Bruggeling onder de loep (30): Toponymist Karel De Flou
Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: toponymist Karel De Flou.
Wie op zoek gaat naar de betekenis van een plaatsnaam in Brugge of de heel ruime omgeving ervan, komt ongetwijfeld bij toponymist Karel De Flou terecht. Toponymie of plaatsnaamkunde is een vak van de taalkunde die probeert plaatsnamen op te sporen en te verklaren en zich ook bezighoudt met de verbreiding van die namen. Voor wat Brugge betreft is De Flou een pionier.
De man werd op 9 juli 1853 – dus deze maand 170 jaar geleden – in de Gruuthusestraat in Brugge geboren als zoon van een glazenmaker die ook een winkeltje van boeken en antiquiteiten uitbaatte. Karel liep school bij de Frères, maar moest door het vroegtijdig overlijden van zijn vader al vlug gaan werken bij een veilingmeester. Toch studeerde De Flou in stilte verder en werd klerk in een notariskantoor. Karel hoopte pleitbezorger te worden, maar een wet die dit ambt enkel voorbehield voor doctors in de rechten belette dit.
Niet getreurd. Karel De Flou werd in 1876 benoemd tot klerk bij het provinciebestuur. Hij sloot er in juli 1920 zijn loopbaan als afdelingshoofd af. Naast zijn ambt was Karel ook al sinds zijn jeugd als auteur actief. Zo was hij bevriend met stadsarchivaris Louis Gilliodts-van Severen en met geboren Gentenaar Julius Sabbe. Die richtte in 1874 het maandblad de Halletoren op waaraan De Flou geregeld meewerkte.
Daarnaast was hij ook medewerker aan Rond den Heerd. Het is duidelijk dat Karel De Flou toen al belangstelling voor oudheid- en taalkunde had.
Die belangstelling mondde uit in de 18-delige reeks ‘Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen’. Voor die reeks verzamelde De Flou ruim 350.000 notities over plaatsnamen in het gebied tussen de Westerschelde en de monding van de Somme.
Het woordenboek werd uitgegeven door de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Het eerste deel verscheen in 1914, het 18de en laatste deel in 1938. De Flou heeft echter zelfs zijn woordenboek niet kunnen afwerken. Bij zijn overlijden op 27 juni 1931 in zijn woning aan de Beenhouwersstraat was pas deel 12 verschenen. In 1953 verschenen dank zij het monnikenwerk – letterlijk en figuurlijk – van dom Floribertus Rommel van de Sint-Pietersabdij in Steenbrugge de indices op de 18 delen. De Flou publiceerde naast zijn woordenboek ook de gids Promenades dans Bruges.
Op 4 november 1928 werd Karel De Flou op het Brugse stadhuis gehuldigd naar aanleiding van zijn 75ste verjaardag en werd hij doctor honoris causa van de Leuvense Universiteit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier