, die afkomstig was uit het Brusselse, trouwde, nam hij zijn intrek in het pand hier schuin tegenover, in de Ooststraat. Wat nu weer helemaal in is, een barbiersalon annex café, was toen pure noodzaak. De meeste handelszaken waren eigendom van een brouwer en die verplichtten huurders om ook café te houden en hun bier te verkopen. Elk jaar sloeg de brouwer de pacht op. Tot pépé het beu was en besliste een huis te kopen dat niemand wilde… Dat was in de oorlogsjaren, en het ging om het huis over de brug in de Statiestraat. Die brug zou gebombardeerd worden zodat de stadskern gevrijwaard zou blijven van de Duitse bezetters. Maar het huis bleef overeind!”

‘Hennegatje’

Na de oorlog braken de fifties aan. Mario’s vader, Willy (geboren in 1934) was toen al kapper maar zijn huwelijk met Godelieve Bossy, die in de leer was geweest bij een kapperszaak in Diksmuide, zorgde voor een keerpunt. “Net zoals nu met corona waren de mensen blij dat de oorlog voorbij was”, zegt Mario. “De economie herleefde, mensen begonnen uit te gaan, Europa veranderde onder de Amerikaanse invloed en ook ons beroep! De mannenmode veranderde, hun haarcoupe werd langer. Ze gingen naar de kapper van hun vrouw en lieten hun haar in een ‘hennegatje’ knippen… Mama was de drijvende kracht achter het dameskapsalon!”

Mario herinnert zich dat hij als 12-jarige knaap mee het haar hielp wassen in het kapsalon: “Ik moest zelfs op een bankje staan, anders kon ik er niet bij! Wat ik heel graag deed was tekenen, en ik mocht naar de Westhoekacademie. Maar mijn pa stond erop dat ik mijn diploma middelbaar behaalde en dat ik voort zou studeren. Ik koos voor regentaat plastische kunsten aan de Rijksschool in Gent en kreeg er les van Octave Landuyt, een strenge man, die me echter wel een basis heeft meegegeven voor mijn verdere leven.”

Op stage in Duitsland

Toch wilde Mario nog altijd kapper worden. “Mijn vader had op het WK in Düsseldorf een fenomeen van een kapper aan het werk gezien, die volgens hem haar kon knippen als geen ander. Hoewel er nog geen internet bestond, slaagde hij erin hem op te sporen en ik kon bij hem in de leer. Die kapper werkte toen met 20 man personeel en een vijftal studenten. In tegenstelling tot nu moest je ervoor betalen om bij hem op stage te kunnen, zelfs 1.000 frank per dag, een fenomenaal bedrag in die tijd! Drie schoolvakanties, telkens drie maanden, ben ik bij die kapper in Duitsland geweest en na mijn regentaat zelfs een heel jaar! Terug in België zei mijn vader: nu moet je nog haar leren kleuren en ‘permanenten’, want daar heb je alleen leren knippen. Dat deed ik in het Technische Centrum van L’Oréal. Toen had ik nog altijd geen diploma, en ik legde mijn examen af voor een middenjury in Brussel, met mama als model. Ik heb ook heel wat bijscholing gevolgd in Engeland, en daar leerde ik Wim Colle kennen, mijn partner met wie ik acht jaar geleden getrouwd ben. Wim had een opleiding dieetleer gevolgd, maar toen hij met mij meeging op de bus naar Parijs met een bende andere kappers, kreeg hij de smaak te pakken en hij legde ongeveer hetzelfde parcours af als ik.”

Nieuwe zaak

“Wim is toen zijn eigen kapsalon gestart in De Haan, want in Veurne werkten mijn beide ouders nog altijd volop mee. Maar acht jaar geleden begonnen mijn ouders ernstig ziek te worden. Allebei stierven ze datzelfde jaar, 79 jaar oud. Wim heeft toen zijn zaak overgelaten en we zijn samen voortgegaan in Veurne, eerst nog een tijd in de Statiestraat. Toen papa al ziek was, viel ons oog op ons huidige pand, aan de rotonde van de Ooststraat. Met zijn zin voor ‘commercie’ en zijn gezond boerenverstand raadde papa me aan om de Statiestraat te verkopen en te investeren in een nieuwe locatie. Ik was toen 50 en vandaag ben ik nog altijd trots op het resultaat! Het interieur is heel apart, met veel oude herinneringen, foto’s, oude kappersstoelen, een oude toonbank en mijn eigen grafisch werk als decoratie. Het is geweldig dat we nog klanten negentigplussers hebben die al over de vloer kwamen bij mijn grootvader! Wim en ik én ons team oefenen ons vak nog altijd met veel plezier uit, met respect en een luisterend oor voor onze klanten. Ook ik heb de tijden zien veranderen: vroeger lieten mensen gewoon hun haar knippen, nu zijn de coupes, de technieken, de producten helemaal afgestemd om in overleg onze klanten een stijlvol kapsel aan te meten dat past bij hun persoonlijkheid. Hoe onze toekomstplannen er uitzien? Die zijn er zeker, maar we houden ze nog even geheim!”

Mario’s Hair, Ooststraat 49, Veurne 058 31 13 76 – www.marioshair.be.

Partner Expertise