Brugs voorvechter voor monumentenzorg Andries Van Den Abeele (90): “Voor sommigen is het wellicht erg dat ik nog leef”

Andries Van den Abeele: “Dat lelijk provinciehuis op de Brugse Burg moet afgebroken worden in plaats van appartementen te herberegen.” © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Met SOS voor een Leefbaar Brugge verzetten we ons tegen de realisatie van flats op de plek van het voormalig provinciegebouw op de Burg. Die plek moet vergroenen”, zegt Bruggeling Andries Van den Abeele. Aan de vooravond van zijn 90ste verjaardag is hij nog lang niet moe gestreden.

Op 14 april krijgt deze grote voorvechter voor monumentenzorg een grote hulde in het stadhuis. Met onder meer prins Laurent, Herman De Croo, Johan Sauwens, de gouverneur en de burgemeester als eregasten. “In feite ben ik op 12 april jarig. Voor sommige Bruggelingen is het ongetwijfeld erg dat ik er nog ben”, glimlacht Andries Van den Abeele, die door zijn rechtlijnig en soms hardnekkig engagement voor Brugges ‘stedenschoon’ ook soms vijanden gemaakt heeft in de loop van zijn lange carrière.

Drie achterkleinkinderen

Hij is getrouwd met Mireille Morel, heeft drie kinderen, zeven kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Hij noemt het een voorrecht om nog te leven aan die hoge leeftijd. “Amper zes van de vijftig jongens die samen met mij in de retorica zaten, zijn nog in leven”, vervolgt Andries Van den Abeele, die in het Sint-Lodewijkscollege de klas deelde met latere professoren als Romain Van Eennoo en Etienne Vermeersch.

Ze bleven goede vrienden: “Etienne fulmineerde hevig op televisie, maar in het echte leven was hij een aangename en zachte mens.”

Appetit

Zelf kan Andries Van den Abeele niet bogen op een academische carrière, maar hij publiceerde meerdere boeken en honderden artikelen in tijdschriften én maakte 6.600 Wikipedia-pagina’s over de meest uiteenlopende onderwerpen: “Na twee kandidaturen letteren en wijsbegeerte aan de universiteit van Namen, gaf ik er de brui aan.

“Ik was leermoe en kon aan de slag bij Appetit, het familiaal visverwerkend bedrijf dat mijn betovergrootvader gesticht had. Tot aan de stopzetting van het bedrijf in 1997 heb ik er gewerkt.”

Hoe is de belangstelling voor monumentenzorg er gekomen, waarvoor u uiteindelijk in 1989 de titel van baron kreeg?

“Als kind van tien trok ik al naar het stadsarchief in Brugge om te snuisteren in eeuwenoude documenten. Ze waren daar verbaasd om een snotneus te zien. Eén van de archivarissen toonde mij de stadsrekening van 11 juli 1302. Die pagina was besmeurd met een rode vlek: wijn of bloed?”

“Veel later werd ik lid van de serviceclub De Ronde Tafel. Een van de leden, die mijn vriend werd, was Robert Van Beisbroek die ageerde tegen de sloopwoede die toen heerste.”

Burgemeester Pierre Vandamme had eigenlijk eerder weinig belangstelling voor monumentenzorg: als het geveltje bleef staan, was dat voldoende

“De Smedenkapel, de Elisabethkapel, de Hemelsdaelekapel, een middeleeuwse donjon in de Philipstockstraat (laatste restant van de Sint-Donaaskerk), heel wat merkwaardige huizen, werden met de bulldozer te lijf gegaan.”

“De visie van een toenmalige schepen was: “we moeten afbreken, dan zien de Bruggelingen dat we iets doen”. Ook burgemeester Pierre Vandamme had eigenlijk eerder weinig belangstelling voor monumentenzorg: als het geveltje bleef staan, was dat voldoende.

En toch stond u bij de verkiezingen van 1964 op de CVP-lijst….

“Via Urbain Govaert was ik bij de CVP-jongeren beland en ik mocht het verkiezingsprogramma mee schrijven. ’t Was alle hens aan dek bij CVP, want Fernand Vandenbroele kwam op met een scheurlijst, was overtuigd dat hij de meerderheid zou breken en had al een akkoord met Achiel Van Acker.”

“De voormalige premier wou burgemeester worden. Maar CVP behield de meerderheid en ik raakte verkozen als gemeenteraadslid. Mijn voorstellen over monumentenzorg vielen op een koude steen. Bijgevolg heb ik de Stichting Marcus Gerards opgericht. Aan de hand van een diamontage toonden we welke historische panden in Brugge verdwenen waren.”

Achiel Van Acker wou burgemeester van Brugge worden

“Het OCMW wou in die tijd zijn 450 godshuizen afbreken of verkopen! We zijn erin geslaagd om dat te verhinderen. Ik blijf het een grote vergissing vinden dat het OCMW de Schoenmakersrente in de Balstraat aan de stad Brugge verkocht om er een museum van volkskunde van te maken, enkel de gevels werden min of meer behouden.”

“In de jaren zestig waren amper tien monumenten beschermd in Brugge, waaronder het stadhuis, het Belfort, de Sint-Salvatorskathedraal en de Onze-Lieve-Vrouwekerk.”

Refugehuis

“Onze Stichting moest vechten voor elk waardevol pand. We hebben zelf enkele krotten aangekocht, gerestaureerd en doorverkocht. Soms verloren we. Achiel Van Acker zorgde ervoor dat de koninklijke commissie voor Monumentenzorg zich niet verzette tegen de sloop van het vroeger Refugehuis van de Abdij van Oudenburg, waar socialisten hun lokaal hadden, op de hoek van de Steenstraat en de Zilverstraat.”

Andries Van den Abeele met Jacques Brel in Brugge.
Andries Van den Abeele met Jacques Brel in Brugge. © Beeldbank Brugge

U bent zelf vijf jaar schepen geweest onder Michel Van Maele, van 1972 tot 1977. Ging het toen beter met de monumentenzorg?

“Ik was schepen van Financiën én van Stadsvernieuwing. We richtten een dienst Monumentenzorg op, voor de fusie had Brugge amper één halftijdse stadsarchitect in dienst. Ik bekommerde me tevens om de commissie Stedenschoon. Al wat leegstond, kocht de stad op.”

Structuurplan

“Ik geloof dat we 250 huizen verworven hebben. We hadden het geluk dat Bruggeling Marcel Vandewiele toen staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening en Huisvesting was. Hij kende ons 200 miljoen toe als ‘pilootproject’. We lieten ook talrijke gebouwen als monument beschermen.”

“Daarnaast mocht ik samen met de groep Planning, professor Raymond Lemaire, de ingenieurs Gorissen en Constandt en politiecommissaris Roger De Bree een structuurplan voor Brugge opstellen. Dat tekende de structuur uit die voor een historische stad noodzakelijk was en bepaalde ook met verkeersspecialist Ulrich Keppler de mobiliteit, zoals die nu nog min of meer bestaat.”

En toen werd in 1977 de socialist Frank Van Acker burgemeester van Brugge…

“Ik ben nog tot in 1982 gemeenteraadslid gebleven, maar we konden geen normale oppositie voeren. Want Frank Van Acker had CVP’er Fernand Traen behouden als havenvoorzitter en we moesten ‘braaf’ blijven. Frank liet veel afbreken, nochtans zegt de Koning Boudewijnstichting in het Witboek van het Cultureel Erfgoed dat restaureren meer geld opbrengt dan slopen. Samen met Bob Vanhaverbeke van Brugge die Scone en Ernest Schepens van het Willemsfonds hebben we SOS voor een leefbaar Brugge opgericht. “

SOS Brugge wou in de jaren 90 ook al een halt toeroepen aan het massatoerisme dat de leefbaarheid van de Brugse binnenstad bedreigde….

“Kwatongen beweren soms dat Brugge dankzij ons structuurplan als historische stad beter tot haar recht kwam, meer internationale faam kreeg, Unesco Werelderfgoed werd en daardoor nu meer massatoeristen over de vloer krijgt. Ik heb niks tegen toeristen. Maar ik huiver voor de commerciële uitwassen.”

Er moet meer controle komen op al die goedkope eethuisjes, souvenirshops, buitenlandse handelszaken en barbiers, die naar ik vrees vaak dienen om zwart geld wit te wassen

“Er moet gewaakt worden over de hotelstop en de gastenkamers zijn te talrijk en te groot geworden. Er moet meer controle komen op al die goedkope eethuisjes, souvenirshops, buitenlandse handelszaken en barbiers, die naar ik vrees vaak dienen om zwart geld wit te wassen.”

In 1994 stond u, tot verbazing van velen, op de Open VLD-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen!

“Dat was het gevolg van mijn vriendschap met de liberaal Ernest Schepens. Ik was al tien jaar partijloos. De liberalen bleven in de oppositie, na drie jaar als gemeenteraadslid heb ik in 1997 afgehaakt. Ik kon mij verder uitleven als voorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en bij de Koning Boudewijnstichting.”

“Met het geld van de Lotto mochten we, met een commissie die ik voorzat, enkele jaren een aantal miljoenen verdelen over Vlaanderen en Wallonië. Zo rijfde ik 34 miljoen binnen voor de restauratie van de kerk van het Begijnhof en kon ik de nodige miljoenen bezorgen voor de aankoop van ‘Le Grand Hornu’ in Henegouwen..”

U bent vorige week voor de derde keer overgrootvader geworden. Toch blijft u strijden…

“Ik begrijp niet dat de Regie van de Gebouwen zomaar het lelijk en nutteloos geworden provinciegebouw op de Burg voor 5 miljoen euro verkoopt aan een projectontwikkelaar. In het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) staat dat gebouw ingetekend als zone voor openbaar nut.”

“Dat RUP moet wijzigen naar groenzone: zo kan dat gedrocht afgebroken worden en krijgt iedereen zicht op de mooie achtergevel van het provinciaal hof en de ambtswoning van de gouverneur.”

U verzet zich tegen bijna elk grootschalig project. Bent u tegen elke nieuwbouw? Mag Brugge niet groeien en leven?

“Toch wel. In de voorbije decennia is aanzienlijke nieuwbouw in Brugge tot stand gekomen. Maar alles moet ‘met redens en manieren’ gebeuren. Binnen het nieuwe Gerechtshof werd de merkwaardige Brunokapel behouden. Maar het volume van nieuwbouw mag niet groter zijn dan een historische stad kan dragen.”

“Daarom hebben we ons, met succes, verzet tegen een 50 meter hoge woontoren naast de Krakelebrug. En zijn we natuurlijk radicaal tegen de hoogbouw van de heel lelijke torens naast het station.”

Wat maakt u blij en het meest fier op uw negentigste verjaardag?

“Als ik door de stad loop en ik zie hoeveel huizen dankzij ons engagement gerestaureerd en goed bewoond zijn, dan ben ik niet mistevreden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise