Bruggeling onder de loep (51): Monseigneur Albert Cauwe

Monseigneur Albert Cauwe. (foto RL) © Chris Weymeis
Redactie KW

Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten, maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: monseigneur Albert Cauwe.

Vaak gebeurt het dat mensen grootse dingen verwezenlijken zonder dat ze in de kijker lopen. Zo iemand was priester Albert Cauwe die, al is zijn naam bij velen onbekend, in 1961 mee de noodhulpactie Broederlijk Delen oprichtte. Albert Cauwe werd op Maria-Lichtmis 2 februari 1915 in de Oostmeers in Brugge geboren als een van de tien kinderen van de Brugse stadsingenieur Emile Cauwe en Marguerite Thomas. Een van de getuigen op de geboorteakte was René Cauwe, architect van onder andere de godshuizen De Schipjes (Peterseliestraat) en De Croeser (Raamstraat). Twee van Alberts broers werden jezuïet, één scheutist en één seculiere priester. Alberts grootvader was advocaat Emile Cauwe, schepen van Brugge en bestendig afgevaardigde van de provincie West-Vlaanderen.

Krijgsgevangene

Na zijn studies aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge trad Albert binnen in het Grootseminarie. Op 3 juni 1939 wijdde bisschop Henri Lamiroy Albert tot priester en twee dagen later droeg die in de Sint-Gilliskerk zijn eremis op. Nog datzelfde jaar kreeg hij een aanstelling tot leraar aan het Sint-Stanislascollege in Poperinge. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij gedurende twee maanden krijgsgevangene. In 1957 kreeg Cauwe een totaal nieuwe taak toebedeeld. Op aanbeveling van de Brugse bisschop Emiel-Jozef De Smedt benoemde kardinaal Jozef Van Roey hem tot directeur-generaal van Caritas Catholica, een vereniging die zich inzet voor onder andere armoedebestrijding.

Tevens werd hij dat jaar benoemd tot erekanunnik. In 1961 lag Albert binnen de schoot van Caritas Catholica mee aan de oprichting van de noodhulpactie Broederlijk Delen. Die ontstond toen na de onafhankelijkheid van Congo in Kasaï hongersnood uitbrak en de Belgische bisschoppen de bevolking opriepen om solidair te zijn.

Bijzondere eretitel

In 1961 werd Albert Cauwe benoemd tot huisprelaat en erekapelaan van Zijne Heiligheid. Deze eretitel krijgt een priester die zich op een bepaalde manier bijzonder verdienstelijk maakt. De priester mag dan ook de titel monseigneur dragen.

Op het einde van de jaren 1960 vroeg Albert Cauwe om opnieuw parochiaal werk te mogen verrichten. Op 20 oktober 1969 wordt hij benoemd tot pastoor van de Sint-Jozefsparochie in Oostende. Drie jaar later, op 20 oktober 1972, werd hij deken en pastoor van de Sint-Tilloparochie in Izegem. In 1988 kreeg hij ontslag uit die functie en was hij tot 1998 pastoor van de Sint-Laurentiusparochie in Steenkerke. Albert Cauwe overleed op 25 april 2010 in Bulskamp. (Chris Weymeis)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise