Bruggeling onder de loep: Architect Pierre Buyck (92)
Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten, maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: Architect Pierre Buyck
Voor wie enigszins bekend is met het bouwkundig erfgoed van Brugge zal de naam Buyck wel een belletje doen rinkelen. Pieter Buyck was, net als later zijn zoon René, een architect die in de stad, maar ook in andere West-Vlaamse gemeenten, zijn sporen naliet.
Provinciaal architect
Pieter Buyck werd in Brugge geboren in de Franse periode op 2 germinal van het jaar 13 wat overeenkomt met 23 maart 1805 als zoon van timmerman Joannes en Amelia Haest, afkomstig van Koekelare. Pieter volgde lessen aan de Brugse Kunstacademie en tijdens het Hollands bewind was hij provinciaal toezicht op wegen, bruggen en sluizen. In 1831 werd hij in Brugge toeziender der stadswerken onder leiding van stadsarchitect Jean-Brunon Rudd. Hij werd leraar aan de Brugse kunstacademie en is de man die het plan van het Brugse Algemeen kerkhof tekende.
Na het overlijden van zijn vader keerde Pieter terug naar de provincie West-Vlaanderen waar hij in 1842 tot provinciaal architect voor de sectie Brugge werd aangesteld. In die functie ontwierp en restaureerde hij onder andere kerken, pastorieën, gemeentehuizen, scholen en ziekenhuizen in het noorden van West-Vlaanderen. Hij bleef dit ambt uitoefenen tot aan zijn overlijden. In 1847 kocht Pieter Buyck het zestiende-eeuwse huis Den Hert aan de Verversdijk en ging er wonen. Het jaar erop trouwde hij op 25 oktober 1848 met Elisa van Gheluwe, met wie hij drie kinderen kreeg, waaronder René die later in zijn voetsporen zou treden. Pieter Buyck overleed in Brugge op 31 december 1877 en ligt begraven op de Centrale Begraafplaats in Assebroek.
Neostijlen
Pieter Buyck speelde een niet onbelangrijke rol in de opkomst van neostijlen zoals neoromaans, neogotisch en neoclassicistisch. Daarnaast was hij in de stad een man van aanzien die tal van voorname functies vervulde. Zo werd hij in 1835 lid van de Sint-Sebastiaansgilde. Van 1841 tot 1856 was hij voor de Commissie van de Burgerlijke Godshuizen inspecteur des Biens Urbains. Ook was hij erelid van het geschiedkundig genootschap Société d’Emulation.
Damse stadhuis
Tot zijn belangrijkste werken en restauraties behoort het Damse stadhuis waarvoor hij in 1855 een ontwerp voor restauratie opmaakte. Ook voor het Sint-Janshospitaal in diezelfde stad maakte hij in 1875 plannen. Na de brand in 1839 in de Sint-Salvatorskathedraal Brugge maakte hij een ontwerp voor een nieuwe vloer en voor het neoromaanse bovengedeelte van de toren. Tussen 1851 en 1861 bouwde hij in samenwerking met de Engelsman Thomas Harper King de Magdalenakerk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier