Carine baat een sigarenzaak én restaurant uit: “Hart en ziel verloren aan de zaak”

Carine Cottigny hield het interieur van weleer intact. © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Ze worden steeds zeldzamer: de zaken waar de uitbater elk product door en door kent, waar service belangrijker is dan kortingen en waar het erfgoed niet alleen schuilt in de gevel en het interieur, maar ook in de mensen zelf. Omdat hun winkel uitbaten een erezaak is geworden. In De Barakken in Menen maken we kennis met Carine Cottigny, een bijzondere vrouw die een al even intrigerende sigarenzaak uitbaat, terwijl ze ook achter het fornuis van haar restaurant staat.

“Rook ik elke dag? Nee. Of ik het graag doe? Ook niet. Het is mijn job.” Ze grijnst. Net als een goeie sigaar is Carine complex, pittig en zacht tegelijkertijd. Ze praat snel, weet van aanpakken en is niet op haar mondje gevallen. Maar daarachter schuilt een warme vrouw met een week hart. Haar zwakke plek, bekent ze.

Dat ze zo vlot praat, heeft ze te danken aan haar ouders en haar vorig leven. Jarenlang ging ze mee met de kermis en stond ze, net als haar ouders, in een schiet- en frietkraam. Carine en haar zussen werden tijdens de drukste periodes grootgebracht bij haar grootmoeder en ze kon ook altijd terecht bij de mensen die restaurant Aux Trois Moulins uitbaatten in Menen. Dat waren goeie vrienden van haar ouders, en omgekeerd zorgden ze ook voor hun kinderen. Het is een vanzelfsprekende barmhartigheid die ze mist. Carine kijkt dankbaar terug op die periode, ook de tijd waarin ze zelf in het kraam stond. Zelfs al hield ze er een klein litteken op haar kaak aan over. Als het kogeltje twee millimeter lager was geëindigd, was haar gezicht verlamd geweest. Wat hoger en ze was een oog kwijt. “Je moet soms wat geluk hebben in het leven”, glimlacht ze.

De smaken van sigaren

Toen de uitbater van het restaurant Aux Trois Moulins de pensioenleeftijd naderde, kreeg Carine de kans om de zaak over te nemen. “Zijn dochter zag het niet zitten, en hoewel mijn ouders graag wilden dat ik de kermis zou verder zetten, zeiden ze ook dat ik het moest doen.” Een jaar later nam ze ook de sigarenwinkel over. Uitbater Van Walleghem stond bekend als de zaadmarchand, en verkocht ook suiker, bloem en… sigaren. Na de oorlog bleven er alleen sigaren en sigaretten over. Carine kwam er vaak over de vloer. “We zijn van de oude generatie, we helpen elkaar. Toen de rolluiken in de winkel openen te zwaar werd voor die mensen hier, hielp ik al eens mee.” Als dank werd ze ingewijd in de wereld van sigaren.

Carine staat ook achter het fornuis van restaurant Aux Trois Moulins. (foto Christophe De Muynck)
Carine staat ook achter het fornuis van restaurant Aux Trois Moulins. (foto Christophe De Muynck) © Christophe De Muynck

Toen Carine de zaak overnam, zo’n 35 jaar geleden, was het ook nog een wisselkantoor. Het prachtige interieur heeft ze behouden, en gelukkig maar. De houten toonbank springt meteen in het oog. Zelfs het behang met rallyauto’s heeft zijn charme. “Het is misschien ouderwets, maar ik heb er mijn hart en ziel aan verloren.” Meer nog: het loket bouwde ze om tot humidor, om de sigaren op de juiste temperatuur te bewaren. Ze praat met passie over haar sigaren, kan elke smaak perfect omschrijven en rookt elke soort die binnenkomt. Omdat ze wil weten waarover ze het heeft. Je kan niet anders dan gefascineerd luisteren hoe ze het heeft over de nerven van een tabaksblad, de romige smaak of de zachte of kruidige toetsen van elke sigaar. Toen ze in een ver verleden naar de koksschool trok, droomde ze ervan om kok of sommelier te worden. “Eigenlijk ben ik het allebei geworden”, grijnst ze. Sigaren hoeven qua smakenpalet niet onder te doen.

Het restaurant heeft ze jaren geleden uitgebreid, met extra tafeltjes en een frituur. Ze werkt met veel jong volk in het restaurant. Ze wil ze net niet haar kinderen noemen, maar ze betekenen veel voor haar, zoveel is duidelijk. Het respect is wederzijds. Elke jobstudent die hier na een paar jaar vertrekt, neemt altijd meteen op als ze in nood zit en steekt nog af en toe het hoofd door de deur om Carine te begroeten.

Moeder voor allen

Ze werkt veel. Erg veel. Klopt soms makkelijk zestien uur per dag. Tijd voor een gezin was er nooit. Het is er niet van gekomen. Een tijdlang heeft het gestekt, zegt ze. “Op een zekere leeftijd vraag je je af: voor wie doe ik het nog? Dan zie je hier mensen binnenkomen die je al jaren kent, met een kind en later een kleinkind. En toch…” Ze zwijgt even. “Ik heb in al die jaren veel miserie gezien in het restaurant. Ruzie met kinderen, een vrouw die ervandoor ging…” Ze recht haar rug. “Je zet je daarover. Het passeert. Eenzaam? Ik heb daar geen tijd voor.”

Carine combineert de sigarenwinkel met een restaurant. “Maar ik zou het niet anders willen.”
Carine combineert de sigarenwinkel met een restaurant. “Maar ik zou het niet anders willen.” © Christophe De Muynck

Ze denkt nog niet aan haar pensioen. Ze moet luid lachen als ik het woord laat vallen. Ze geniet nog te veel van wat ze doet. En als het haar even te veel wordt, haalt ze Fatina van stal. Een 28 jaar oud paard, waarmee ze graag langs de Leie wandelt. Ze heeft nog een ander paard, eentje dat ze van de slachtbank heeft gered. Samen met haar nichtje helpt ze andere paarden er weer bovenop. Toen niemand vier verwaarloosde ezels een nieuwe thuis wilde geven, sprong zij in de bres. En dan hebben we het nog niet over haar drie schapen, twee honden en een hoop poezen. Dat weke hart, weet u wel. Leuk detail: Fatina is het Arabisch voor ‘moeder voor allen’, maar de naam past nog beter bij Carine. Van achter de toonbank komt één van haar honden nieuwsgierig kijken. “Een Turkse hond, die daar geiten en schapen drijft en ze vooral beschermt tegen wolven en beren. Geloof mij, je wil niet ongevraagd op mijn boerhof komen.”

Toch staat haar deur altijd open. Die van de winkel zelfs letterlijk, in de winter of de zomer. Het zorgt voor een natuurlijke vochtigheidsgraad in de winkel, wat de kwaliteit van de sigaren ten goede komt. Dat haar winkel in een buurt ligt met een niet al te goeie reputatie, deert haar niet. “Ik kom goed overeen met mijn buren. Het zijn veelal oudere mensen die hier de boel rechthouden. Menen is aan het wegzakken. Veel zaken staan te huur of zijn over te nemen. Het wordt tijd dat ze beginnen aan de werken om de buurt wat op te waarderen.”

Ze kijkt me aan alsof ze genoeg verteld heeft. De tijd vliegt hier, maar ze verspilt het ook niet graag. Als ik haar tenslotte vraag of ze het niet anders zou aanpakken, mocht ze terugkeren, dan knikt ze resoluut van niet. “Van begin tot einde. Echt waar. Ik leef hiervoor. En graag.” Haar glimlach zegt opnieuw alles.

Lees meer over: