DEEL 1 – 80 jaar geleden werden Wingene en Ruiselede bevrijd: bevolking in de greep van de ‘Feldpolizei’

Poolse soldaten bevrijden Zwevezele zonder één schot. Op dat moment plundert een Duitse kolonne huizen en hoeves in Ruiselede. © GF
Georges Gielen
Georges Gielen Medewerker KW

De periode vóór de bevrijding van Wingene en Ruiselede in september 1944 zijn zo mogelijk nog angstaanjagender dan de oorlogsperiode zelf, bij gebrek aan informatie. Er zijn immers geen gsm’s, sociale media of live-verslagen op tv. Een radio bezitten is ‘verboten’, maar toch weten de ‘War Reports’ van BBC Radio heel wat mensen te bereiken. Verder zijn er de sluikpers en geruchten van vluchtende passanten en zeldzame ooggetuigen. En dan publiceert Het Laatste Nieuws op 7 juni: ‘Geallieerde operaties aan de Fransche kust’. Het is het begin van D-Day.

Oorlogsspecialisten mogen dan wel vinden dat de Tweede Wereldoorlog een geringere impact heeft op de bevolking dan de ‘Groote Oorlog’, dat neemt niet weg dat de inwoners van Wingene en Ruiselede enorm lijden onder de Duitse bezetting. Zoals in elke oorlog – kijk maar naar Gaza – wordt honger als een wapen gebruikt. Vis, suiker, koffie, zeep en olie zijn vaak niet te krijgen, boter, eieren, vlees en groenten nauwelijks te betalen. Het Duitse leger eist massaal graan, vlees en aardappelen van de boeren op. Wie weigert mee te werken, krijgt de Feldpolizei op bezoek. Gelukkig draait er een systeem met genummerde rantsoenkaarten – zowel in Wingene als Ruiselede op het gemeentehuis waarmee inwoners recht hadden op een maandelijks beperkt rantsoen, naast schoenen- en kledingbons. Dat is voor veel gezinnen de ultieme redding.

Oorlogsbons voor zolen en schoenen in Zwevezele: de enige remedie tegen woekerprijzen.
Oorlogsbons voor zolen en schoenen in Zwevezele: de enige remedie tegen woekerprijzen. © GF

Sluikbladen

Naarmate de oorlog langer duurt, wordt de greep van de Ortskommandantur steeds strakker. Iedereen moet koper, zink en blik inleveren, er is een permanente avondklok, jonge mannen worden aangemaand te gaan werken in de Duitse industrie. Nogal wat werkweigeraars duiken onder. Vluchten naar Engeland is geen optie. De kust is namelijk een ‘Sperrgebiet’ waar je maar in- of uitkan mits een speciale pas. Toch kunnen de Duitse bezetters de oorlog steeds moeilijker controleren. Er duiken tal van sluikbladen op: De Vrijschutter (katholiek), De Werker (socialistisch), Het Laatste Nieuws (liberaal), De Rode Vaan (communistisch) en Steeds Vereenigd (De Witte Brigade). Plots is er opwinding op alle fronten. Tijdens de avond van 5 juni 1944 landt een geallieerde mega-armada in Normandië onder de codenaam: Operatie Overlord. De BBC licht het Franse verzet in met een gedicht van Paul Verlaine: ‘Blessent mon coeur d’une langueur monotone’. Meteen denkt iedereen: we zijn binnen enkele weken bevrijd. Maar dat pakt dus even anders uit.

Duitse aftocht

Twee maanden lang blijven de Duitsers weerstand bieden. Het is uitgerekend de 1ste Poolse Pantserdivisie van generaal Stanislaw Maczek – die ook Wingene en Ruiselede zal bevrijden – die samen met Britse, Canadese en Amerikaanse strijdkrachten op 21 augustus een enorme troepenmacht van meer dan 100.000 Duitse soldaten weet te omsingelen en uit te schakelen op de beruchte ‘Hill 262’ in de buurt van het Franse dorp Chambois.

Schuiloorden

Vier dagen later wordt Parijs bevrijd, wat meteen het begin van het einde wordt voor nazi-Duitsland. Vanaf dan worden Zwevezele, Wingene en Ruiselede overspoeld door konvooien vervuilde, vermoeide en hongerige Duitse soldaten, die via de weg Tielt-Aalter de aftocht blazen. Ze roven voedsel, paarden, triporteurs, karren en fietsen, zelfs kinderwagens.

“Langs de weg Tielt-Aalter roven Duitsers voedsel en paarden”

Maar ook het verzet komt in actie. In Zwevezele knippen verzetslui Duitse veldtelefoonlijnen door. Bemanningsleden van een neergestorte Amerikaanse B24-bommenwerper vinden in Ruiselede een schuilplaats op het domein van de latere burgemeester Willy van Pottelsberghe de la Potterie. Daar kunnen werkweigeraars aan de slag en schuilen er ook verzetsstrijders. Er zijn schuiloorden voor parachutisten in de bossen van Wildenburg en verborgen droppingzones in Beernem. Een parachutist van een in brand geschoten Canadese Halifax-bommenwerper wordt tot het einde van de oorlog in Zwevezele door het echtpaar Emiel en Alina Duyck verborgen. Op de Kleithoek, op de grens van Wingene en Hertsberge, schiet een Engelse straaljager drie Duitse soldaten dood.

Ontploffingen

Poolse tanks worden beschoten in Tielt: de voorbode van wat hen in Ruiselede te wachten staat.
Poolse tanks worden beschoten in Tielt: de voorbode van wat hen in Ruiselede te wachten staat. © GF

Het bevrijdingsnieuws komt steeds dichter. De BBC meldt dat geallieerden de Belgische grens hebben overgestoken, dat de Amerikanen in Doornik zitten en dat de ‘witten’ vechten in Gent. De Duitsgezinde Radio Brussel verdwijnt uit de ether. De volgende dagen bevrijdt het Britse Tweede Leger Brussel en Antwerpen. In Wingene en Ruiselede wachten de inwoners bang én hoopvol af. Iedereen kijkt uit naar de komst van Amerikanen, Britten of Canadezen. Maar naar verluidt bestoken de Duitsers in Tielt Poolse tanks vanuit de Halletoren. De Poolse infanterie vecht man tegen man, om zo weinig mogelijk schade aan te richten. Niemand durft nog op straat te komen, om niet door vluchtende Duitsers gegijzeld te worden.

Volgende week het tweede deel van deze driedelige reeks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier