Op zaterdag 13 december vindt in Ingelmunster de jaarlijkse Barbaraviering van de brandweer plaats. Deze keer zal opa Roger Lammertin helaas niet aanwezig zijn, terwijl op dat moment wel in het gemeentehuis zijn kleinzoon Emiel officieel wordt aangesteld tot brandweerman, na het volgen van twee jaar opleiding. Ook zoon Christophe is al jaren actief bij de brandweer. De familie Roger Lammertin zorgt dus met kleinzoon Emiel al voor de derde generatie bij de brandweer.
Roger (80) is getrouwd met Christiane Buyck en woont in de Lysbrugstraat. Christophe (52) is de partner van Sarah Bruneel en woont in de Robert Bultynckstraat. Emiel (22) is gelukkig met Michèle Wydaeghe, maar woont voorlopig nog thuis.
Van 1966 tot 2005 was Roger bij de brandweer. Hij nam afscheid als eerste sergeant. “Ik kwam erbij door Marcel Holvoet, de schoonbroer van mijn zus Simone Lammertin. We zaten samen op de eerste communie van Marino Holvoet, de zoon van Georges Holvoet en Simone. Marcel zei dat ik beter bij de brandweer zou komen. Vijf dagen later mocht ik al mijn kledij afhalen. Eén dag erna was er al een brand in de Heirweg-Zuid. ‘t Was allemaal nog nieuw voor mij. Ik wist nog niet hoe ik die brandslang moest vasthouden”, lacht Roger, die op 60-jarige leeftijd verplicht moest stoppen bij de brandweer.
“Toen was dat op je 60ste, nu is dat opgetrokken tot 65 jaar. Ik vond het spijtig, want ik was nog gezond. De zwaarste branden die ik meemaakte waren bij Tanghe in Izegem, het slunsekot in de Meulebekestraat in Ingelmunster en een firma in Oostrozebeke. We moesten ook vaak uitrukken naar de Spano (het huidige Unilin Panels, red.) in Oostrozebeke. Ging de sirene, dan was dat meestal voor de Spano. Dat verbeterde toen ze zelf begonnen met een brandweerploeg. Als brandweerman moet bij een oproep alles wijken. Met kerstavond zaten de families Holvoet en Lammertin eens samen feest te vieren. Er was een brandoproep voor de Porsche-garage in de Kortrijkstraat. De feesttafel liep leeg, want alle mannen gingen blussen.”
“Mijn vrienden kregen thuis altijd een sportauto, ik een brandweerwagen”
In 1993 begon Christophe met de lessen en één jaar later werd hij benoemd. Nu is hij sergeant. “Ik zag het van mijn pa en had ook interesse. Was er een oproep, dan reed ik er met mijn fiets naartoe. Was het Spel zonder Grenzen, dan ging ik ook altijd mee. Mijn vrienden kregen thuis altijd een sportauto, ik een brandweerwagen”, lacht Christophe.
Emiel knikt en zegt dat hij daarover kan meespreken. Christophe vervolgt: “Nu is het leuker om met een jongere naar een brand te gaan dan met allemaal mensen van mijn generatie. De nieuwe generatie is immers nu al beter op de hoogte van alles qua nieuwe technieken. Er is zoveel veranderd, zoals zonnepanelen die nu op de daken liggen, de isolatie van de woningen… De nieuwe generatie volgde al veel lessen, maar ook ik volg in mijn vrije tijd nog altijd extra lessen om me bij te schaven. Met de zonevorming is er veel verbeterd. Vroeger was ieder korps autonoom, nu is het beter qua opleidingen, materiaal en opvolging. Die samensmelting van de verschillende korpsen is dus een pluspunt. Ook voor de bevolking, want nu wordt het brandweerkorps gestuurd dat het dichtst bij een brand is, zelfs als het niet in de eigen gemeente is. Hoelang ik bij de brandweer blijf? Als ik gezond ben tot mijn 65ste jaar. “
Dankbaar
Roger, Christophe en Emiel raden jongeren aan om zich in te schrijven. Christophe: “Akkoord, je moet veel van je vrije tijd opofferen wegens die lessen, maar de brandweer is een hobby zoals een andere. En we doen het om mensen te helpen. De mensen zijn wel dankbaar. Als je net arriveert meestal niet”, stipt Roger aan. “Je bent immers altijd te laat.” Christophe knikt: “Eén minuut duurt een eeuwigheid wanneer je wacht op de brandweer of andere hulpdiensten.” Emiel besluit: “Maar wij als brandweerlieden gaan voor iedereen door het vuur.”
Sint-Barbaraviering op zaterdag 13 december met om 14 uur officiële ontvangst in het gemeentehuis, gevolgd door bezoeken aan enkele drankgelegenheden en vanaf 19 uur receptie met feestmaaltijd in De Cultuurfabriek in de Kortrijkstraat.