We keren ruim een halve eeuw terug in de tijd. Naar 1971, het jaar waarin Trees Deblaere (76), Regine Schockaert (73), Marie Jeanne Vandaele (70), Ann Dehaene (73) en Liliane Vanholme (76), allen pas afgestudeerd, als vroedvrouw begonnen in de Sint-Jorismaterniteit in Menen. Meteen smeedde het vijftal een hechte band, en sindsdien komen ze viermaal per jaar samen.
Het is in de Parkietenlaan in Menen, op een dikke twee kilometer van het AZ Delta, dat we de vijf hartsvriendinnen ontmoeten. Eigenlijk stond het bezoek al enkele maanden eerder op het programma, maar de coronabesmetting en opname in het ziekenhuis van een van de dames strooiden roet in het eten.
Maar nu Trees, Regine, Marie Jeanne, Ann en Liliane eindelijk weer compleet zijn, vertellen de vijf een jaloersmakend verhaal: over geluk, genegenheid, geboortes en trouw. Met de Sint-Jorismaterniteit als middelpunt van het gebeuren en een houten koffietafel als de rode draad waaraan hun vriendschap is gebonden.
Kinderkribbe
“Het was van in het begin keihard werken, maar we vormden meteen een sterk en hecht team”, vertelt Trees. “Toen we onze eerste stappen in de kraamkliniek zetten, was deze nog niet echt gekoppeld aan het ziekenhuis.
Binnen de kraamkliniek had je dan ook nog een afdeling voor premature baby’s en pediatrie en aangezien het ziekenhuis het enige in de wijde omtrek was waar men terecht kon voor prematuren, kwamen ook heel wat baby’s van elders bij ons terecht. De bevallingen gebeurden toen ook nog vaak met hulp van de huisdokters.”
“Ook bestond er zoiets als de kinderkribbe, met kinderen die er geplaatst werden door de rechtbank. Dat stond ook in ons takenpakket”, zegt Ann. “Met andere woorden: we kregen echt wel veel hooi op onze vork. Maar dat heeft ons gesterkt in onze band als vriendinnengroep.”
“We zijn ook vrij snel gestart met onze koffiebijeenkomsten”, doet ook gastvrouw Regine haar duit in het zakje. “Sinds het prille begin komen we vier keer per jaar samen. In een beurtrol zorgen we telkens voor koffie en gebak, zoals vandaag. Soms maken we ook een daguitstap. Maar dan enkel als de mannen mee willen en kunnen: we hebben nu eenmaal een chauffeur nodig.” (lacht)
De vrouwen besloten onlangs wel om het straks bij slechts twee daguitstappen per jaar te houden. “De reden daarvoor is niet ver te zoeken, we worden allemaal een dagje ouder en zijn al zeventigers. Niet iedereen van ons kan het nog fysiek aan om er meerdere dagen op uit te trekken”, weet Liliane.
Vlag als symbool
Het vijftal leerde elkaar dan wel kennen op de kraamkliniek, ze bleven niet hun leven lang collega’s. Drie van de vijf kozen voor thuisverpleging of verpleging binnen de psychiatrie. Enkel Regina Schockaert en Liliane Vanholme bleven hun hele loopbaan in het ziekenhuis werken. Ook trokken er een aantal weg uit het Menense.
Marie Jeanne Vandaele vond met haar man een optrekje in Vleteren, Trees Deblaere woont nu in Rekkem en Ann Dehaene trok naar Oostkamp. Maar terwijl de groep dus op professioneel gebied uit elkaar viel, deed ze dat niet privé. Onlangs, in het vijftigste jubileumjaar van de anciens, ontwierp Liliane Vanholme zelfs een vlag, als symbool van een halve eeuw trouwe vriendschap.
Materniteit verdwijnt (niet)
“We hebben intussen heel wat mooie herinneringen aan die lange vriendschap, we zijn gekend in de brede vriendenkring en ook onze kinderen koesteren onze band”, zegt Marie Jeanne. “We zitten niet constant op elkaars lip hoor, maar dat hoeft ook niet. We hebben enkel onze bijeenkomsten.”
“Wat de sleutel is tot ons succes? We zijn er altijd voor elkaar als het nodig is, en we delen liefde en leed. Nu is iedereen al met pensioen, maar we zijn allen nog geëngageerd. We zetten in op vrijwilligerswerk in de zorg of zijn bestuurslid binnen het verenigingsleven.”
De vijf vrouwen blikken ook even vooruit, op de toekomst van de Menense kraamkliniek. Die leek begin dit jaar te moeten verdwijnen, maar ondertussen draaiden de bevoegde politici hun kar. De frequent van richting veranderende communicatie bracht heel wat onzekerheid met zich mee. Ook bij de anciens. “In onze tijd deden we zowat 50 bevallingen per maand. Dat zal nu allicht minder zijn.”
“Hoe dan ook ben ik blij dat de afdeling mag openblijven. In Menen is er een grote allochtone bevolking en er zijn ook heel wat Belgen die niet in het bezit zijn van een wagen. Vooral voor die mensen en ook voor het personeel moet de kraamkliniek blijven bestaan”, besluit Regine.
(WO)